Bond van Christen-Socialisten (BCS)
De in 1907 opgerichte Bond van Christen-Socialisten (BCS) was een socialistische partij die de bijbel als uitgangspunt had. De BCS wees het kapitalisme af en was tegenstander van particulier bezit. De klassenstrijd werd aanvaard. Het BCS-Kamerlid J.W. (Willy) Kruyt1 maakte deel uit van de revolutionair-socialistische fractie.
Contents
De BCS baseerde zich op marxistische en christelijke beginselen.
Belangrijke programmapunten van de bond waren: invoering van de republiek, afschaffing van de Eerste Kamer2, gelijke rechten voor mannen en vrouwen, kosteloos onderwijs, opheffing van accijnzen, betere arbeidswetgeving, invoering van een minimumloon, invoering van socialezekerheidswetgeving, algehele ontwapening, regeling van dienstweigering op grond van gewetensbezwaren en losmaking van Nederlands-Indië van Nederland.
De bekendste voormannen van de BCS waren Willy Kruyt1 en Bart de Ligt. De eerste, een predikant en journalist, was Tweede Kamerlid. De tweede was eveneens predikant en een bekend voorvechter van dienstweigering.
De BCS haalde in 1918 ruim 80.000 stemmen (0,6%) en kreeg daardoor één zetel in de Tweede Kamer. In 1919 stapte het enige Kamerlid van de BCS over naar de Communistische Partij3. Een ander deel van de Bond stapte over naar de SDAP, en een derde groep ging verder als Christelijke Volkspartij. Deze ging in 1926 op in de CDU4.
Meer over
- 1.Christen-socialist en communist die van huis uit predikant was. Als Tweede Kamerlid vurig verdediger van de (nieuwe) sovjet-regering in Rusland en van het Rode volksleger. Werd gekozen als vertegenwoordiger van de Bond van Christen-socialisten, maar sloot zich in 1919 aan bij de Communisten. Zette zich in voor dienstweigering. Bekleedde functies in Berlijn en Moskou. Werd in 1943 in Berlijn gefusilleerd.
- 2.De Eerste Kamer is deel van de volksvertegenwoordiging en heeft met name een rol op wetgevend gebied. Over een wetsvoorstel moet, als de Tweede Kamer het heeft aangenomen, ook door de Eerste Kamer worden gestemd. De Eerste Kamer kan een wetsvoorstel nog tegenhouden.
- 3.De CPH was sinds 1919 de naam van de in 1909 opgerichte SDP. De CPH streefde naar een klassenloze maatschappij, waarbij de productiemiddelen en grond in handen van de staat waren. Zij was onderdeel van de Derde Internationale, het samenwerkingsverband van communistische partijen in de wereld. De Russische Revolutie en de Sovjet-Unie werden als voorbeelden beschouwd. In 1935 werd de naam gewijzigd in Communistische Partij van Nederland (CPN).
- 4.De CDU was een protestants-christelijke, antimilitaristische partij. De partij ontstond in 1926 uit drie kleine christen-socialistische partijen. Na de Tweede Wereldoorlog ging de CDU op in de Partij van de Arbeid.
- 5.Diverse partijen zijn ooit vertegenwoordigd geweest in het Nederlandse parlement, maar nadien opgeheven. Een aantal daarvan zijn opgegaan in nieuwe partijen, waarvan sommige nog bestaan.