De aanwezigheid van prinsen en prinsessen op Prinsjesdag
Op Prinsjesdag1 wordt de troonrede2 voorgelezen en het nieuwe parlementaire jaar geopend. Vaak waren behalve de koning(in) andere leden van het koninklijk huis aanwezig. De zonen van koning Willem III bleven echter soms weg. De dochter(s) van de koninginnen Wilhelmina en Juliana en zonen van koningin Beatrix waren wel vaak aanwezig.
Prinses Margriet en haar man, Pieter van Vollenhoven, waren tot en met 2012 altijd bij de plechtigheid aanwezig. De andere zussen van koningin Beatrix, prinses Irene en prinses Christine, zijn nadat zij geen parlementaire toestemming voor hun huwelijk hadden gevraagd en daarmee hun rechten op de troon hadden verspeeld niet meer aanwezig geweest.
De echtgenotes van Willem I en Willem II (koningin Wilhelmina en koningin Anna Paulowna) waren nooit aanwezig. De prins-gemalen van koninginnen daarentegen wel, evenals de echtgenoten van kinderen van de regerende vorstin. Koning Willem-Alexander3 wordt sinds zijn aantreden in 2013 begeleid door zijn vrouw koningin Máxima4 en door zijn broer en schoonzus prins Constantijn en prinses Laurentien. In 2022 was zijn oudste dochter aanwezig en in 2023 zijn twee oudste dochters.
Contents
Bij de allereerste opening van de Staten-Generaal5 (die toen nog maar uit één Kamer bestond) op 2 mei 1814 was niet alleen de vorst Willem I aanwezig, maar ook zijn tweede zoon prins Frederik. De kroonprins, de latere Willem II, was toen afwezig.
Tussen 1815 en 1848 was het gebruikelijk dat zonen en broers van de koning aanwezig waren op Prinsjesdag. Onder Willem I6 gingen de kroonprins (de Prins van Oranje) en diens broer, prins Frederik7, met hun vader mee in een koets. In 1838 voegde zich ook de kleinzoon van Willem I, de latere koning Willem III, bij hen. Weer een jaar later zijn was ook zijn tweede kleinzoon prins Alexander erbij.
Koning Willem II8 ging gedurende zijn gehele regeerperiode te paard naar het Binnenhof, waarbij hij meestal werd vergezeld door zijn oudste zoon, de prins van Oranje. In 1842 kwamen zelfs alle drie de zonen (Willem, Alexander en Hendrik) en de broer van de koning, prins Frederik, te paard.
De eerste keer dat Willem III9 de troonrede voorlas, in september 1849, werd die gebeurtenis bijgewoond door zijn echtgenote en twee zoontjes. Koningin Sophia en de prinsen Willem (9 jaar) en Maurits (6 jaar) zaten echter niet in de zaal, maar volgden de plechtigheid vanuit een loge.
Nadat prins Willem10 (de Prins van Oranje) in 1858 meerderjarig werd, zat hij wel naast zijn vader in de zaal. In 1874 gold dat eveneens voor de in dat jaar meerderjarig geworden prins Alexander11. Deze laatste zou daarna nog eenmaal, in 1876, aanwezig zijn. Vanaf 1879 weigerde Alexander, die na het overlijden van zijn broer Prins van Oranje was geworden, naar de opening te komen. Hij voerde daarvoor als reden aan dat hij nog te geschokt was door de dood van zijn moeder (in 1877) en van zijn broer (in 1879).
Prins Willem had tussen 1876 en 1879 overigens ook al verstek gaan, omdat hij zich in Parijs had gevestigd. Hij had ruzie met zijn vader, omdat die hem toestemming weigerde voor een huwelijk met jonkvrouw Mathilde van Limburg Stirum.
Na de dood van Willem III in november 1890 werd de troonrede zeven jaar voorgelezen door koningin-regentes Emma12. Emma was in september 1891 dus de eerste vrouw die in de zaal aanwezig was bij de plechtigheden. Zij liet zich in 1897 vergezellen door de toen nog minderjarige koningin Wilhelmina13. Nadat die in 1898 gerechtigd was het koningschap op zich te nemen, ging haar moeder mee naar de Balzaal en vanaf 1904 naar de Ridderzaal (de laatste keer in 1932).
