Kabinet-Marijnen (1963-1965) - Main contents
Het centrumrechtse i kabinet-Marijnen was als voortzetting van het kabinet-De Quay i te beschouwen. De coalitie van KVP i, ARP i, CHU i en VVD i behield na de Tweede Kamerverkiezingen van 1963 i zijn meerderheid. Minister-president namens de KVP werd echter niet Jan de Quay i, maar Victor Marijnen i - in het vorige kabinet minister van Landbouw en Visserij.
Het kabinet trad op 24 juli 1963 aan onder gunstig economisch gesternte. Hoogconjunctuur door onder meer aardgasvondsten begunstigde het financieel-economische beleid. Wel was er krapte op de arbeidsmarkt, waardoor de lonen sterk stegen en er behoefte ontstond aan arbeidskrachten van buiten Nederland.
De wens van de VVD om naast de publieke omroep ook commerciële televisie toe te staan, leidde tot toenemende spanningen binnen de coalitie en na anderhalf jaar tot de val van het kabinet i. Op 27 februari 1965 werd het kabinet demissionair en op 14 april dat jaar trad, zonder tussentijdse verkiezingen, het kabinet-Cals i aan als opvolger.
Contents
Formatie
De uitslag van de verkiezingen van 1963 i leek te wijzen op voortzetting van het centrumrechtse bewind, maar de PvdA i was aanvankelijk eveneens in beeld als regeringspartner. Informateur Romme i kwam met een aantal zogeheten 'bouwstenen', die als basis moesten dienen voor een regeerakkoord. KVP i-fractievoorzitter De Kort i werd daarna benoemd tot formateur.
Regeerakkoord en regeringsverklaring
Op 4 juli 1963 kwamen de onderhandelende partijen tot een regeerakkoord i. Op 31 juli legde premier Marijnen de regeringsverklaring af.
datum |
wat |
tot en met |
dagen |
---|---|---|---|
24 juli 1963 |
Beëdiging i nieuwe bewindslieden, aantreden kabinet |
26 februari 1965 |
584 |
27 februari 1965 |
Ontslag gevraagd, kabinet demissionair i |
14 april 1965 |
47 |
Totale zittingsduur i kabinet |
631 |
Mr. V.G.M. Marijnen (KVP)
Viceminister-president
Mr. B.W. Biesheuvel (ARP)
Algemene Zaken
minister: Mr. V.G.M. Marijnen (KVP)
Buitenlandse Zaken
minister: Mr. J.M.A.H. Luns (KVP)
staatssecretaris: Mr. L. de Block (KVP) (3 september 1963 - 14 april 1965)
staatssecretaris: Dr. I.N.Th. Diepenhorst (CHU) (28 november 1963 - 14 april 1965)
Justitie
minister: Mr. Y. Scholten (CHU)
Binnenlandse Zaken
minister: Mr. E.H. Toxopeus (VVD)
Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen
minister: Mr. Th.H. Bot (KVP)
staatssecretaris: Mr. J.H. Grosheide (ARP) (3 september 1963 - 14 april 1965)
staatssecretaris: Drs. L.J.M. van de Laar (KVP) (24 oktober 1963 - 14 april 1965)
Financiën
minister: Dr. H.J. Witteveen (VVD)
staatssecretaris: Dr. W.H. van den Berge (Partijloos)
Defensie
minister: P.J.S. de Jong (KVP)
staatssecretaris: A. van Es (ARP) (14 augustus 1963 - 14 april 1965)
staatssecretaris: J.C.E. Haex (CHU) (14 augustus 1963 - 14 april 1965)
staatssecretaris: W. den Toom (VVD) (25 november 1963 - 14 april 1965)
Volkshuisvesting en Bouwnijverheid
minister: Drs. P.C.W.M. Bogaers (KVP)
Verkeer en Waterstaat
minister: Mr. J. van Aartsen (ARP)
staatssecretaris: M.J. Keyzer (VVD) (22 oktober 1963 - 14 april 1965)
Economische Zaken
minister: Dr. J.E. Andriessen (CHU)
staatssecretaris: Drs. J.A. Bakker (ARP) (3 september 1963 - 14 april 1965)
Landbouw en Visserij
minister: Mr. B.W. Biesheuvel (ARP)
Sociale Zaken en Volksgezondheid
minister: Dr. G.M.J. Veldkamp (KVP)
staatssecretaris: Dr. A.J.H. Bartels (KVP) (3 september 1963 - 14 april 1965)
staatssecretaris: Dr. J.F.G.M. de Meijer (KVP) (15 november 1963 - 14 april 1965)
Maatschappelijk Werk
minister: Drs. J.F. Schouwenaar-Franssen (VVD)
'de West'
minister: Mr. B.W. Biesheuvel (ARP)
De regeringspartijen beschikten in zowel de Tweede als de Eerste Kamer over een ruime meerderheid. Getalsmatig waren niet eens alle partijen nodig voor deze meerderheid.
