Organisation for Security and Co-operation in Europe (OSCE)
De Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE; in het Engels OSCE) is een intergouvernementele organisatie van circa 55 landen in Europa, Centraal-Azië en Noord-Amerika, die zich sinds 1973 bezighoudt met samenwerking op het gebied van militair, economisch en humanitair beleid.
De OVSE probeert vooral preventieve diplomatie te gebruiken om conflicten te voorkomen of te beperken. Na een conflict biedt de organisatie bijstand bij de (weder)opbouw van democratie en rechtsorde. Voor het beheersen en oplossen van conflicten vestigt de OVSE kantoren in de betreffende gebieden.
De Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa heeft een alomvattende benadering van veiligheid die politiek-militaire, economische en ecologische aspecten bevat. Het biedt hierbij lidstaten de mogelijkheid om te spreken over een breed scala aan veiligheidsgerelateerde onderwerpen, waaronder wapenbeheersing, veiligheidsmaatregelen, mensenrechten, minderheden, democratisering, politiestrategieën, terrorismebestrijding en economische en milieuactiviteiten.
Een belangrijke prestatie voor de OVSE was het Handvest van Parijs van 1990. Hierin bezegelden de lidstaten het einde van de Koude Oorlog1. Het Handvest erkende democratie als de grondslag voor het bestuur van een staat. Alle deelnemers onderschreven de onmisbaarheid van democratie, economische vrijheid, sociale rechtvaardigheid en het recht op veiligheid.
In tegenstelling tot bijvoorbeeld de Raad van Europa2 maar ook andere veiligheidsorganisaties als de NAVO3 en de VN4, heeft de OVSE een primair politiek karakter. De afspraken die OVSE-lidstaten maken zijn politiek bindend en niet juridisch bindend. Dit betekent echter niet dat deze afspraken sneller opzijgezet zullen worden. De afspraken zijn gemaakt op het hoogste politieke niveau en hun gezag is daarom (bijna) net zo sterk als ieder ander statuut in het internationale recht.
De organisatie komt voort uit de op 1 augustus 1975 gesloten Helsiniki-akkkoorden. Tot 1995 droeg de organisatie de naam 'Conferentie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa' (CVSE).
In 1991 werd een nieuw toezichtmechanisme toegevoegd die voorziet in de mogelijkheid om mensenrechtenexperts naar een lidstaat van de OVSE te sturen. Staten kunnen hier vrijwillig om vragen, maar het is ook mogelijk tegen de zin van een staat een missie naar zijn grondgebied te sturen.
Ook stuurt de OVSE soms verkiezingswaarnemers, die erop toezien dat de verkiezingen in een land vrij en eerlijk verlopen. In sommige gevallen is de OVSE zelf verantwoordelijk voor de organisatie van de verkiezingen. Daarnaast biedt de OVSE ondersteuning aan landen in voormalige crisisgebieden die door een proces van wederopbouw gaan. Hierbij moet gedacht worden aan het begeleiden van terugkerende vluchtelingen en het adviseren bij de (weder)opbouw van de politie of de rechterlijke macht.
In principe komen de staatshoofden en regeringsleiders van de OVSE-landen eens in de twee jaar bij elkaar in de OVSE-top waarbij besluiten op basis van consensus genomen worden. Eenmaal per jaar komt de Raad van Ministers bij elkaar, bestaande uit de Ministers van Buitenlandse Zaken van de lidstaten. Voor Nederland maakt daar deel van uit:
-
-Caspar Veldkamp5 (NSC), minister van Buitenlandse Zaken
Het beleid van de OVSE wordt bepaald in de Permanente Raad, die wekelijks vergadert in Wenen. Hier wordt doorlopend overleg gevoerd over de veiligheidstoestand in het OVSE-gebied. Deze raad bestaat uit permanente vertegenwoordigers van alle OVSE-landen. Nederland heeft een Permanente Vertegenwoordiging bij de OVSE die tevens gevestigd is in Wenen.
De (roulerende) voorzitter van de Permanente Raad, ook wel Chairman in Office (CiO) genoemd, of diens vertegenwoordiger heeft de dagelijkse politieke leiding van de OVSE. Deze wordt ondersteund door de vorige en de volgende voorzitter. De ambtelijke leiding berust bij de secretaris-generaal van de OVSE.
In het Forum voor Veiligheidssamenwerking wordt over wapenbeheersing overlegd; dit forum probeert meer openheid over defensieplanning te bereiken. Het Forum vergadert wekelijks in Wenen. In Wenen is ook het Conflict Preventie Centrum gevestigd. Dit centrum ondersteunt de verschillende OVSE-missies in risicogebieden. Tot slot komen één keer per jaar in Praag de OVSE-landen in het Economisch Forum bijeen om economische en milieukwesties te bespreken.
- 1.De Koude Oorlog staat bekend als de oorlog waarbij geen directe gewelddadige confrontatie plaatsvond tussen de twee hoofdpartijen in 'oorlog'. Het was hoofdzakelijk een conflict tussen twee machtsblokken: het kapitalistische Westen en het communistische Oosten. De eerste partij was de Verenigde Staten met West-Europese landen (inclusief de Europese Unie, toen nog EEG en later EG) als bondgenoten in het militair bondgenootschap de NAVO. De andere partij was de Sovjet-Unie met de Oostbloklanden als bondgenoten, met als militair bondgenootschap het Warschaupact.
- 2.Na de verwoestende Tweede Wereldoorlog was er in Europa grote behoefte aan een organisatie die zich zou richten op het bevorderen van mensenrechten en democratie. In 1949 richtten Europese landen daarom de Raad van Europa op. Dit orgaan is géén onderdeel van de Europese Unie en moet niet verward worden met de Raad van de Europese Unie of de Europese Raad. Vrijwel alle Europese landen zijn lid.
- 3.De Noord-Atlantische Verdrags Organisatie (NAVO) werd in 1949 opgericht met als doel de veiligheid en vrijheid van de aangesloten landen te garanderen en wereldwijd stabiliteit te bevorderen. De organisatie realiseert deze doelstelling door de inzet van politieke en militaire middelen. De NAVO bestaat uit 1 landen uit Europa en Noord-Amerika. Ieder lid van de NAVO draagt bij met mankracht, materieel en andere middelen.
- 4.De Verenigde Naties (VN) zijn een mondiale organisatie van overheden, samenwerkend op het gebied van internationaal recht, mondiale veiligheid, behoud van humanitaire rechten, ontwikkeling van de wereldeconomie en het onderzoek naar sociaal-maatschappelijke en culturele ontwikkelingen.
- 5.Casper Veldkamp (1964) is sinds 2 juli 2024 minister van Buitenlandse Zaken in het kabinet-Schoof. Van 6 december 2023 tot 2 juli 2024 was hij Tweede Kamerlid voor NSC. De heer Veldkamp was bewindvoerder bij de Europese Bank voor Wederopbouw in Londen. Daarvoor was hij onder andere ambassadeur in Griekenland en Israël en plaatsvervangend directeur voor VN en Internationale Financiële Instellingen bij het ministerie van Buitenlandse Zaken. Als Kamerlid was de heer Veldkamp woordvoerder buitenlands beleid, vreemdelingenzaken en migratie.