European Commission (EC)

The European Commission is the executive body of the EU and runs its day-to-day business. It is made up of the College of Commissioners, 27 European Commissioners, one for each member state, who are each responsible for one or several policy areas. In addition, the 'Commission' also refers to the entire administrative body that supports the Commissioners, consisting of the Directorates-General and the Services.

The European Commission is the sole EU body capable of proposing new legislation. The Commission also performs an oversight function, monitoring whether European legislation is properly implemented in the member states. In the event of non-compliance, the Commission can coerce a member state to comply by starting a legal procedure at the European Court of Justice.

Besides this, the Commission represents the EU in negotiations in international organisations such as the World Trade Organisation concerning the Union's trade relations with countries outside the EU. It holds this function so that it can monitor for any unauthorized state support by foreign governments to European companies, which would jeopardize Europe's competitive position. Finally, the Commission is responsible for managing the European budget of approximately 150 billion euros yearly.

The current von der Leyen Commission assumed office on the 2nd of December 2019.

The separation of powers between the three most important institutions of the European Union can be summarized in broad strokes: the European Commission proposes new legislation and regulation, the European Parliament debates these and can propose amendments, following which Parliament and the Council of the European Union¹ jointly finalise a decision. The European Court of Justice watches over the integrity of these decisions. Its rulings hold priority over the legislation of member states.

The Commission has five main tasks:

• - 

  Legislative initiative

  The European Commission is the sole holder of the right of legislative initiative within the EU. It formulates draft legislation for various areas of EU policy, but mainly in the internal market, economic coordination, justice and internal affairs, transport, industry, social and employment policy, agriculture, environment, energy, regional development, trade relations and development aid.

• - 

  Enforcing European legislation

  The Commission is tasked with monitoring whether EU-legislation is properly implemented in the member states. It may refer infractions or negligence to the European Court.

  The most prominent area of EU policy enforced by the Commission is competition in the internal market. The Commission determines whether major corporate fusions and take-overs contribute to a dangerous extent to monopoly-formation, and monitors whether member states offer unjustified state aid to industry.

• - 

  Executive power

  The European Commission acts as the representative of the EU on the world stage, in conferences of groups such as the World Trade Organisation.

  Furthermore, the Commission handles the day-to-day runnings of many programs in the areas of education (such as Erasmus², Comenius³ and Da Vinci), development aid and humanitarian aid.

• - 

  Managing the budget

  The Commission is responsible for administration of the communal EU-budget, under oversight of the European Court of Auditors⁴.

• - 

  Publishing advice and recommendations

The European Commission consists of 27 members, together referred to as the College of Commissioners, and a sizeable administrative office. Each Commissioner heads one or more directorates-general⁵, which in turn cover one or more areas of policy.

A position created in the Juncker Commission, the Vice Presidents⁶ have a special role. Each heads a project team, covering a cluster of closely connected policy areas, which can block proposals by other Commissioners.

The Commission generally meets once a week in Brussels, on Wednesday. At these meetings, each Commissioner explains the items on the agenda related to their area of policy. Decisions are made by the 27 members of the Commission by unqualified majority vote. Once a decision has been made, it is integral to Commission policy.

• - 

  Eurocommissioners. The 27 members of the European Commission hold their office for a five-year term, and can be re-elected. The President of the College of Commissioners is Ursula von der Leyen⁷ (Germany), since December 2019.
• - 

  Directorates-general. There are 'political' directorates-general, directorates-general for foreign relations and several for general and internal services of the Commission.

  • Overview of the directorates-general and the services⁸
• - 

  Internal organisation. The European Commission employs around 37.500 civil servants, making it the largest EU institution by far.

The legal foundations for the European Commission and its powers are codified in the Treaty on European Union⁹ (also known as the Maastricht Treaty) and the Treaty on the Functioning of the European Union¹⁰.

• - 

  General role and purpose: TEU title II, articles 13¹¹, 17¹².
• - 

  Composition and organisation: TFEU part six, title I, Chapter 1, section four (articles 244-250)
• - 

  Dismissal upon rejection: TFEU part six, Title I, Chapter 1, first part of article 234¹³.

Fact sheet by the European Parliament

• 1. 

  In the Council, government ministers from each EU country meet to discuss, amend and adopt laws, and coordinate policies. The ministers have the authority to commit their governments to the actions agreed on in the meetings.
  Together with the European Parliament , the Council is the main decision-making body of the EU.
  Not to be confused with:
   
• 2. 