In 1901 woonde prins Hendrik14, die in januari van dat jaar met koningin Wilhelmina was getrouwd, de opening van de Staten-Generaal bij. Hij zou dat elk jaar tot zijn dood in 1934 blijven doen.
Vanaf 1927 was ook prinses Juliana15 aanwezig op het podium in de Ridderzaal, nadat zij in april van dat jaar meerderjarig was geworden. In 1938 ging prins Bernhard16, die in januari van dat jaar met Juliana in het huwelijk was getreden, mee naar de Ridderzaal.
Wilhelmina zou na haar abdicatie17 in 1948 niet meer verschijnen op Prinsjesdag.
De dochters van koningin Juliana waren vanaf het moment dat zij meerderjarig waren, vaak aanwezig op Prinsjesdag. Beatrix18 voor het eerst in 1956, Irene in 1958, Margriet in 1961 en Christina in 1965. Nadat Irene in 1964 zonder toestemming van de Staten-Generaal een huwelijk was aangegaan, kwam hieraan voor de prinses een einde.
Prins Claus19 en Pieter van Vollenhoven, woonden als echtgenoten van prinses Beatrix en van prinses Margriet, vanaf respectievelijk 1965 en 1967 Prinsjesdag bij.
Tot en met 2000 vergezelde Prins Claus zijn echtgenote, behalve in 1991 toen gezondheidsredenen dat verhinderde. Ook in 2001 en 2002 moest prins Claus wegens zijn gezondheid verstek laten gaan. Op Prinsjesdag 2002 werd prins Claus 's middags in het AMC te Amsterdam opgenomen. Daar stierf hij een kleine drie weken later op 6 oktober.
Vanaf 1985 woonde prins Willem-Alexander de gebeurtenissen op Prinsjesdag bij. In dat jaar werd hij namelijk meerderjarig. Een enkele maal kon hij vanwege studie of dienstplicht niet aanwezig zijn. Ook prins Constantijn was meestal present. Totdat prins Johan Friso in 2003 zonder toestemming van de Staten-Generaal met Mabel Wisse Smit trouwde, was ook hij af en toe aanwezig.
Prinses Margriet en haar man, Pieter van Vollenhoven, waren er eveneens ieder jaar bij.
In 2001 was prinses Laurentien, die dat jaar met prins Constantijn was getrouwd, als eerste aangetrouwde dochter van een regerend vorst(in) aanwezig in de Ridderzaal. In 2002 woonde prinses Máxima voor het eerst Prinsjesdag bij.
Koning Willem Alexander werd in 2013 begeleid door zijn vrouw koningin Maxima en door zijn broer en schoonzus prins Constantijn en prinses Laurentien. Voor het eerst zat er een echtgenote naast de koning op het podium. Prinses Beatrix, prinses Margriet en Pieter van Vollenhoven waren er niet meer bij. Sindsdien is koningin Máxima ieder jaar op Prinsjesdag aanwezig geweest.
Prinsjesdag 2022 was de eerste keer dat kroonprinses Amalia aanwezig was; in 2023 was prinses Alexia voor de eerste keer aanwezig.
Meer over
- 1.De derde dinsdag van september is het Prinsjesdag. Normaal gesproken reed de koning op die dag in de Glazen Koets naar het Binnenhof en las in de Ridderzaal de troonrede voor. Zolang de verbouwing van het Binnenhof gaande is, is de Koninklijke Schouwburg in Den Haag tot ten minste eind 2028 de plaats waar de Verenigde Vergadering van Eerste en Tweede Kamer plaatsvindt en de troonrede wordt voorgelezen. In de troonrede staan de plannen van de regering voor het komende jaar.
- 2.De troonrede is de rede die de Koning jaarlijks op de derde dinsdag van september (Prinsjesdag) voorleest. Hij geeft in de troonrede een uiteenzetting van het regeringsbeleid voor het komende jaar. De Koning schrijft de tekst van de troonrede niet zelf; dat doen de ministers. Het voorlezen van de troonrede vloeit voort uit artikel 65 van de Grondwet.
