Tweede Kamerfracties
Een Tweede Kamerfractie is een organisatie van Tweede Kamerleden1 die deel uitmaken van dezelfde politieke partij2 en die zowel op hoofdlijnen als bij deelonderwerpen in de Tweede Kamer3 standpunten bepaalt. Daarnaast worden in een fractie onderling de werkzaamheden verdeeld. Een fractie staat onder leiding van een fractievoorzitter4. Tweede Kamerfracties hebben personeel in dienst, zoals voorlichters en beleidsmedewerkers.
Contents
Door een fractie wordt het politieke beleid in de Tweede Kamer uitgezet. Dat gebeurt in de fractievergaderingen. Het gaat dan om belangrijke politiek-strategische vragen, maar ook om de vraag welk standpunt bij concrete onderwerpen worden ingenomen. Verder vergaderen fracties over onderhandelingen met andere partijen, met name tijdens de kabinetsformatie5.
Een fractie is een onafhankelijk orgaan met een eigen verantwoordelijkheid, maar zal zich wel zoveel mogelijk richten naar de lijn die de eigen partij (in programma en beginselen) uiteen heeft gezet. Over de gemaakte keuzes wordt als regel aan de partij verantwoording afgelegd.
Een fractie treedt na elke verkiezingen in nieuwe samenstelling op (feitelijk is dat vanaf de dag na de verkiezingen) en kiest dan meestal onmiddellijk een nieuwe fractievoorzitter. Soms wordt de fractievoorzitter via ledenraadpleging gekozen.
Politieke partijen willen graag zo eensgezind mogelijk overkomen. Dat geldt nog sterker voor fracties6 in vertegenwoordigende lichamen, zoals Tweede en Eerste Kamer7, Provinciale Staten en gemeenteraden. Het ontbreken van eensgezindheid kan het duidelijkst naar buiten komen bij stemmingen. Daarom proberen fracties dat te voorkomen. Dit noemen we fractiediscipline.
Als argument om stemdwang of fractiediscipline af te wijzen, wordt wel aangevoerd dat Kamerleden grondwettelijk gezien zonder last moeten stemmen. In juridische zin is stemdwang inderdaad niet toegestaan, maar in de praktijk is het voorkomen daarvan veel moeilijker. Bij 'stemmen zonder last' gaat het meer om druk van buiten (bijvoorbeeld vanuit een belangenorganisatie of onderneming) dan om druk vanuit de eigen gelederen. Dát druk is uitgeoefend en of leden zich daardoor hebben laten leiden, is lang niet altijd bekend.
In het verleden is bij diverse fracties sprake geweest van conflicten die hebben geleid tot het vertrek van Kamerleden uit een fractie of tot afsplitsingen.
Een Tweede Kamerfractie ontstaat na de verkiezingen door het feit dat leden via een zelfde lijst zijn gekozen. Andere fracties kunnen nadien alleen worden gevormd door fusie of door splitsing. Bij splitsing worden alleen nieuwe fracties gevormd als niet duidelijk is welke van de twee de voortzetting van de oorspronkelijke fractie is.
Is er sprake van een afsplitsing dan worden de leden daarvan als groep aangeduid. Een groep heeft minder faciliteiten (spreektijd, personeel) dan een fractie.
Bij veel fracties, met uitzondering van sommige kleinere fracties, geeft een fractiebestuur (soms fractiebureau geheten) leiding aan de fractie op organisatorisch en soms op politiek gebied. De omvang van een fractiebestuur kan per fractie sterk verschillen, evenals de invloed ervan op de politieke koers van een fractie. De fractievoorzitter, vicefractievoorzitter, fractiesecretaris en penningmeester maken deel uit van een fractiebestuur, maar ook andere fractieleden kunnen zitting hebben in een fractiebestuur.
De politieke leiding van een fractie berust bij de fractievoorzitter, die doorgaans door zijn fractiegenoten wordt gekozen. De fractievoorzitter in de Tweede Kamer is vaak ook, zeker bij oppositiepartijen, de politiek leider van een partij.
Plaatsvervanger van de fractievoorzitter is de vicefractievoorzitter. Vicefractievoorzitters spelen achter de schermen een belangrijke rol in het alledaagse politieke management, zoals het aansturen en op één lijn krijgen van fractieleden, het sluiten van politieke deals met andere fracties en in contacten met de pers.
De fractiesecretaris is verantwoordelijk voor allerlei organisatorische zaken in en om een fractie, en voor afspraken hierover met de Tweede Kamerorganisatie en met andere fracties. Behalve bij zeer kleine fracties maakt de fractiesecretaris gewoonlijk deel uit van het Presidium.