  Erasmus was een subsidieprogramma voor het honger wetenschappelijk- en beroepsonderwijs. Het programma probeerde onder andere de mobiliteit van studenten en docenten, en de samenwerking tussen onderwijsinstellingen in Europa te verbeteren. Het programma liep tot eind 2013.
   
• 3. 

  Comenius was een programma dat tot doel had ondersteuning te bieden aan het basis- en voortgezet onderwijs in Europese lidstaten. Specifiek richtte het programma zich op het bijbrengen van de waarde van verschillende Europese culturen aan jongeren en docenten. Daarnaast bood het programma ondersteuning aan jongeren op het gebied van de ontwikkeling van de basisvaardigheden die nodig zijn om een actieve rol in de maatschappij in te kunnen vervullen.
   
• 4. 

  As the EU's independent external auditor, the European Court of Auditors (ECA) looks after the interests of EU taxpayers. It does not have legal powers, but works to improve the European Commission's management of the EU budget and reports on EU finances.
  What does the ECA do?
   
• 5. 

  Directoraten-generaal (DG's) zijn de grootste zelfstandige eenheden binnen het ondersteunend apparaat van de Europese Commissie. De directoraten-generaal zijn onderverdeeld in directoraten, die weer zijn onderverdeeld in administratieve eenheden. Daarnaast zijn er nog een aantal diensten, zoals de Juridische dienst.
   
• 6. 

  De voorzitter van de Europese Commissie mag binnen de Commissie vicevoorzitters benoemen. Tot 2014 waren dit vooral erefuncties. Sinds het aantreden van de Commissie-Juncker (2014) bekleden de vicevoorzitters een belangrijke positie. Zij coördineren het werk van de andere eurocommissarissen in een aantal teams, ingedeeld op beleidsthema's.
   
• 7. 

  Jean-Claude Juncker (1945) is the president of the European Commission. Juncker is a member of the Luxembourg party Christian Social People's Party (CVP), which is aligned with the European People's Party. Juncker server as prime minister of Luxembourg for nearly twenty years.
   
• 8. 

  Deze Europese Commissie was in functie van 1 november 2014 tot 1 december 2019 en volgde de Commissie-Barroso II op. Voorzitter was de Luxemburgse oud-premier Jean-Claude Juncker. De Nederlandse Frans Timmermans was één van de vicevoorzitters en was belast met betere regelgeving, relaties met de Europese instellingen, rechtsregels, fundamentele rechten en duurzame ontwikkeling.
   
• 9. 

  In dit verdrag staan de waarden waar de Europese Unie en alle lidstaten zich aan moeten houden, en de belangrijkste doelstellingen van de Europese Unie. Dit verdrag vormt samen met het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie de basis van de Europese Unie.
   
• 10. 

  Het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VwEU) is een gewijzigde versie van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (EG). De gewijzigde versie is in 2009 van kracht geworden. In het VwEU staat wat de bevoegdheden zijn van de Europese Unie, en op welke manier de Europese Unie die bevoegdheden kan uitoefenen. Dit verdrag vormt samen met het Verdrag betreffende de Europese Unie de basis van de Europese Unie.
   
• 11. 

  1. De Unie beschikt over een institutioneel kader, dat ertoe strekt haar waarden uit te dragen, haar doelstellingen na te streven, haar belangen en de belangen van haar burgers en van de lidstaten te dienen, en de samenhang, de doeltreffendheid en de continuïteit van haar beleid en haar optreden te verzekeren.
   
• 12. 

  1. De Commissie bevordert het algemeen belang van de Unie en neemt daartoe passende initiatieven. Zij ziet toe op de toepassing van zowel de Verdragen als de maatregelen die de instellingen krachtens deze Verdragen vaststellen. Onder de controle van het Hof van Justitie van de Europese Unie ziet zij toe op de toepassing van het recht van de Unie. Zij voert de begroting uit en beheert de programma's. Zij oefent onder de bij de Verdragen bepaalde voorwaarden coördinerende, uitvoerende en beheerstaken uit. Zij zorgt voor de externe vertegenwoordiging van de Unie, behalve wat betreft het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid en de andere bij de Verdragen bepaalde gevallen. Zij neemt de initiatieven tot de jaarlijkse en meerjarige programmering van de Unie om interinstitutionele akkoorden tot stand te brengen.
   
• 13. 

  Wanneer aan het Europees Parlement een motie van afkeuring betreffende het beleid van de Commissie wordt voorgelegd, kan het Europees Parlement zich over deze motie niet eerder uitspreken dan ten minste drie dagen nadat de motie is ingediend en slechts bij openbare stemming.