Mr. E.M.A. (Elizabeth) Schmitz
PvdA-staatssecretaris van Justitie in het kabinet-Kok I1, die daarmee de moeilijke portefeuille asielbeleid beheerde. Kreeg te maken met de affaire-Gümüs, waarbij een reeds ingeburgerde, maar wel illegaal in ons land verblijvende Turkse familie werd uitgewezen. Regelde als staatssecretaris het geregistreerde partnerschap. Werkte bij de Stichting Samenwerkende Kerk- en Onderwijssecretariaten in Rotterdam. Enige jaren lid van D662 en twee jaar voor die partij lid van de Rotterdamse gemeenteraad en daarna, vanaf 1974, voor de PvdA. Was acht jaar een populair wethouder van sociale zaken. In 1985 werd zij burgemeester van Haarlem. Pragmatische, sociaal voelende bestuurder uit een katholiek middenstandsgezin, die met Rotterdamse tongval sprak. Hartsvriendin van Ien Dales3. Verwoed rookster van sigaartjes.
PvdA
functie(s) in de periode 1994-1998: staatssecretaris
Contents
Elizabeth Maria Alida (Elizabeth)
Place and date of birth
Rotterdam, 20 May 1938
Place and date of death
Eerbeek (gem. Brummen), 31 December 2024 Party/Parties
-
-D'66 (Democraten 1966), until 1974
-
-PvdA (Partij van de Arbeid), from 1974
-
-lid gemeenteraad van Rotterdam, from 3 September 1974 until 7 September 1982 (voor de PvdA)
-
-wethouder (van sociale zaken, volksgezondheid en minderheidsgroepen) van Rotterdam, from 3 September 1974 until 7 September 1982
-
-burgemeester van Haarlem, from 16 February 1985 until 3 August 1994
-
-staatssecretaris van Justitie (belast met onder meer het vreemdelingen- en asielbeleid, personen- en familierecht, jeugdberscherming, kansspelen, rechtshulp en nationaliteit), from 22 August 1994 until 3 August 1998
-
-rechter-plaatsvervanger (Arrondissements)rechtbank te Zwolle, from 1999 until 2008
-
-rechter-plaatsvervanger, rechtbank te Zutphen, from 2004 until 2008
Responsibilities as statesecretary
-
-Was als staatssecretaris belast met zaken op het terrein van 1. het vreemdelingenbeleid met inbegrip van de opvang van asielzoekers tot de statusverlening; 2. personen- en familierecht; 3. juegdbescherming; 4. kansspelen; 5. rechtshulp; 6. nationaliteit en burgerlijke staat; 7. notariaat en deurwaarders. Alles met inbegrip van de daarbij behorende wetgeving, tenzij de minister anders bepaalde.
U ziet een selectie van de loopbaan. In de uitgebreide versie is de gehele loopbaan in te zien.
In de uitgebreide versie is een overzicht van partijpolitieke functies opgenomen.
-
-ombudsman voor zorgverzekeringszaken, from 1 February 2000 until September 2010
-
-vicevoorzitter Stichting Zwerfkinderen Mozambique, from 2000 until 2009
-
-lid AIV (Adviesraad Internationale Vraagstukken), from 2001 until January 2006
-
-voorzitter Adviescollege leden selectiecommissie rechterlijke macht, from 2005
U ziet een selectie van de nevenfuncties. In de uitgebreide versie is een overzicht van nevenfuncties in te zien.
In de uitgebreide versie is een overzicht van de opleiding(en) opgenomen.