Fracties zullen in het algemeen een penningmeester hebben die verantwoordelijk is voor de financiën van de fractie.
Portefeuilleverdeling
Fractiegenoten maken onderling afspraken wie over welke onderwerpen het woord voert. Politieke onderwerpen worden over de fractieleden verdeeld. Dit wordt de 'portefeuilleverdeling' genoemd. Een Kamerlid dat een bepaald onderwerp in zijn of haar portefeuille heeft, is op dit terrein verantwoordelijk voor de standpuntbepaling en woordvoering (zowel binnen als buiten de Tweede Kamer, en ook in de pers).
Naarmate fracties kleiner zijn worden de portefeuilles van de Kamerleden groter. Kleinere fracties kunnen dan ook onmogelijk bij alle vergaderingen in de Tweede Kamer vertegenwoordigd zijn.
Naarmate fracties groter zijn, worden de portefeuilles kleiner en specialistischer. Leden van grote fracties lopen dan ook het risico onaantrekkelijk kleine en/of (publicitair) oninteressante portefeuilles toebedeeld te krijgen.
Kamerleden met dergelijke portefeuilles zullen in de Tweede Kamer en in de pers weinig aan het woord komen, en zullen zich dan ook weinig kunnen profileren (vaak met nadelige consequenties voor hun plaats op de lijst van hun partij bij de volgende verkiezingen). Zeker binnen grote fracties leidt de portefeuilleverdeling nog wel eens tot conflicten.
Fractievergadering
Hoewel de woordvoerders (op een bepaald onderwerp) verantwoordelijk zijn voor het beheer van een bepaalde portefeuille, vindt de politieke besluitvorming in een fractie plaats in de fractievergadering. Deze wordt voorgezeten door de fractievoorzitter, al wordt het technisch voorzitterschap soms overgelaten aan de vicefractievoorzitter.
Tijdens vergaderperiodes van de Tweede Kamer vergaderen de fracties wekelijks op dinsdag vanaf halverwege de ochtend tot de aanvang van de Kamervergadering. Een fractie kan altijd ook op andere momenten voor overleg bij elkaar worden geroepen. Dat gebeurt zeker bij mogelijke conflicten of tijdens de kabinetsformatie.
Fractiecommissies
Grote fracties hebben commissies waarin de specialisten op het gebied van bepaalde onderwerpen (dat wil zeggen de woordvoerders op het gebied van aan elkaar gerelateerde onderwerpen) met elkaar overleggen. Hoe dit precies is georganiseerd verschilt per fractie.
Personeel
Politiek Den Haag bestaat uit veel meer dan de politieke partijen en de afzonderlijke politici. De Tweede Kamerfracties en de individuele Tweede Kamerleden1 worden bij het uitvoeren van hun werkzaamheden namelijk bijgestaan door een grote staf van ondersteunend personeel. Zij assisteren de Kamerleden en de Kamerfracties bij hun dagelijkse taken. Daarbij valt te denken aan het inhoudelijk voorbereiden van debatten, het afhandelen van de post en het beheren van de agenda.
fractie |
zetels |
---|---|
37 |
|
25 |
|
24 |
|
20 |
|
9 |
|
7 |
|
5 |
|
5 |
|
3 |
|
3 |
|
3 |
|
3 |
|
3 |
|
2 |
|
1 |
In de negentiende eeuw was een individuele, onafhankelijke opstelling van Kamerleden vanzelfsprekend. Kamerleden werden geacht te letten op het algemeen belang en op het belang van het eigen kiesdistrict en stemden geheel volgens eigen inzichten.
Er bestonden ook geen fracties, zoals wij die nu kennen. De 'Kamerclubs' die na 1850 ontstonden, waren veelal een los verband van politieke geestverwanten, die vooral door aanhankelijkheid en/of vriendschap met een persoon ontstonden. Zo kenden we in de negentiende eeuw onder meer Groenianen (rond Groen van Prinsterer23), Thorbeckianen24 (rond Thorbecke25), Puttianen26 (rond Fransen van de Putte27) en Kappeynianen28 (rond Kappeyne van de Coppello29).
Poging van de liberalen om een Liberale Kamerclub op te richten, mislukten - behoudens een korte periode - grotendeels, vanwege de onderlinge verdeeldheid. Sommigen, zoals Sam van Houten30, weigerden om zich bij zo'n club aan te sluiten. Ook de katholieke voorman Schaepman31 trad enige tijd als eenling op in de Kamer.
