Explanatory Memorandum to COM(2014)68 - Authorisation of the opening of negotiations on an Agreement with Azerbaijan on a legal framework governing the control of DESFA by SOCAR

Please note

This page contains a limited version of this dossier in the EU Monitor.

1. CONTEXT VAN DE AANBEVELING

1.1 De rechtstreekse aanleiding voor deze aanbeveling

In het kader van de herstructureringsplannen voor Griekenland privatiseert het 'fonds voor de ontwikkeling van activa van de Helleense Republiek' (Hellenic Republic Asset Development Fund - HRADF) bepaalde activa die momenteel in het bezit zijn van de Helleense Republiek. Onderdeel van deze activa zijn de aandelen van de Griekse gastransmissiesysteembeheerder (Hellenic Gas Transmission System Operator S.A. - 'DESFA'), die momenteel via HRADF in het bezit zijn van de Helleense Republiek.

HRADF heeft als voorkeursgegadigde voor DESFA het Staatsoliebedrijf van de Republiek Azerbeidzjan (SOCAR) uitgekozen, een onderneming die in Azerbeidzjan is gevestigd en onder leiding van de Republiek Azerbeidzjan opereert. HRADF en SOCAR zijn voornemens een overeenkomst te sluiten inzake de aankoop van de aandelen waarbij, indien aan alle ontbindende voorwaarden1 is voldaan, SOCAR 66 % van het aandelenkapitaal en de stemrechten in DESFA zal verwerven bij de sluiting van de overeenkomst inzake de aankoop van aandelen ("de transactie"). Ook wanneer rekening wordt gehouden met de rechten die de Helleense Republiek behoudt op grond van de aandeelhoudersovereenkomst die SOCAR en de Helleense Republiek zullen sluiten, zal SOCAR na sluiting van de overeenkomst inzake de aankoop van aandelen de exclusieve zeggenschap over DESFA verwerven.

1.2 Het huidige regelgevingskader

Bij Richtlijn 2009/73/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor aardgas en tot intrekking van Richtlijn 20003/55/EG2 ("Richtlijn 2009/73/EG") zijn de gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor aardgas vastgesteld. In deze richtlijn is het regelgevend kader vastgesteld waarmee de EU-gasmarkten volledig geliberaliseerd kunnen worden, met name ten aanzien van de productie en levering van gas. In die richtlijn worden ook gemeenschappelijke regels vastgesteld voor niet-geliberaliseerde delen van de waardeketen, om ervoor te zorgen dat de concurrentie in de geliberaliseerde delen onder gelijke voorwaarden plaatsvindt. Onder die laatste categorie vallen de gemeenschappelijke regels die van toepassing zijn op bepaalde soorten gasinfrastructuur, waaronder gastransmissiesystemen, en hun eigenaars en beheerders, zoals DESFA.

1.

De ontbindende voorwaarden zijn onder meer goedkeuring van concentratie en certificering, zoals


bedoeld in de artikelen 10 en 11 van Richtlijn 2009/73/EG.

PB L 211 van 14.8.2009, blz. 94. J\I?r^T a <-,mr^

2.

-ÜBCLASSIFIE Ie 29 JUIN 2015


RESTREINT UE

De gemeenschappelijke regels betreffende gas transmissiesystemen omvatten een ontvlechtingsregeling overeenkomstig artikel 9 van Richtlijn 2009/73/EG, om ervoor te zorgen dat transmissiesysteembeheerders onafhankelijk van de upstream- en/of de downstreambelangen van hun eigenaars worden beheerd. Om te zorgen voor naleving van de gemeenschappelijke regels voor transmissiesysteembeheerders, voorziet artikel 10 van Richtlijn 2009/73/EG in een zogenaamde certificeringsprocedure, waarbij de nationale energieregulator nagaat of de transmissiesysteembeheerder aan de vereisten van artikel 9 van die richtlijn voldoet. In artikel 11 van Richtlijn 2009/73/EG is bepaald dat, wanneer een (rechts)persoon uit een derde land de zeggenschap over de transmissiesysteembeheerder uitoefent of gaat uitoefenen, laatstgenoemde niet alleen aan artikel 9 van die richtlijn moet voldoen, maar tijdens de certificeringsprocedure ook moet vaststellen dat toekenning van de certificering geen bedreiging vormt voor de energievoorzieningszekerheid van de betrokken lidstaat en de Europese Unie, en dat daarbij onder meer rekening wordt gehouden met de rechten en verplichtingen van de Europese Unie die voortvloeien uit het internationale recht, met inbegrip van overeenkomsten die zijn gesloten met een of meer derde landen waarbij de Europese Unie partij is en waarbij kwesties op het gebied van energievoorzieningszekerheid zijn geregeld.

