I: De ontwikkelingssamenwerking

25: {Ontwikkelingssamenwerking}

  • 1. 
    Het beleid van de Unie op het gebied van ontwikkelingssamenwerking wordt gevoerd in het kader van de beginselen en doelstellingen van het externe optreden van de Unie, zoals genoemd in artikel 1 van deze titel. Het ontwikkelingssamenwerkingsbeleid van de Unie en dat van de lidstaten versterken elkaar en vullen elkaar aan.
  • 2. 
    De Unie en de lidstaten houden zich aan de verbintenissen en de doelstellingen die zij in het kader van de Verenigde Naties en andere bevoegde internationale organisaties hebben onderschreven.

Commentaar

  • 1. 
    Artikel 25 is gebaseerd op artikel 177 VEG, maar de opsomming van de doelstellingen (leden 1 en 2) is geschrapt en vervangen door een verwijzing naar het artikel over de beginselen en de doelstellingen van het externe optreden van de Unie.
  • 2. 
    Artikel 178 VEG, waarin bepaald wordt dat "de Gemeenschap bij de uitvoering van een beleid dat gevolgen kan hebben voor de ontwikkelingslanden rekening houdt met de doelstellingen van artikel 177" is geschrapt in het licht van de algemene bepaling over samenhang in artikel 1 inzake de doelstellingen en de beginselen van het externe optreden.

26: {Instrumenten}

  • 1. 
    Het Europees Parlement en de Raad stellen volgens de wetgevingsprocedure de Europese wetten en de Europese kaderwetten vast die nodig zijn voor de uitvoering van het ontwikkelingssamenwerkingsbeleid en die betrekking kunnen hebben op meerjarenprogramma's voor samenwerking met ontwikkelingslanden of op thematische programma's.
  • 2. 
    De Unie kan met derde landen en bevoegde internationale organisaties alle overeenkomsten sluiten die dienstig zijn voor de verwezenlijking van de in artikel 1 van deze titel genoemde doelstellingen. De onderhandelingen over en de sluiting van die overeenkomsten geschieden overeenkomstig artikel 33 van deze titel. De eerste alinea doet geen afbreuk aan de bevoegdheid van de lidstaten om in internationale fora te onderhandelen en internationale overeenkomsten te sluiten.
  • 3. 
    De Europese Investeringsbank draagt, onder de in haar statuten vastgestelde voorwaarden, bij tot de uitvoering van de in lid 1 bedoelde maatregelen.
  • 4. 
    Dit artikel laat de samenwerking met de staten in Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan in het kader van de ACS-EG-overeenkomst onverlet.

Commentaar

  • 1. 
    Artikel 26 is gebaseerd op de huidige artikelen 179 en 181 VEG, maar de leden 1 en 2 van het ontwerp (artikelen 179, lid 1, en artikel 181) zijn aangepast in het licht van de werkzaamheden van de Conventie, met name de aanbevelingen van de werkgroep Vereenvoudiging.
  • 2. 
    Lid 3 over de Europese Investeringsbank is identiek aan artikel 179, lid 2, VEG.
  • 3. 
    Lid 4 is identiek aan artikel 179, lid 3, VEG. Beklemtoond wordt evenwel dat de Conventie zich moet uitspreken over de vraag of er een bepaling over de samenwerking met de ACSstaten moet worden behouden, dan wel of deze bepaling moet worden geschrapt vanuit de overweging dat er geen behoefte is aan beleid of een aparte financiering (in dit verband zij eraan herinnerd dat er in Werkgroep VII brede steun bestond voor de opname van het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) in de algemene EU-begroting).

27: {Coördinatie}

  • 1. 
    De Unie en de lidstaten coördineren hun ontwikkelingssamenwerkingbeleid en plegen overleg over hun hulpprogramma's, ook in internationale organisaties en tijdens internationale conferenties, teneinde de complementariteit en de doeltreffendheid van hun optreden te bevorderen. Zij kunnen gezamenlijk optreden. De lidstaten dragen zo nodig bij tot de uitvoering van hulpprogramma's van de Unie.
  • 2. 
    De Commissie kan alle dienstige initiatieven nemen om de in lid 1 bedoelde coördinatie te bevorderen.
  • 3. 
    In het kader van hun onderscheiden bevoegdheden werken de Unie en de lidstaten samen met derde landen en met de bevoegde internationale organisaties.

Commentaar

Artikel 27 is gebaseerd op artikel 180 en artikel 181, eerste alinea, VEG. De tekst is bovendien versterkt wat de "complementariteit en de doeltreffendheid" van het optreden van de Unie en de lidstaten betreft, een punt dat in het kader van de besprekingen van werkgroep VII aan de orde is geweest (zie punt 54 van het verslag).