Pas vanaf omstreeks 1880 kwamen er meer gestructureerde verbanden (kamerclubs), met name bij de antirevolutionairen, en later ook bij de liberalen en katholieken. Daarin vond afstemming van standpunten plaats, al hielden leden een grote mate van vrijheid.
In 1966 werden fracties voor in het reglement van orde32 genoemd. Feitelijk wordt het bestaan van fracties al sinds het begin van de twintigste eeuw erkend en worden bijvoorbeeld spreektijden per fractie toegekend.
Aantal fracties per zittingsperiode
periode |
na verkiezingen |
einde periode |
grootste fractie |
---|---|---|---|
2023-heden |
15 |
PVV (37) |
|
2021-2023 |
17 |
20 |
VVD (34) |
2017-2021 |
13 |
15 |
VVD (33) |
2012-2017 |
11 |
17 |
VVD (41) |
2010-2012 |
10 |
12* |
VVD (31) |
2006-2010 |
10 |
11 |
CDA (41) |
2003-2006 |
9 |
14 |
CDA (44) |
2002-2003 |
10 |
12 |
CDA (43) |
1998-2002 |
9 |
8 |
PvdA (45) |
1994-1998 |
12 |
15 |
PvdA (37) |
1989-1994 |
9 |
10 |
CDA (54) |
1986-1989 |
9 |
9 |
CDA (54) |
1982-1986 |
12 |
15 |
PvdA (47) |
1981-1982 |
10 |
10 |
CDA (48) |
1977-1981 |
11 |
11 |
PvdA (53) |
1972-1977 |
14 |
16 |
PvdA (43) |
1971-1972 |
14 |
15 |
PvdA (39) |
1967-1971 |
11 |
16 |
KVP (42) |
1963-1967 |
10 |
11 |
KVP (50) |
1959-1963 |
8 |
8 |
KVP (49) |
1956-1959 |
7 |
8 |
PvdA (50) |
-
*een afsplitsing van de PVV vond plaats toen de Kamer al met verkiezingsreces was.
Meer over
- 1.De Tweede Kamer bestaat uit 150 parlementariërs: volksvertegenwoordigers die op basis van evenredige vertegenwoordiging voor een periode van in principe vier jaar worden gekozen via de kandidatenlijst van een politieke partij. Zij controleren de regering en treden op als medewetgevers.
- 2.Een politieke partij is een groep van politieke geestverwanten. Politieke partijen streven vaak meer dan één doel na, zoals bevordering van werkgelegenheid, een eerlijke inkomensverdeling, een schoon milieu of het bestrijden van criminaliteit. Omdat niet iedereen deze doelen op dezelfde wijze nastreeft, zijn er meer partijen ontstaan.
- 3.De Tweede Kamer is deel van de volksvertegenwoordiging. Zij speelt een belangrijke rol bij de totstandkoming van wetten, controleert de regering en beslist over de vraag of een kabinet (of bewindspersoon) genoeg vertrouwen heeft.
- 4.Een fractievoorzitter is de leider van zijn fractie, een groep Kamerleden van dezelfde partij. Hij of zij voert het woord bij belangrijke debatten, zoals over de regeringsverklaring en bij de algemene beschouwingen over de rijksbegroting.
- 5.Na elke Tweede Kamerverkiezing, of soms na de val van een kabinet, begint het proces van de formatie van een nieuw kabinet. Doel van de kabinetsformatie is een kabinet te vormen dat enerzijds kan rekenen op steun van de meerderheid van de Tweede Kamer en anderzijds tot een gezamenlijk beleid kan komen. De Grondwet is vrij bescheiden wat betreft de kabinetsformatie. Slechts de artikelen 43 en 48 van de Grondwet spreken over de vorming van een kabinet: ministers en staatssecretarissen worden bij koninklijk besluit benoemd.
- 6.Een groep Tweede Kamerleden of Eerste Kamerleden die deel uitmaakt van dezelfde politieke partij, noemen we een fractie. Een fractie coördineert de activiteiten van zo'n groep politici en tijdens de wekelijkse fractievergadering bepalen de leden gezamenlijk standpunten over onderwerpen die in hun Kamer worden behandeld. In een fractie die uit meer dan één lid bestaat, worden de taken (beleidsterreinen) onderling verdeeld.
- 7.Een organisatie van Kamerleden die deel uitmaken van dezelfde politieke partij en gezamelijke standpunten bepaalt, noemen we een fractie. De fractievoorzitter geeft leiding aan een fractie en treedt als woordvoerder op bij belangrijke debatten. De Eerste Kamerfracties kennen geen fractiecommissies.
- 8.De fractie van de Partij voor de Vrijheid (PVV) telde na de Tweede Kamerverkiezingen van 22 november 2023 37 leden en was daarmee voor het eerst de grootste partij in de Tweede Kamer.