De Commissie geeft een advies over een ontwerpcertificeringsbesluit dat door de nationale regulator is opgesteld, die vervolgens een definitief certificeringsbesluit goedkeurt waarna de transmissiesysteembeheerder kan worden aangeduid.

1.3 De toepassing van het regelgevend kader op het onderhavige geval

In artikel 9 van Richtlijn 2009/73/EG zijn de algemene beginselen voor ontvlechting vastgesteld, hetgeen inhoudt dat (rechts)personen die de zeggenschap uitoefenen over een transmissiesysteem, niet tegelijk direct of indirect zeggenschap mogen uitoefenen over bedrijven die een van de functies van productie of levering van gas en/of elektriciteit verrichten. SOCAR is een bedrijf dat onder meer aardgas produceert en levert.

Niettemin voorziet artikel 9 ook in de mogelijkheid om alternatieve modellen voor ontvlechting toe te passen, mits aan de voorwaarden van artikel 9, lid 8, wordt voldaan, hetgeen bij DESFA het geval is. DESFA past derhalve de ontvlechtingsvoorwaarden van hoofdstuk IV van Richtlijn 2009/73/EG toe, dat wil zeggen dat het van plan is het zogenaamde model van de onafhankelijke transmissiebeheerder ("ITO-model") toe te passen De toepassing van dit model betekent dat SOCAR, ondanks het feit dat het actief is op het gebied van de productie en levering van gas, zeggenschap kan verwerven over DESFA, mits bij de certificering wordt vastgesteld dat het voldoet aan alle voorwaarden van het ITO-model en daaraan blijft voldoen, zolang het eigenaar van DESFA is.

Op grond van artikel 10, lid 3, van Richtlijn 2009/73/EG moeten transmissiesysteembeheerders de nationale energieregulator kennis geven van iedere geplande transactie op grond waarvan een herevaluatie van de naleving van depwe^ten.vanartikel 9

■romsHffiSE

O n illltl nn a -

RESTREINT UE

van die richtlijn nodig kan zijn. De voorgenomen transactie waarbij SOCAR de zeggenschap verwerft over DESFA vereist dientengevolge een herevaluatie van de naleving van DESFA van, met name, alle voorwaarden in verband met het ITO-model.

SOCAR is gevestigd in en is eigendom van de Republiek Azerbeidzjan. In artikel 11 van Richtlijn 2009/73/EG is bepaald dat de nationale energieregulator (artikel 11, lid 4) en de Commissie (artikel 11, lid 7) in dergelijke gevallen behalve de naleving van artikel 9 door de transmissiesysteembeheerders ook moeten evalueren of het verlenen van certificering een risico vormt voor de energievoorzieningszekerheid van de betrokken lidstaat en de Europese Unie.

In artikel 11 is verder bepaald dat de certificering wordt geweigerd als niet is aangetoond dat de zeggenschap door een (rechts)persoon uit een derde land geen risico vormt voor de energievoorzieningszekerheid van de betrokken lidstaat en de Europese Unie Bij de overweging van die vraag door de nationale energieregulator en de Commissie wordt rekening gehouden met de rechten en verplichtingen van de Europese Unie ten aanzien van dat derde land op grond van internationaal recht, waaronder met een of meer derde landen gesloten overeenkomsten waarbij de Europese Unie partij is en waarin de vraagstukken in verband met energievoorzieningszekerheid aan de orde komen.