- 3.Koning Willem-Alexander bekleedt sinds 30 april 2013 het koningschap. Hij werd in 1967 geboren als oudste zoon van prinses Beatrix en prins Claus. Hij volgde onder meer een opleiding aan het Atlantic College in Wales en bij de Nederlandse Marine en studeerde geschiedenis in Leiden. De koning was bestuurslid van het Internationaal Olympisch Comité en was actief op het gebied van internationaal watermanagement. Sinds 2002 is hij gehuwd met de in Argentinië geboren Máxima Zorreguieta. De koning heeft drie dochters, van wie prinses Catharina-Amalia (de Prinses van Oranje) de vermoedelijke troonopvolgster is. Hij staat bekend als sportief, spontaan en open en ziet samenbinden, vertegenwoordigen en aanmoedigen als belangrijkste taken.
- 4.Máxima Zorreguieta is sinds 2 februari 2002 echtgenote van Willem-Alexander en sinds 30 april 2013 koningin. Zij hebben drie dochters, van wie prinses Catharina-Amalia (de Prinses van Oranje) de vermoedelijke troonopvolgster is. Koningin Máxima is geboren in Argentinië en werkte als bankemployé in New York en Brussel. Als prinses hield zij zich onder meer bezig met vraagstukken op het gebied van inburgering en met bevordering van microfinanciering. De rol van haar vader, die staatssecretaris was tijdens het Videla-regime, leidde tot spanningen rond haar huwelijksvoltrekking. Vanaf het moment van de verloving wist zij echter door haar spontaniteit en warmte de harten van de bevolking te veroveren. Werkt onder meer in VN-verband op gebied van microfinanciering en financiële gezondheid.
- 5.Onder de Staten-Generaal verstaan we de Tweede en Eerste Kamer gezamenlijk. Formeel is er dan ook sprake van de Eerste Kamer der Staten-Generaal en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Beide Kamers kunnen tevens in Verenigde Vergadering bijeenkomen.
- 6.Koning Willem I regeert als een verlicht absolutistisch vorst: hij bepaalt het beleid, neemt besluiten en is verantwoordelijk voor de financiën, en hij benoemt en ontslaat de ministers. Die ministers zijn alleen aan hem verantwoording schuldig en zijn in feite 'ambtenaren'. De koning heeft het beste voor met het land, zo bevordert hij handel en industrie en zorgt hij voor aanleg van kanalen.
- 7.Broer van koning Willem II en oom van koning Willem III. Was lange tijd een belangrijk adviseur van de koning en woonde vaak vergaderingen van de kroonraad bij. Tijdens het koningschap van zijn vader was was hij enige tijd belast met het opperbestuur van het leger. Stond bekend als een stabiliserende figuur tijdens het soms wat tumultueuze bewind van Willem III. Was 65 jaar landelijk voorzitter van de Orde der Vrijmetselaars.
- 8.Negen jaar koning van Nederland. 'Held van Waterloo'. Vocht met de geallieerden mee tegen de legers van Napoleon. Als kroonprins leek hij zich in 1830 op te werpen als leider van de Belgische onafhankelijkheidsbeweging. Regeerde vanaf 1840 aanvankelijk als conservatief vorst, die elke grondwetswijziging tegenhield. Werd in 1848 in één dag (noodgedwongen) uiterst liberaal en steunde Thorbecke en Donker Curtius bij het tot stand brengen van de nieuwe Grondwet. Overleed echter al kort na invoering daarvan. Was gehuwd met de Russische grootvorstin Anna Paulowna. Had goede banden met katholieken (verbleef veel in Tilburg). Gold als nogal wispelturig en gemakkelijk beïnvloedbaar.