- 9.Deze fractie ontstond op 27 oktober 2023 toen de leden van de GroenLinks en PvdA besloten één fractie te vormen. De fractie telde tot 6 december 2023 zeventien leden, negen van de PvdA en zeven van GroenLinks en bestaat nu uit 25 leden. GroenLinks-PvdA maakt deel uit van de oppositie.
- 10.De fractie van de VVD heeft sinds de Tweede Kamerverkiezingen van 2023 24 zetels. Bij de verkiezingen van 2021 haalde de partij 34 zetels.
- 11.De fractie van NSC is sinds de verkiezingen van november 2023 in de Tweede Kamer vertegenwoordigd en telt 20 leden.
- 12.De fractie van D66 heeft sinds de Tweede Kamerverkiezingen van 22 november 2023 9 leden. Na de verkiezingen van 2021 had de fractie 24 leden.
- 13.De fractie van de BoerBurgerBeweging (BBB) heeft na de verkiezingen van 22 november 2023 zeven leden. Sinds 2 juli 2024 is de BoerBurgerBeweging-fractie een regeringsfractie.
- 14.De fractie van het CDA heeft sinds de Tweede Kamerverkiezingen van 22 november 2023 5 zetels. Na de verkiezingen van 17 maart 2021 waren dat er 15.
- 15.De fractie van de SP telt sinds de verkiezingen van 17 maart 2021 negen leden; vijf minder dan in 2017.
- 16.De fractie van DENK heeft sinds de verkiezingen van 22 november 2023 drie leden, evenveel als in de periode 2017-2023. DENK maakt deel uit van de oppositie.
- 17.De fractie van de Partij voor de Dieren (PvdD) telt sinds de Tweede Kamerverkiezingen van 22 november 2023 drie leden. De PvdD maakt deel uit van de oppositie.
- 18.De fractie van Forum voor Democratie (FVD) heeft sinds 6 december 2023 drie zetels. Na de Tweede Kamerverkiezingen van 17 maart 2021 waren dat er acht leden en een afsplitsing in mei 2021 vijf. FVD maakt deel uit van de oppositie.
- 19.De fractie van de SGP heeft sinds de Tweede Kamerverkiezingen van 17 maart 2021 drie leden. Dat zijn er evenveel als in 2021.
- 20.De fractie van de ChristenUnie heeft sinds de Tweede Kamerverkiezingen van 22 november 2023 drie leden, twee minder dan na de verkiezingen van 2021.
- 21.De fractie van Volt heeft op dit moment twee zetels in de Tweede Kamer. Bij de Tweede Kamerverkiezingen van 17 maart 2021 haalde de partij drie zetels, maar op 22 maart 2022 werd Nilüfer Gündoğan uit de fractie gezet.
- 22.De fractie van JA21 had na de verkiezingen van 17 maart 2021 drie leden. Op 1 september 2023 stapten Derk Jan Eppink en Nicki Pouw-Verweij over naar de BBB. Sindsdien heeft de fractie één lid.
- 23.Belangrijk negentiende-eeuws staatsman en geschiedschrijver, voorman van de antirevolutionairen. Beschouwde zichzelf niet als staatsman, maar als evangeliebelijder. Formuleerde in het boek 'Ongeloof en revolutie' de antirevolutionaire staatsleer, die uitgaat van de opvatting dat niet de volkswil maar het goddelijk gezag basis moet zijn voor het staatsbestel. Verzette zich zowel tegen de politiek van Willem II als tegen totstandkoming van de Grondwetsherziening in 1848. Was voorstander van een op bijbelse grondslagen bestuurd protestants Nederland. Streefde in 1850 naar een openbare gezindteschool en verliet (enige jaren) de Tweede Kamer na aanvaarding van de Lager-onderwijswet 1857. Keerde later nog enkele keren terug. Zeer erudiet en ondanks zwakke politieke basis gezaghebbend lid van de Kamer.
- 24.Na de Grondwetsherziening van 1848 was er in de Tweede Kamer een groep rond de staatsman Thorbecke, die werd aangeduid als 'Thorbeckianen'. Andere namen die werden gebruikt waren 'doctrinairen', 'constitutionelen' of 'geavanceerden'. De Thorbeckianen zijn als een subgroep (minderheid) in het negentiende-eeuwse liberalisme te beschouwen. Het merendeel van de liberalen was gematigder.
