Middenstandspartij (1918-1921)
De Middenstandspartij was een typische belangenpartij die bestond tussen 1918 en 1921. De partij zette zich in voor de rechten en belangen van, zoals het werd genoemd, 'het volksdeel in de Nederlandse samenleving, hetwelk geklemd is tussen bezittende klasse en proletariaat'. De Middenstandspartij had vooral een sterke aanhang in Amsterdam.
Contents
De partij richtte zich bij uitstek op de belangen van de middenstand. Zij keerde zich tegen staatsbemoeienis, ambtenarij en bureaucratie. Op economisch gebied stond zij een liberale politiek voor, zowel nationaal als internationaal.
Specifieke programmapunten waren onder meer: belastingheffing naar draagkracht, snel en goedkoop recht, steun en erkenning van middenstandsorganisaties, gelijkstelling van middenstanders met arbeiders bij de ouderenzorg, lagere kosten voor defensie en versterking van de band tussen Nederland en de koloniën.
De enige vertegenwoordiger van de Middenstandspartij was de Amsterdammer Abraham Staalman1, die actief was in Nederlandse Bond van koffiehuis- en restauranthouders en slijters. Tot 1921 maakte hij deel uit van de Neutrale fractie2 onder leiding van Treub3. In 1921 ging de Middenstandspartij op in 'de Vrijheidsbond'. Staalman nam in 1922 met Ter Hall4 namens die partij deel aan de verkiezingen met een afzonderlijke lijst.
De Middenstandspartij kreeg in 1918 ruim 12.500 stemmen, waarvan bijna een kwart in Amsterdam. In Amsterdam was de Middenstandspartij tussen 1919 en 1921 met één zetel in de raad vertegenwoordigd.
Meer over
Kijk voor meer informatie over de Middenstandspartij op de website van het Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen.
- 1.Amsterdammer die actief was in de vakbond van horeca-ondernemers. Kwam als vertegenwoordiger van de Middenstandspartij in de Tweede Kamer en stapte later over naar de Vrijheidsbond. In 1922 namens die partij gekozen via een afzonderlijke lijst. Bedankte in maart 1929 voor de Vrijheidsbond en was daarna medeoprichter en voorzitter van de Middenpartij voor Stad en Land.
- 2.Op 3 september 1918 werd op initiatief van Henri ter Hall in de Tweede Kamer de Neutrale fractie gevormd. De leden behielden het recht voor om eigen standpunten in te nemen. Tot voorzitter werd gekozen Treub en tot secretaris A. Staalman.
- 3.Vooraanstaand liberaal politicus uit het einde van de negentiende en begin van de twintigste eeuw. Hoogleraar economie in Amsterdam. Behoorde aanvankelijk tot de Radicalen en werd in 1904 Tweede Kamerlid voor de VDB, waarmee hij later echter brak. In 1913 minister in het kabinet-Cort van der Linden. Bezat uitstekende organisatorische kwaliteiten en zorgde tijdens de Eerste Wereldoorlog voor een voortvarend financieel-economisch beleid. Trad in 1916 af vanwege een conflict over het staatspensioen, maar keerde in 1917 weer terug. Werd in 1918 Tweede Kamerlid voor de Economische Bond, een liberale partij die een 'zakelijke' politiek voor stond. Voerde toen een sterk persoonlijke getinte verkiezingscampagne. Was nogal onberekenbaar; productief in denkbeelden, maar weinig resultaatgericht.
- 4.Bekend revue-artiest die in 1918 als vertegenwoordiger van de amusementswereld in de Tweede Kamer kwam. Opvallende verschijning in het parlement door zijn felgekleurde vesten, witte kuif en snor. Was ook jarenlang gemeenteraadslid in Rijswijk; de laatste jaren voor het rechtse Verbond Nationaal Herstel.
- 5.Diverse partijen zijn ooit vertegenwoordigd geweest in het Nederlandse parlement, maar nadien opgeheven. Een aantal daarvan zijn opgegaan in nieuwe partijen, waarvan sommige nog bestaan.