Policy-making activities as minister (5/7)-
-Bracht in 1995 de Nota "Kansspelen herijkt" uit. Hierin wordt een aanscherping van het kansspelbeleid aangekondigd. Dat is onder meer nodig om de toename van gokverslaving tegen te gaan. Er komt geen verruiming van het bestaande aanbod van legale kansspelen en reclame voor kansspelen wordt ingeperkt. Automaten moeten verdwijnen uit cafetaria's en snackbars, en moeten zo zijn ingericht dat 'doorspelen' wordt bemoeilijkt. Een belangrijke rol daarbij krijgt het op 1 januari 1996 ingestelde College van toezicht op de kansspelen, dat als toezichthoudend orgaan optreedt. (24.557)
-
-Bracht in 1996 de notitie "Asiel in Nederland, werken aan een evenwichtig beleid" uit. Hierin wordt gesteld dat het op orde krijgen van de uitvoering van het asielbeleid prioriteit heeft. Achterstanden moeten worden ingelopen en de procedures moeten worden verkort, zowel bij de IND als bij de vreemdelingenkamer van de rechtbanken. (19.637)
-
-Bracht in 1997 de notitie 'Terugkeerbeleid van vreemdelingen' uit. Bij het vreemdelingen- en asielbeleid zal consequent worden vastgehouden aan het centrale uitgangspunt: 'niet toelaten betekent terugkeren'. In de praktijk levert terugkeer problemen op, onder meer door het ontbreken van reis- en identiteitsdocumenten en omdat autoriteiten niet meewerken. Ook duurt de procedure lang, waardoor uitgeprocedeerde vreemdelingen ingeburgerd zijn geraakt. De asielzoekende vreemdeling moet er direct op worden gewezen dat de uitkomst van de asielprocedure kan zijn: toelating, tijdelijk verblijf of afwijzing en gedwongen vertrek. Vrijwillige terugkeer wordt als meest wenselijke optie gezien en zal worden gestimuleerd. In ieder IND-district komt een terugkeerteam dat verantwoordelijk is voor de uitvoering van het terugkeerbeleid. Bij weigering tot medewerking wordt (in principe) de opvang beëindigd, maar er wordt rekening gehouden met humanitaire aspecten. Er komt geen gesloten opvang, zoals vreemdelingenbewaring. Bij onmogelijkheid tot terugkeer kan een voorwaardelijke vergunning tot verblijf worden verleend. (25.386)
-
-Kreeg in 1997 steun van de Tweede Kamer voor haar beslissing om de in Amsterdam als "witte illegaal" wonende Turkse familie Gümüs geen verblijfsvergunning te geven (25.453)
-
-Diende 1997 een wijziging van de Vreemdelingenwet in, waardoor een beperkte vorm van hoger beroep in vreemdelingenzaken zou worden ingevoerd. Het voorstel werd in 2000 ingetrokken, vanwege de algehele herziening van de Vreemdelingenwet. (25.829)
Legislative activities as minister (5/13)
-
-Bracht in 1997 een wettelijke regeling (Stb. 324) voor de registratie van niet-huwelijkse samenlevingsvormen tot stand (het zgn. geregistreerde partnerschap). Ook mensen van het zelfde geslacht kunnen hun samenleving laten registreren. Het wetsvoorstel was in 1994 ingediend door minister Kosto. (23.761)
-
-Bracht in 1997 een wijziging (Stb. 506) van onder meer Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek tot stand in verband met invoering van gezamenlijk gezag voor een ouder en zijn partner en van gezamenlijke voogdij. Een partner die samen met een ouder, die alleen het gezag heeft over zijn/haar kind en dit kind opvoedt, kan medevoogdij krijgen. Doel is het geven van juridische bescherming aan de partner zonder afstammingsrecht. (23.714)
-
-Bracht in 1998 samen met staatssecretaris De Grave een wijziging (Stb. 203) van de Vreemdelingenwet tot stand over de aanspraak van vreemdelingen op verstrekkingen, voorzieningen, uitkeringen, ontheffingen en vergunningen (de zogenoemde Koppelingswet) tot stand. De aanspraak van vreemdelingen op (sociale) voorzieningen wordt gekoppeld aan het rechtmatig verblijf van de vreemdeling in Nederland. Illegalen worden in principe uitgesloten voor deze voorzieningen, om de schijn van legaliteit voor niet-toegelaten vreemdelingen te voorkomen en uitzetting van hen te bevorderen. (24.233)
-
-Bracht in 1998 de Wet regeling omtrent sanering van schulden van natuurlijke personen (Stb. 445) tot stand. Deze wet moet ervoor zorgen dat iemand niet jaren achtereen met een schuldenlast blijft zitten en dat eerder tot minnelijke schikking wordt overgegaan. Ook schuldsanering wordt eenvoudiger. Het wetsvoorstel was in 1992 ingediend door staatssecretaris Kosto. (22.969)
U ziet een selectie van activiteiten. In de uitgebreide versie is het gehele overzicht van activiteiten in te zien.