In overweging 22 van Richtlijn 2009/73/EG wordt verder de volgende uitleg gegeven: "De zekerheid van de energievoorziening is een essentieel element voor de openbare veiligheid en is daarom inherent verbonden met de efficiënte functionering van de markt voor gas [...]. Functionerende open gasmarkten en met name de netten en andere activa die met de levering van gas verbonden zijn, zijn essentieel voor de openbare veiligheid [...]. Personen uit derde landen mogen bijgevolg alleen zeggenschap over een transmissiesysteem of een transmissiesysteembeheer krijgen, indien zij voldoen aan de eisen van daadwerkelijke scheiding die binnen de Gemeenschap van toepassing zijn. Onverlet haar internationale verplichtingen is de Gemeenschap van oordeel dat de sector van de gastransmissiesysternen van groot belang is voor de Gemeenschap en dat dus extra beschermingsmaatregelen vereist zijn met betrekking tot het in stand houden van de energieleverings- en voorzieningszekerheid van de Gemeenschap, teneinde bedreigingen voor de openbare orde en de openbare veiligheid in de Gemeenschap en het welzijn van de burgers van de Unie te voorkomen. De leverings- en voorzieningszekerheid voor energie in de Gemeenschap noopt met name tot een beoordeling van de onafhankelijkheid van het netbeheer, van de mate waarin de Gemeenschap en de afzonderlijke lidstaten afhankelijk zijn van de levering van energie uit derde landen, alsmede van de behandeling van binnenlandse en buitenlandse handel en investeringen in energie in een bepaald derde land. De leverings- en voorzieningszekerheid moet derhalve worden beoordeeld in het licht van de feitelijke omstandigheden van elk geval, alsmede in het licht van de rechten en verplichtingen uit hoofde van het internationale recht, in het bijzonder de internationale overeenkomsten tussen de Gemeenschap en het betrokken derde land. De Commissie wordt aangemoedigd om in voorkomend geval aanbevelingen te

DECLASSTFTTC

3.

RESTREINT UE


doen om te onderhandelen over toepasselijke overeenkomsten met derde landen waarin de leverings- en voorzieningszekerheid van energie in de Gemeenschap aan bod komt of om daartoe de nodige elementen op te nemen in andere onderhandelingen met deze derde landen."

Op dit moment bestaat er geen overeenkomst tussen de Republiek Azerbeidzjan, enerzijds, en de Europese Unie en/of Griekenland, anderzijds, waarin de kwestie van de energievoorzieningszekerheid aan de orde komt .

1.4 De problemen die in de intergouvernementele overeenkomst aan bod moeten komen

DESFA bezit en beheert het gastransmissienet in Griekenland, alsmede de interconnecties van dit transmissienet met buurlanden, waaronder Turkije en Bulgarije, alsmede met de Revithoussa LNG-terminal. Bovendien kan het DESFA-gastransmissienet in de toekomst worden aangesloten op andere infrastructuur die van belang is voor het transport van gas naar Griekenland alsmede naar andere EU-lidstaten en leden van de Energiegemeenschap, en daartoe bestaan momenteel al concrete plannen. Er kan in dit verband worden gewezen op de geplande Trans-Adriatische pijpleiding waarmee het DESFA-transmissienet zal worden aangesloten op dat van Italië en Albanië en waarmee de interconnectie met Turkije zal worden versterkt, alsmede de interconnectors die zich nog in een vroeger planningsstadium bevinden, zoals de Interconnector Griekenland-Bulgarije ("IGB") die de gastransmissiecapaciteit tussen Griekenland en Bulgarije zal vergroten. Deze interconnecties zijn van invloed op de EU-lidstaten en de leden van de Energiegemeenschap die onmiddellijk met het DESFA-net zijn verbonden, maar ook op die landen die via deze landen van aardgas worden of kunnen worden voorzien, zoals de EU-lidstaten Roemenië, Hongarije en leden van de Energiegemeenschap.