In deze kabinetsperiode vonden er geen verkiezingen voor de Eerste Kamer plaats. De verhoudingen in de senaat bleven dan ook ongewijzigd. Ook waren er bij geen van de regeringsfracties in de Tweede Kamer afsplitsingen.
KVP |
VVD |
ARP |
CHU |
Partijloos |
totaal |
|
---|---|---|---|---|---|---|
Kabinet: ministers / (staatssecretarissen) |
6/(4) |
3/(2) |
2/(3) |
2/(2) |
0/(1) |
13/(12) |
Tweede Kamer op 24 juli 1963 |
50 |
16 |
13 |
13 |
- |
92 (61,3%) |
Eerste Kamer |
26 |
7 |
7 |
7 |
- |
47 (62,7%) |
Het kabinet-Marijnen regeerde tijdens een periode van hoogconjunctuur. In 1964 bedroeg de economische groei maar liefst 8,6%. Door de krapte op de arbeidsmarkt stegen ook de lonen sterk. In 1964 was er sprake van een loonexplosie: de lonen stegen gemiddeld meer dan 15%. De sociale zekerheid werd in hoog tempo uitgebreid: in 1965 trad de Algemene Bijstandswet in werking en er kwam een sociaal minimum. De collectieve uitgaven namen toe. Om dit te betalen gingen de lasten omhoog.
-
-Tegenaan televisie-uitzending vanaf Noordzee
Een wetje maakt optreden tegen illegale commerciële uitzendingen mogelijk (anti-REM-wet)
Wetgeving
Belangrijke nieuwe wetten zijn de Wet op de kansspelen en de Vreemdelingenwet
Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen i
-
-Omroepbeleid
In 1965 werden maatregelen genomen tegen commerciële tv-uitzendingen vanaf de Noordzee (vanaf het zgn. REM-eiland). Onenigheid in het kabinet over de toekomst van het omroepbestel, waarbij de vraag of er naast het traditionele omroepbestel commerciële omroep moest komen centraal stond, leidde op 27 februari 1965 tot de val van het kabinet.
-
-Belastingherziening
Minister Witteveen en staatssecretaris Van den Berge brachten een algehele belastingherziening tot stand.
-
-Aanleg nieuwe wegen
Er werd een fonds ingesteld voor de financiering van de aanleg van nieuwe wegen.
-
-Regionaal beleid
De Industriespreidingsnota 1965-1968 stelt als doel het bestrijden en voorkomen van structurele werkloosheid buiten de Randstad. De primaire ontwikkelingsgebieden zijn Noord-Nederland, de Kop van Noord-Holland, Zeeland en Oostelijk Noord-Brabant (uitgezonderd de regio Eindhoven).
Sociale Zaken en Volksgezondheid i
-
-Uitbreiding verzorgingsstaat
Er werd voortgegaan met de opbouw van de verzorgingsstaat. Zo kwam er een Ziekenfondswet en werd in 1964 het 'sociaal minimum' ingevoerd.
Huwelijk prinses Irene
In 1964 zorgde het (voorgenomen) huwelijk van prinses Irene, tweede dochter van koningin Juliana i, met de Spaanse troonpretendent Carlos Hugo voor veel commotie. Zowel diens aanspraken op de Spaanse troon als het feit dat prinses Irene was overgegaan naar de Rooms-katholieke kerk stonden daarin centraal.
In de twee troonredes van het kabinet-Marijnen stonden, naast de aankondiging van het kabinetsbeleid, respectievelijk de krapte op de arbeidsmarkt en de gevolgen van de welvaartsstijging centraal.
Kabinetscrisis 1965: Omroepcrisis
Op 27 februari 1965 kwam er een voortijdig einde aan het in 1963 gevormde kabinet-Marijnen. De exacte geschilpunten bleven duister, maar duidelijk was wel dat de ministers in het kabinetsberaad geen overeenstemming hadden kunnen bereiken over het omroepbeleid. De vragen die daarbij speelden, waren: op grond van welke criteria moeten nieuwe omroeporganisaties worden toegelaten, en hoe moet het met reclame op de televisie.
Meer over