- 9.Op 23 november 1890 overleed koning Willem III. Hij was na een regeerperiode van ruim 40 jaar de laatste opvolger in mannelijke lijn van Willem I. Na hem regeerde bijna 123 jaar een vorstin. Koning Willem III was zonder twijfel de meest omstreden Oranjevorst. Hij moest als koning erg wennen aan zijn ondergeschikte rol na de Grondwetsherziening van 1848 en had bovendien een moeilijk karakter, zowel voor zichzelf als voor anderen.
- 10.Oudste zoon van koning Willem III en koningin Sophia die als koosnaam "Wiwill" had. Raakte omstreeks 1874 in ernstig conflict met zijn vader. Eerst vanwege het gedrag van zijn vader jegens zijn moeder, later omdat de koning hem toestemming weigerde voor een huwelijk met gravin Mathie van Limburg Stirum. Leefde zijn laatste levensjaren in Parijs. Leidde daar een tamelijk losbandig leven. Overleed op 38-jarige leeftijd.
- 11.Jongste, nogal ziekelijke zoon van koning Willem III en koningin Sophia. Koos in de conflicten van zijn ouders de zijde van zijn moeder, waardoor hij een slechte verhouding met zijn vader had. Werd na het overlijden van zijn broer Willem in 1879 kroonprins. Woonde slechts twee keer de opening van de parlementszitting bij en had na verloop van tijd weinig belangstelling voor staatszaken of voor het leger. Trok zich als kroonprins al spoedig terug uit het publieke leven en overleed na kortstondige ziekte, waarna zijn halfzus Wilhelmina als enige troonopvolger in rechte lijn overbleef.
- 12.Duitse prinses die op 20-jarige leeftijd in 1879 de tweede echtgenote van de 62-jarige koning Willem III werd. Trad in 1890 tijdens ziekte en daarna, na het overlijden van de koning, acht jaar op als regentes voor de nog minderjarige koningin Wilhelmina. Voerde vervolgens met haar dochter een soort goodwillcampagne onder het motto 'we zijn er nog' en wist daarmee het onder Willem III geslonken prestige van het koningshuis te herstellen. Was nadat Wilhelmina in 1898 regerend vorstin was geworden, een belangrijk (informele) adviseur van haar dochter. Zette zich daarnaast in voor de tuberculosebestrijding ('Emma-bloem'). Had vorstelijke allure en was zeer geliefd bij de bevolking.
- 13.Dochter van koning Willem III, die al op haar tiende, aanvankelijk onder het regentschap van haar moeder, koningin werd. In september 1898 als koningin ingehuldigd en daarna vijftig jaar regerend vorstin. Haar regering kenmerkte zich lange tijd door een zekere afstandelijkheid tot de bevolking, maar in de Tweede Wereldoorlog werd zij uitermate populair. Nadat zij in de meidagen van 1940 noodgedwongen was uitgeweken naar Londen gaf zij haar rol als 'Moeder des Vaderlands' ten volle gestalte door het verzet via radio-toespraken te inspireren. Zag zichzelf als leidsvrouwe van een vernieuwd en verenigd volk. Nadat na de bevrijding bleek dat de oorlog niet de politieke vernieuwing had gebracht die zij had gewenst, deed zij afstand van de troon. Krachtige persoonlijkheid, godsdienstig en temperamentvol.
- 14.Duitse vorst die in 1901 echtgenoot van koningin Wilhelmina werd. Typisch Duitse landedelman die zijn tijd vooral verdreef met de jacht. Was na zijn huwelijk financieel geheel afhankelijk van zijn echtgenote en na zijn dood bleek dat hij grote schulden had gemaakt. Rond zijn persoon gaan ook talrijke verhalen over buitenechtelijke kinderen. Was een aanvankelijk nogal verlegen prins, maar later voor velen prettig gezelschap. Zette zich onder meer in voor het reddingwezen. Zijn begrafenis vond op zijn eigen verzoek in het wit plaats.