DESFA vervult derhalve een spilfunctie voor de invoer van gas in de EU en voor het transport naar andere lidstaten van de EU en de Energiegemeenschap en daarom is het een strategische infrastructuur die van invloed is op de energievoorzieningszekerheid van de Europese Unie.

4.

Griekenland is via zijn verbinding met Turkije momenteel het enige punt waarlangs in Azerbeidzjan geproduceerd gas, waaronder door SOCAR geproduceerd gas, in de EU


LU

Momenteel zijn de wettelijke instrumenten i) Agreement between the government of the Hellenic Republic and the government of the Republic of Azerbaijan on the promotion and reciprocal protection of investments (overeenkomst tussen de regering van de Helleense Republiek en de regering van de Republiek Azerbeidzjan over de bevordering en wederzijdse bescherming van investeringen -ondertekend op 21 juni 2004, inwerkingtreding op 3 september 2006) ii) Overeenkomst inzake partnerschap en samenwerking tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Azerbeidzjan, anderzijds (ondertekend op 18 mei 2004, inwerkingtreding op 1 november 2005). Geen van deze instrumenten heeft betrekking op het onderwerp van de intergouvernementele overeenkomst.

DECLASSIFIE u 29 JUIN 2015

5.

RESTREINT UE


binnenkomt. De geplande Trans-Adriatische pijpleiding en de upstream aansluitingen daarop zullen het volume Azerbeidzjaans gas dat in de EU kan worden ingevoerd aanzienlijk doen toenemen. Het DESFA-netwerk maakt echter ook de invoer van gas uit andere bronnen mogelijk, waaronder Russisch gas (via Bulgarije), LNG (via de Revithoussa LNG-terminal), en in de toekomst gas uit verschillende bronnen in Italië (via de Trans-Adriatische pijpleiding waarop naar verwachting commerciële en fysieke bidirectionele gasstromen zullen worden aangeboden).

Overwegende dat de ontvlechtingsregels in Richtlijn 2009/73/EG er in principe voor moeten zorgen dat het transmissiesysteem onafhankelijk van de productie- en leveringsbelangen van verwante ondernemingen wordt beheerd, schrijft de derde-landenclausule een aanvullende test voor wanneer een persoon/personen uit een derde land zeggenschap uitoefent/uitoefenen over een transmissiesysteembeheerder. Die test is bedoeld om ervoor te zorgen dat de voorzieningszekerheid van de betrokken lidstaat of de EU niet in gevaar komt.

In het onderhavige geval zou een dergelijk risico onder andere kunnen voortvloeien uit:

(1) de goedkeuring door de Republiek Azerbeidzjan van regeringsbesluiten die het voor SOCAR of DESFA onmogelijk of moeilijk maken om te voldoen aan de eisen van het derde pakket maatregelen, andere relevante EU-wetgeving4 en verplichtingen op grond van het Verdrag, door rechtsonzekerheden of conflicten tussen de EU- en de Azerbeidzjaanse wetgeving;

(2) het ontstaan van rechtsonzekerheid of conflicterende wetgeving waardoor de feitelijke handhaving in het geval van niet-naleving, onder meer door de EU-energieregulators of de EU-gerechtshoven, moeilijk of onmogelijk wordt;

(3) de uitoefening door de Republiek Azerbeidzjan van zijn eigendomsrechten in SOCAR, waardoor SOCAR of DESFA handelen in tegenspraak met de eisen van het derde pakket en andere relevante EU-wetgeving en verplichtingen op grond van het Verdrag;

(4) besluiten door de Republiek Azerbeidzjan, of dreiging daarmee, die de besluiten van de EU over SOCAR of DESFA direct of indirect ondermijnen, waaronder maatregelen of voorwaarden in verband met de levering van aardgas aan de EU.

