Artikel 3: Termijn van zes weken voor Justitie-voorstellen, talen - Main contents
Er dient een periode van zes weken te verstrijken tussen
het ogenblik waarop een wetgevingsvoorstel of een voorstel voor een uit hoofde van titel VI van het Verdrag betreffende de Europese Unie vast te stellen maatregel door de Commissie in alle talen aan het Europees Parlement en de Raad beschikbaar wordt gesteld,
en
de datum waarop het met het oog op een besluit, hetzij de aanneming van een besluit, hetzij de vaststelling van een gemeenschappelijk standpunt overeenkomstig artikel 189 BĀ i of artikel 189 C van het Verdrag tot oprichting van de Europese GemeenschapĀ i, op de agenda van de Raad wordt geplaatst, behoudens uitzonderingen vanwege de urgentie van de zaak, waarvoor de redenen in het besluit of het gemeenschappelijk standpunt moeten worden aangegeven.
Artikelen 189 B en 189 C VEG zijn hernummerd naar artikelen 251 en 252 VEG.
Bron: Bijlage - Concordantietabel bedoeld in artikel 12 van het Verdrag van Amsterdam, Publicatieblad Nr. C 340 van 10 november 1997