algemeen-
-'Overleefde' in november 1997 samen met staatssecretaris Patijn een motie van afkeuring van de oppositie n.a.v. het onjuist en onvolledig informeren van de Kamer over de monitoring van teruggezonden Iraanse vluchtelingen. Zij was er door haar ambtenaren niet van op de hoogte gebracht, dat die monitoring al in december 1996 was stopgezet.
Private life
-
-Als enig meisje in een katholiek gezin van vijf kinderen kreeg zij niet de gelegenheid om te studeren. Zij deed haar rechtenstudie later in avond- en weekenduren.
-
-Haar broer Ben was bestuurder van de KRO en van 1981 tot 1991 voorzitter van die omroeporganisatie
-
-Weigerde in 1970 een benoeming tot chef de bureau van het bisdom Rotterdam vanwege benoeming van A.J. Simonis tot bisschop
-
-Toof Brader en Marja Vuijsje, "Haagse portretten. Tweede-Kamerleden, ministers, staatssecretarissen" (1995)
-
-Mark Kranenburg, "Ze laveerde tussen regels en barmhartigheid", NRC Weekend,8 en 9 maart 2025
In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.
Speciaal voor de verkiezingen voor de Tweede Kamer zijn de biografieën van alle kansrijke (volgens de peilingen) kandidaten in uitgebreide vorm raadpleegbaar op parlement.com.
Voor de overige ruim 5000 biografieën geldt het volgende:
In het digitale biografisch archief van de Stichting PDC, partner van het Montesquieu Instituut, is een uitgebreide versie aanwezig met bijvoorbeeld partijpolitieke functies, maatschappelijke nevenfuncties, parlementaire activiteiten, opleiding en wetenswaardigheden. Voorlopig is het beschikbaar stellen van uitgebreide biografieën, en/of daarop gebaseerde statistische gegevens, opgeschort. Wilt u een uitgebreide biografie inzien? Laat het ons weten als u daar belangstelling voor heeft.
- 1.Aan dit eerste 'paarse' kabinet namen PvdA, VVD en D66 deel. Het werd op 22 augustus 1994 gevormd na de Tweede Kamerverkiezingen van 1994. De kleur paars refereerde aan de vermenging van het rood van de PvdA en het blauw van de VVD. PvdA-leider Wim Kok, minister van financiën en vicepremier in het voorgaande kabinet-Lubbers III, werd premier.
- 2.Democraten 66 (D66) is een hervormingsgezinde sociaal-liberale partij. De huidige politiek leider is Rob Jetten. De partij werd opgericht op 14 oktober 1966 door 44 'homines novi', waarvan er 25 eerder bij andere politieke partijen actief waren geweest. Belangrijkste initiatiefnemer en voorman (tot 1998) was de oud-journalist Hans van Mierlo.
- 3.Kordate, sociaal bewogen en onconventionele PvdA-politica. Begon haar loopbaan bij het christelijke vormingsinstituut 'Kerk en Wereld' en was later directeur van de sociale dienst in Rotterdam. Als staatssecretaris onder Den Uyl in het kabinet-Van Agt II medeverantwoordelijk voor fel bekritiseerde plannen om de Ziektewet te versoberen. Na vijf jaar Tweede Kamerlidmaatschap werd zij burgemeester van Nijmegen. Dat ambt verruilde zij in 1994 voor het ministerschap van Binnenlandse Zaken in het kabinet-Lubbers III. Zette in op een beleid van 'sociale vernieuwing' en bracht samen met Hirsch Ballin een nieuwe Politiewet en antidiscriminatiewetgeving tot stand. Bestuurder op hoofdlijnen, die goed leiding kon geven. Had soms een wat moeizame relatie met het parlement, omdat zij niet altijd wenste in te gaan op detailkritiek. Werd door volkomen zichzelf te blijven een populair politica.