1.5 De noodzaak van een intergouvernementele overeenkomst

In verband met de hierboven beschreven potentiële risico's wordt de sluiting van een intergouvernementele overeenkomst als noodzakelijk beschouwd om een eventuele certificering mogelijk te maken van DESFA als een onafhankelijke transmissiebeheerder die, via SOCAR, onder de zeggenschap van de Republiek Azerbeidzjan valt, overeenkomstig artikel 11 van Richtlijn 2009/73/EG. De intergouvernementele overeenkomst moet er door middel van een wettelijk afdwingbare overeenkomst volgens internationaal recht voor zorgen

4 Zoals op het gebied van gegevensverwerking en de bescherming van kritieke infrastructuur.

6.

DECLASSIFIE


Kil . - Kil

RESTREINT UE

dat DESFA's uiteindelijke eigenaar, de Republiek Azerbeidzjan, zowel in zijn hoedanigheid als soevereine staat als bij de uitoefening van zijn eigendomsrechten van SOCAR volledig in overeenstemming met het EU-wetgevingskader zal handelen5.

Het onderhavige voorstel voor een besluit van de Raad beoogt maatregelen te nemen "met betrekking tot het in stand houden van de energieleverings- en voorzieningszekerheid van de Gemeenschap, teneinde bedreigingen voor de openbare orde en de openbare veiligheid in de Gemeenschap en het welzijn van de burgers in de Unie te voorkomen6." Daarom is de voorgestelde maatregel erop gericht om mogelijke negatieve gevolgen van de geplande verwerving van DESFA door SOCAR te voorkomen.

2. JURIDISCHE ASPECTEN VAN DE AANBEVELING

2.1 Bevoegdheid van de Europese Unie voor de sluiting van een intergouvernementele overeenkomst

Het onderwerp van het voorstel voor een intergouvernementele overeenkomst valt volledig binnen de werkingssfeer van interne gemeenschappelijke regels:

(1) Richtlijn 2009/73/EG maakt deel uit van het derde energiepakket. In die richtlijn zijn

gemeenschappelijke regels vastgesteld voor de gasmarkt in het algemeen en voor transmissiesysteembeheerders in het bijzonder.

In algemene zin wordt in Richtlijn 2009/73/EG het regelgevend kader vastgesteld voor het beheer van de EU-gasmarkten, met inbegrip van openbaredienstverplichtingen, markttoegangsvergunningen, ontvlechting van transmissiesysteembeheerders en distributiesysteembeheerders, nieuwe infrastructuur, openstelling van de markt, toezicht en rechten en verplichtingen van marktdeelnemers, alsmede het regelgevend kader voor transmissiesysteembeheerders op het gebied van ontvlechting, toegang van derden en investeringen in het net.

Wat meer in het bijzonder de ontvlechting van transmissiesysteembeheerders betreft, zijn in artikel 9, in de artikelen 14, 15 en 16 en in hoofdstuk IV (de artikelen 17 tot en met 23) van Richtlijn 2009/73/EG specifieke voorwaarden vastgesteld voor de toepassing van de regels inzake ontvlechting. Bovendien is in artikel 10 van Richtlijn 2009/73/EG de certificeringsprocedure vastgesteld waarmee de naleving van de ontvlechtingsregels wordt gegarandeerd. Artikel 11 voorziet in een aanvullende procedure die van toepassing is als de eigenaar van het net uit een derde land

6

Voor zover nodig kunnen aan SOCAR in verband met de certificering via andere wettelijke instrumenten soortgelijke voorwaarden worden opgelegd. Overweging 22 van Richtlijn 2009/73/EG.

DECLASSIFIE 1* ?9 JUIN 2015

7.

RESTREINT UE


afkomstig is, en op grond van dat artikel moet worden beoordeeld of certificering de leveringszekerheid in gevaar brengt.

(2) Artikel 8, lid 6, van Verordening (EG) nr. 715/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende de voorwaarden voor de toegang tot aardgastransmissienetten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1775/2005 (de gasverordening)7 voorziet in netcodes waarin vele zaken in verband met de werkzaamheden van transmissiesysteembeheerders in detail zijn geregeld, en artikel 3 van die verordening voorziet in de certificeringsprocedure.

