Explanatory Memorandum to COM(2014)141 - EU position concerning an amendment to Protocol 31 to the EEA Agreement

Please note

This page contains a limited version of this dossier in the EU Monitor.

1. ACHTERGRONDVANHETVOORSTEL

Om de rechtszekerheid en de homogeniteit van de interne markt te waarborgen, moet het Gemengd Comité van de EER alle relevante EU-wetgeving zo spoedig mogelijk na de vaststelling ervan in de EER-overeenkomst opnemen.

Het doel van dit ontwerpbesluit van het Gemengd Comité is om Horizon 2020 in de EERovereenkomst op te nemen. Daarmee zouden de EER-/EVA-landen optimaal kunnen profiteren van de kansen van het grootste programma voor onderzoek en innovatie dat de EU ooit kende en waarvoor bijna 80 miljard euro aan financiering beschikbaar is voor een periode van zeven jaar (2014-2020).

De deelname van de EER-/EVA-landen aan Horizon 2020 heeft gevolgen voor de begroting aangezien deze landen niet alleen deelnemen aan de initiatieven in dit verband, maar ook een financiële bijdrage zullen leveren. Daarom moet het ontwerpbesluit van het Gemengd Comité worden aangenomen in de vorm van een besluit van de Raad.

2. RESULTATEN VAN DE RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDE PARTIJENENEFFECTBEOORDELING

De effecten van de opname van Horizon 2020 in de EER-overeenkomst

Eerdere kaderprogramma's zijn opgenomen in artikel 1, lid 5, van Protocol 31 bij de EERovereenkomst. Op grond van die bepaling wordt dit artikel ook geacht van toepassing te zijn op besluiten die uit de kaderprogramma's voortvloeien. Dit is zeer praktisch gebleken, want zo hoefde niet elk besluit inzake deze programma's apart in de EER-overeenkomst te worden opgenomen, met alle werk en procedures van dien. Besluiten tot instelling van specifieke programma's en tot vaststelling van de regels voor deelname aan en verspreiding van de resultaten van de kaderprogramma's zijn daarom niet apart in de EER-overeenkomst opgenomen. Met dit ontwerpbesluit van het Gemengd Comité wordt dezelfde methode toegepast. Het ontwerpbesluit betreft dus de opname van de Horizon 2020-kaderverordening in artikel 1, lid 5.

Verordening (EG) nr. 294/2008 tot oprichting van het Europees Instituut voor innovatie en technologie1 is opgenomen in artikel 1, lid 11, van Protocol 31 bij de EER-overeenkomst. Deze verordening is gewijzigd bij Verordening (EU) nr. 1292/2013 en deze wijziging moet worden verwerkt in de EER-overeenkomst. Het ontwerpbesluit van het Gemengd Comité bevat dus een bepaling waarbij het wijzigingsbesluit wordt opgenomen in artikel 1, lid 11.

3. JURIDISCHEELEMENTENVANHETVOORSTEL

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 - het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG2

Verordening (EU) nr. 1292/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 294/2008 tot oprichting van het Europees Instituut voor innovatie en technologie3

1             PB L 97 van 9.4.2008, blz. 1.

2             PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104.

3

De Commissie dient het ontwerpbesluit van het Gemengd Comité van de EER bij de Raad in met het oog op vaststelling van het standpunt van de Unie. De Commissie hoopt dit standpunt zo spoedig mogelijk in het Gemengd Comité van de EER te kunnen uiteenzetten.

4. GEVOLGENVOORDEBEGROTING

De EER-/EVA-landen nemen deel aan Horizon 2020 en maken gebruik van de financieringsmogelijkheden als beschreven in deel IV van de EER-overeenkomst. Daarnaast dragen de EER-/EVA-landen financieel bij aan dit programma, zoals bepaald in artikel 82 van de EER-overeenkomst.