Mr. W.F. (Wim) Schokking - Main contents
Amsterdamse wethouder van volksgezondheid, die in 1948 minister van Oorlog en van Marine werd in het Kabinet-Drees I i. Charmante man, die oprechte belangstelling had voor het wel en wee van de militairen en vaak aanwezig was bij de ontscheping van gerepatrieerde militairen. Moest de Nederlandse defensie aanpassen aan de samenwerking in het Atlantisch bondgenootschap. Toen daarover te lang onzekerheid bleef bestaan, lieten KVP, VVD en ARP weten geen vertrouwen te hebben in zijn verdere plannen. Hij trad hierop af. Kon feitelijk niet op tegen Lieftinck en de chef van de generale staf Kruls. Werd na zijn aftreden lid van de Raad van State. Had grote culturele interesse.
CHU
functie(s) in de periode 1948-1960: minister, lid Raad van State
Contents
Willem Frederik (Wim)
Place and date of birth
Amsterdam, 14 August 1900
Place and date of death
Amsterdam, 5 July 1960 Party/Parties
CHU (Christelijk-Historische Unie)
-
-lid tijdelijke gemeenteraad van Amsterdam, from 21 November 1945 until 2 September 1946
-
-wethouder (van openbare gezondheid en ziekenhuiswezen) van Amsterdam, from 21 November 1945 until 7 August 1948
-
-lid gemeenteraad van Amsterdam, from 2 September 1946 until 7 August 1948
-
-minister van Oorlog, from 7 August 1948 until 16 October 1950
-
-minister van Marine ad interim, from 7 August 1948 until 14 May 1949
-
-minister van Marine, from 14 May 1949 until 16 October 1950
-
-lid Raad van State, from 15 February 1951 until 5 July 1960 (benoemd bij K.B. van 2 februari 1951)
Internment
geïnterneerd gijzelaarskamp te Sint-Michielsgestel, from 4 May 1942 until 17 December 1942
U ziet een selectie van de loopbaan. In de uitgebreide versie is de gehele loopbaan in te zien.
In de uitgebreide versie is een overzicht van partijpolitieke functies opgenomen.
-
-lid Commissie kerk en overheid (na ministerschap)
-
-voorzitter Prins Bernhardstichting
Derived functions (2/4)
-
-lid afdeling Economische Zaken (Raad van State)
-
-lid afdeling geschillen van bestuur (Raad van State)
U ziet een selectie van de nevenfuncties. In de uitgebreide versie is een overzicht van nevenfuncties in te zien.
In de uitgebreide versie is een overzicht van de opleiding(en) opgenomen.
Policy-making activities as minister-
-Was verantwoordelijk voor de uitzending van Nederlandse militairen naar Nederlands-Indië en vanaf 1949 voor hun repatriëring
-
-Bracht in juni 1950 een nota uit over het Nederlandse defensiebeleid in samenhang met de Westerse en Atlantische militaire samenwerking. Er moeten parate, beschikbare en binnen enkele dagen mobilisabele strijdkrachten komen voor de eerste fase van een oorlog. Nederland moet naar vermogen deelnemen aan de verdediging van de grote zeeroutes en daarvoor is een parate zeemacht onontbeerlijk. De Nederlandse krijgsmacht moet meewerken aan a. het tegenhouden van vijandelijke strijdkrachten, ook wanneer zij door de lucht komen; b. het bestrijden van luchtstrijdkrachten van de vijand; c. het openhouden en beschermen van havens en zeeverbindingen; d. zorgen dat het achterland rustig blijft. De militaire opleiding moet meer op toepassing van nieuwe technieken worden gericht en de dienstplicht kan niet worden verkort. Ook de defensie van de overzeese rijksdelen verdient aandacht. Het vrijmaken van middelen voor defensie is een plicht, maar die middelen moeten wel efficiënt worden besteed. Defensieorders moeten zoveel mogelijk bij de eigen industrie worden geplaatst. (1.672, nr. 11)
Legislative activities as minister
-
-Bracht in 1950 samen met minister Drees (minister van Buitenlandse Zaken a.i.) een wet tot stand tot Goedkeuring van het Verdrag tot wederzijdse hulpverlening inzake de verdediging tussen Nederland en de Verenigde Staten, ondertekend te Washington op 27 januari 1950 (1.545)
-
-Stemde op 14 december 1948 in de ministerraad met Götzen en de KVP-ministers vóór het direct starten van een militaire actie tegen de Republiek Indonesië.
-
-Kreeg te maken met kritiek op zijn plannen inzake de opbouw van de Nederlandse defensie, de omschakeling naar militaire samenwerking in West-Europa en de toekomst van de Marine. Moest het midden zien te vinden tussen de eisen van de legerleiding (o.l.v. Kruls) en de beperkte financiële middelen (met Lieftinck als zijn voornaamste tegenspeler). Bovendien bleek er het nodige te schorten aan de admnistratie bij de krijgsmacht.
-
-Bood op 12 oktober 1950 zijn ontslag aan, omdat de meerderheid (KVP, ARP en VVD) van de Tweede Kamer vanwege zijn weinig doortastende beleid impliciet het vertrouwen in hem opzegde en hij ook het vertrouwen van zijn collega's in het kabinet had verloren. In de zomer van 1950 zegde de KVP-fractie bij monde van woordvoerder Fens op termijn (vier maanden) het vertrouwen op (het vertrouwen kon alleen worden hersteld als de minister een duidelijker koers zou varen). Regeringspartij VVD drong al langer op zijn vervanging aan. Nadat ook de Eerste Kamer zeer kritisch was in het voorlopig verslag over de begroting van Oorlog besloot hij af te treden.
Private life
-
-Was actief in de illegaliteit
Anecdotes and citations
-
-Toen hij in 1948 door formateur Beel werd benaderd voor een ministerschap, vroeg hij hem of hij zijn broer mocht meenemen, zodat zij hun beider visie op de dekolonisatiepolitiek konden uiteenzetten. Beel deelde hem afgemeten mee dat hij niet de hele familie had uitgenodigd.
-
-J.W.L. Brouwer, "Miljarden voor defensie?", in: P.F. Maas en J.M.M.J. Clerx (eds.), "Het kabinet-Drees-Van Schaik 1948-1951. Koude Oorlog, dekolonisatie en integratie" (Band C), 221-225
-
-J.W.L. Brouwer, "Schokking, Willem Fredrik (1900-1960)", in: Biografisch Woordenboek van Nederland, deel V, 464
-
-R.M. Gutjahr, scriptie basisdoctoraal, RU Leiden (1982)
-
-P. Hofland, "Leden van de raad. De Amsterdamse gemeenteraad 1814-1941"
Biografisch Woordenboek(en)
biografie opgenomen in het Biografisch Woordenboek van Nederland
In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.
Speciaal voor de verkiezingen voor de Tweede Kamer zijn de biografieën van alle kansrijke (volgens de peilingen) kandidaten in uitgebreide vorm raadpleegbaar op parlement.com.
Voor de overige ruim 5000 biografieën geldt het volgende:
In het digitale biografisch archief van de Stichting PDC, partner van het Montesquieu Instituut, is een uitgebreide versie aanwezig met bijvoorbeeld partijpolitieke functies, maatschappelijke nevenfuncties, parlementaire activiteiten, opleiding en wetenswaardigheden. Voorlopig is het beschikbaar stellen van uitgebreide biografieën, en/of daarop gebaseerde statistische gegevens, opgeschort. Wilt u een uitgebreide biografie inzien? Laat het ons weten als u daar belangstelling voor heeft.