(3) In Richtlijn 2008/114/EG van de Raad van 8 december 2008 inzake de identificatie van Europese kritieke infrastructuren, de aanmerking van infrastructuren als Europese kritieke infrastructuren en de beoordeling van de noodzaak de bescherming van dergelijke infrastructuren te verbeteren8 ("Richtlijn 2008/114/EG") worden gemeenschappelijke regels vastgesteld ten aanzien van maatregelen om kritieke energie-infrastructuur te beschermen.

Aangezien het onderwerp van de voorgenomen intergouvernementele overeenkomst binnen de werkingssfeer van interne gemeenschappelijke regels valt - het criterium op grond waarvan het de exclusieve bevoegdheid van de Europese Unie is om internationale overeenkomsten te sluiten overeenkomstig artikel 3, lid 2, VWEU, zoals geïnterpreteerd door het Hof van Justitie in de ERTA-jurisprudentie9 - heeft de Europese Unie de exclusieve bevoegdheid voor het sluiten van een intergouvernementele overeenkomst met de Republiek Azerbeidzjan, dat erop is gericht dat laatstgenoemde in zijn hoedanigheid van soevereine staat, maar ook bij de uitoefening van zijn eigendomsrechten van SOCAR, volledig in overeenstemming met de EU-regelgevingskaders voor gasmarkten handelt.

Bovendien wordt er met de gesuggereerde inhoud van de intergouvernementele overeenkomst naar gestreefd ervoor te zorgen dat het regelgevende kader van de EU goed wordt toegepast en binnen de EU kan worden afgedwongen. Dientengevolge kan de sluiting van de internationale overeenkomst nodig worden geacht om de Europese Unie in staat te stellen haar interne bevoegdheid uit te oefenen, waarbij artikel 3, lid 2, VWEU een aanvullende rechtvaardiging voor de exclusieve bevoegdheid van de Europese Unie voor de sluiting van een internationale overeenkomst biedt.

8.

PB L 211 van 14.08.2009, blz. 36


PB L 345 van 23.12.2008, blz. 75.

Zaak 22/70 Commissie v Raad [1971] jurispr. 263, betreffende een Europese wegvervoersovereenkomt

(ERTA). Zie ook zaak C-471/98, Commissie v. België ("Open Skies"); Advies 1/03 [2006] jurispr. 1150,

over het Verdrag van Lugano, punt 116 en volgende; Zaak C-45/07, Commissie v Griekenland,

uitspraak van 12 februari 2009, de punten 16 en 17.

DECLASSIFIE Ia ? 9.min ?ni';

9.

RESTREINT UE


2.2 Inhoud van de aanbevolen internationale gouvernementele overeenkomst.

De internationale gouvernementele overeenkomst moet garanties door de Republiek Azerbeidzjan inzake de volgende punten omvatten:

(1) het eigendomsrecht dat SOCAR van DESFA heeft, valt uitsluitend onder EU-wetgeving en de Griekse wetgeving;

(2) De Republiek Azerbeidzjan aanvaardt de exclusieve jurisdictie van de EU-gerechtshoven ten aanzien van de ontvlechtingsregels en andere regelgevingsrechten en -verplichtingen die voorvloeien uit de Griekse en EU-wetgeving inzake DESFA;

(3) Er kan geen sprake zijn van goedkeuring door de Republiek Azerbeidzjan van wetgevende maatregelen die verband houden met SOCAR, noch kan er sprake zijn van uitoefening van de zeggenschap over SOCAR door de Republiek Azerbeidzjan, wanneer die goedkeuring en/of uitoefening resulteren in niet-naleving door SOCAR of DESFA van hun verplichtingen op grond van het EU-recht, met name de uitoefening van de bevoegdheden van de nationale regulator, zoals vastgesteld in de EU-wetgeving, om toezicht te houden op de juridische verplichtingen van DESFA en SOCAR en die af te dwingen;

(4) De Republiek Azerbeidzjan zal de levering van gas naar de EU of de voorwaarden daarvoor niet afhankelijk maken noch proberen te maken van aangelegenheden betreffende de toepassing van Griekse of EU-wetgeving op DESFA.