- 15.Vorstin, die op menselijke ('gewone') manier inhoud wilde geven aan haar taak en weinig op had met 'protocol'. Stond daardoor veel dichter bij de bevolking dan haar moeder. Verklaarde bij haar inhuldiging het moederschap net zo belangrijk te vinden als haar rol als vorstin. Had goede banden met Drees en Beel. Kreeg twee maal te maken met ernstige constitutionele moeilijkheden. In 1956 door de 'kwestie-Soestdijk (vaak aangeduid als Greet Hofmansaffaire) en in 1976 door de Lockheedaffaire waarbij haar echtgenoot in opspraak kwam. Dat deed geen afbreuk aan haar populariteit. Zette zich in het bijzonder in voor het maatschappelijk werk en voor gehandicaptenzorg.
- 16.Duitse prins die in 1937 huwde met prinses Juliana. Week in mei 1940 met zijn gezin uit naar Engeland. Verbleef in Londen, terwijl zijn gezin zich tijdelijk in Canada vestigde. Was tijdens de oorlogsjaren een belangrijke vertrouweling van koningin Wilhelmina. In 1944 bevelhebber van de Binnenlandse Strijdkrachten en in die functie betrokken bij de Duitse capitulatie in Wageningen. Na de oorlog vervulde hij vele economische missies, onder meer naar Zuid-Amerika. In 1976 bleek dat aan die banden met het bedrijfsleven ook schaduwkanten hadden gezeten (de zgn. Lockheedaffaire). Gaf toen vele functies op. Wist desondanks zijn populariteit te behouden, met name in de kring van oud-strijders en voormalige verzet. Zette zich in voor natuurbescherming en cultuur (Anjerfonds). Had vliegen als grote liefhebberij. Charmante levensgenieter omgeven door mythes, die vaak grenzen opzocht en ook overschreed en zich weinig aantrok van de beperkingen die zijn huwelijk hem oplegde.
- 17.Een koning(in) kan afstand doen van het koninklijk gezag. Dat heet abdicatie. Abdicatie gebeurt bij Akte. De ondertekening daarvan geschiedt door de Koning en de troonopvolger, in aanwezigheid van de ministers, van andere leden van het Koninkijk Huis en van hoogwaardigheidsbekleders, zoals de vicepresident van de Raad van State. Bij de abdicatie van Willem I waren ook de leden van de Raad van State aanwezig. Er is hiervoor overigens geen formele regeling. De Akte wordt voorzien van het koninklijk zegel.
- 18.Prinses Beatrix was tot zij op 30 april 2013 abdiceerde ten gunste van haar zoon Willem-Alexander regerend vorstin. Als zodanig trad zij op 30 april 1980 aan. Prinses Beatrix is de oudste dochter van koningin Juliana en prins Bernhard. Zij studeerde rechten in Leiden en heeft speciale belangstelling voor het gehandicaptenbeleid en voor cultuur. In 1966 huwde zij met Claus von Amsberg, die in 2002 overleed. Zij kregen drie zonen, van wie de middelste, prins Friso, in 2013 is gestorven. Door haar met grote plichtsbetrachting, waardigheid en betrokkenheid uitgeoefende koningschap verwierf zij veel aanzien en waardering. In 1996 ontving zij de Karlsprijs en in 2005 kreeg zij een eredoctoraat aan de Leidse Universiteit.
- 19.Deels in Afrika opgegroeide Duitse diplomaat die in 1966 in het huwelijk trad met de toenmalige kroonprinses Beatrix. Vanwege zijn Duitse afkomst maakten sommigen (met name uit het voormalig verzet) bezwaar tegen een toekomstige rol als prins-gemaal. Dankzij zijn optreden wist hij zich echter allengs een grote populariteit te verwerven. Zette zich vooral in voor ontwikkelingssamenwerking en milieubescherming. Kreeg enige jaren nadat Beatrix koningin was geworden te maken met klachten van depressieve aard en was hier opmerkelijk open over. In de laatste jaren van zijn leven speelde hij de rol als wijze pater familias. Trad in het openbaar vaak onconventioneel op en beschikte over de nodige humor.
- 20.Prinsjesdag, met de traditionele rijtoer, is niet meer weg te denken uit het politieke leven en ook 'de derde dinsdag van september' is een algemeen ingeburgerd begrip. Maar toch is de traditie van 'de derde dinsdag' niet eens zo oud.