Kabinet-Fransen van de Putte (1866) - Main contents
Dit liberale kabinet telde enkele ministers uit het voorgaande kabinet, die medestander waren van minister van Koloniën Fransen van de Putte (de zgn. Puttianen). Het kabinet kwam al spoedig ten val over de grondpolitiek in Nederlands-Indië. Met steun van acht Thorbeckianen i zorgden de conservatieven voor aanneming van een amendement-Poortman op de ontwerp-Cultuurwet. Dat amendement was onaanvaardbaar voor het kabinet.
De Cultuurwet van Fransen van de Putte moest in Nederlands-Indië verhuur van grond aan niet-inlandse bedrijven en grondbezit door inlanders mogelijk maken. Het amendement-Poortman beoogde inlanders wel het gebruiksrecht van de grond te geven, maar niet het bezit. Dat bezit moest in handen blijven van de dessa (het dorp).
Na aanneming van het amendement trok het kabinet op 18 mei 1866 het wetsvoorstel in, en trad het af. Het werd op 1 juni 1866 opgevolgd door het conservatieve kabinet-Van Zuylen van Nijevelt i.
datum |
wat |
wie |
tot en met |
dagen |
---|---|---|---|---|
29 januari 1866 |
benoeming formateur |
8 februari 1866 |
11 |
|
10 februari 1866 |
beëdiging (nieuwe) ministers |
18 mei 1866 |
97 |
|
19 mei 1866 |
kabinet demissionair |
31 mei 1866 |
13 |
|
1 juni 1866 |
ontslag verleend |
koning Willem III |
Samenstelling kabinet
Buitenlandse Zakenminister: Mr. E.J.J.B. Cremers (Liberalen)
Justitie
minister: Mr. C.J. Pické (Liberalen)
Binnenlandse Zaken
minister: Mr. J.H. Geertsema (Liberalen)
Financiën
minister: Mr. P.Ph. van Bosse (Liberalen)
Oorlog
minister: J.W. Blanken (Liberalen)
Marine
minister a.i.: J.W. Blanken (Liberalen)
Koloniën
minister: I.D. Fransen van de Putte (Liberalen)