(5) De Republiek Azerbeidzjan zal alle Griekse en EU-wetgeving van toepassing op DESFA volledig naleven en doen naleven, met inbegrip van de regels betreffende de interne markt van de EU en EU-wetgeving op het gebied van gegevensverwerking en de bescherming van kritieke infrastructuur.

10.

3. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING


De aanbevolen actie heeft geen gevolgen voor de begroting.

11.

ÖECLASSIFIE Ie 2 9 JUIN 2015


RESTREINT UE

12.

Aanbeveling voor een


BESLUIT VAN DE RAAD

waarbij machtiging wordt verleend tot het openen van onderhandelingen over een

Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Azerbeidzjan over een wettelijk

kader voor de zeggenschap over DESFA door SOCAR

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 218, leden 3 en 4,

Gezien de aanbeveling van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Het is de bedoeling van de Staatsoliemaatschappij van de Republiek Azerbeidzjan ("SOCAR"), een in Azerbeidzjan gevestigde onderneming onder de zeggenschap van de Republiek Azerbeidzjan, zeggenschap te verwerven over Hellenic Gas Transmission System Operator S.A. ("DESFA"), de Griekse gastransmissiesysteembeheerder.

(2) In artikel 11 van Richtlijn 73/2009 is bepaald dat in dergelijke gevallen moet worden verzekerd dat de zeggenschap door een persoon of personen uit een of meer derde landen over een transmissiesysteembeheerder geen bedreiging vormt voor de energievoorzieningszekerheid van de Europese Unie

(3) De feiten in het onderhavige geval zijn dat (i) het door DESFA beheerde netwerk een strategische infrastructuur is die de energievoorzieningszekerheid van de Europese Unie beïnvloedt (ii) de Republiek Azerbeidzjan en SOCAR strategische belangen hebben die niet noodzakelijkerwijze in overeenstemming zijn met de doelstelling van de EU-wetgeving op het gebied van gastransmissienetten. Dit roept vragen op met betrekking tot de energievoorzieningszekerheid waarop een antwoord moet worden gegeven.

(4) De zeggenschap over DESFA zal via SOCAR uiteindelijk in handen komen van de Republiek Azerbeidzjan en daarom is het passende wettelijke instrument om de zorgen in het onderhavige geval weg te nemen een intergouvernementele overeenkomst.

(5) Het onderwerp van de intergouvernementele overeenkomst wordt volledig gedekt door de werkingssfeer van de EU-wetgeving. Bovendien is internationale overeenstemming nodig om de Europese Unie in staat te stellen om haar interne bevoegdheid uit te oefenen. Sluiting van een dergelijke intergouvernemente overeenkomst is derhalve de exclusieve bevoegdheid van de Europese Unie.

(6) Er moeten derhalve onderhandelingen worden geopend om een intergouvernementele overeenkomst te sluiten tussen de Europese Unie en de

DECLASSÏFTK

13.

RESTREINT UE


Republiek Azerbeidzjan over een wettelijk kader over de zeggenschap over DESFA door SOCAR, gericht op de verzekering dat de beoogde verwerving de energievoorzieningszekerheid van de Europese Unie niet in gevaar brengt.

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De Commissie wordt hierbij gemachtigd om namens de Europese Unie te onderhandelen over een Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Azerbeidzjan over een wettelijk kader voor de zeggenschap over DESFA door SOCAR

Artikel 2 De onderhandelingsrichtsnoeren worden in de bijlage vastgesteld.

Artikel 3

De onderhandelingen worden gevoerd in overleg met de [door de Raad in te vullen], die in dit geval als speciaal comité optreedt.

Artikel 4 Dit besluit is gericht tot de Commissie.

Gedaan te Brussel,

Voor de Raad

[■■■]

De voorzitter

ÖECLASSIFIE Ie 29 JUIN 2015