- 25.Liberale staatsman. Hoogleraar in Gent en Leiden, die als voorzitter van de Grondwetscommissie in 1848 grondlegger was van onze parlementaire democratie. Kwam als Tweede Kamerlid al in 1844 met acht medeleden met een voorstel tot herziening van de Grondwet in democratische zin. Werd in 1848 door koning Willem II gevraagd een liberale Grondwet te ontwerpen. Hierdoor kwamen er rechtstreekse verkiezingen en ministeriële verantwoordelijkheid en werden parlementaire rechten uitgebreid. Leidde daarna drie keer een kabinet, waarbij hij onder meer de Kieswet, Gemeentewet en Provincie Wet tot stand bracht. Legde daarmee ook de basis voor de bestuurlijke organisatie met drie bestuurslagen. Zijn tweede kabinet zorgde voor instelling van de HBS en aanleg van de Nieuwe Waterweg. Had niet de sympathie van koning Willem III. Hoewel hij veel medestanders later van zich vervreemdde en soms weerstanden opriep, was hij ongetwijfeld de grootste staatsman van de negentiende eeuw.
- 26.Met de Puttianen werden sympathisanten aangeduid van de liberale politicus I.D. Fransen van de Putte. Het ging om een klein aantal Tweede Kamerleden, onder wie P.A.S. van Limburg Brouwer en F.W.C. Blom Zij stonden tegenover de grotere groep Thorbeckianen. De informele groep bestond tussen 1866 en ca. 1871.
- 27.Voornaam liberaal in de tweede helft van de negentiende eeuw. Vernieuwingsgezind op koloniaal gebied. Markante Zeeuw zowel door zijn voorkomen als accent. Scherpe, geestige man, die beschikte over een goed verstand. Niet geheel vrij van ijdelheid. Was succesvol ondernemer in Nederlands-Indië. Werd na een jaar Kamerlidmaatschap in 1863 minister van Koloniën en kwam in 1866 in conflict met Thorbecke over de koloniale grondpolitiek. Vormde toen zelf een kabinet, dat echter door Thorbecke c.s. snel ten val werd gebracht. Trachtte tijdens zijn tweede periode als minister tevergeefs te bemiddelen in het conflict tussen de koning en diens oudste zoon Willem. In die kabinetsperiode brak de Atjeh-oorlog uit. Speelde later ook als Eerste Kamerlid nog een vooraanstaande rol.
- 28.In 1879 ontstond in de Tweede Kamer een liberale (sub)club, die naar hun voorman, mr. J. Kappeyne van de Coppello, de 'Kappeynianen' werd genoemd. Die maakte er zelf overigens geen deel van uit, want hij was sinds 1877 geen Kamerlid meer. De Kappeynianen behoorden niet tot de grotere 'plenaire' liberale kamerclub.
- 29.Energieke, beminnelijke liberale politicus, die in Den Haag een vermaard advocaat was. Stond bekend om zijn rechtskennis, vaardigheid als gevat debater en werklust. Hoewel hij tot de jong-liberalen behoorde, werd hij in 1876 'leader' van de liberale Kamerclub. In 1877 vormde hij een kabinet, waarin hij minister van Binnenlandse Zaken werd. Bracht de door de confessionelen fel bestreden Wet op het lager onderwijs tot stand. Zijn kabinet viel uiteen door de tegenstelling tussen progressieve en gematigde liberalen. Was na 1879 een 'vergeten' staatsman al kwam hij in 1888 nog in de Eerste Kamer. Was toen echter veel conservatiever dan voorheen. Vrij onconventioneel, maar aangenaam gezelschap.
- 30.Onafhankelijk en individualistisch liberaal, die bijna veertig jaar een belangrijke rol in de Nederlandse politiek speelde. Advocaat in en afgevaardigde van Groningen. Gold bij binnenkomst in het parlement als uiterst progressief. Zette zich af tegen de leer van staatsonthouding van Thorbecke. Bracht in 1874 via een initiatiefvoorstel het bekende Kinderwetje tot stand. Kwam geleidelijk in conservatiever vaarwater en keerde zich tegen de plannen van Tak voor algemeen mannenkiesrecht. Bracht als bekwaam minister van Binnenlandse Zaken in het kabinet-Röell in 1896 wel zeer krachtdadig een belangrijke kiesrechtuitbreiding tot stand. Zijn rol was daarna grotendeels uitgespeeld, al bleef hij begin twintigste eeuw actief als tegenstander van de evenredige vertegenwoordiging. Beminnelijk man in de omgang met een brede belangstelling; cultuurminnend en erudiet.
- 31.Priester, dichter en dé grote voorman van de katholieken aan het einde van de negentiende eeuw. Werd in 1880 als eerste priester Tweede Kamerlid. Ontwierp een politiek programma en sloot een verbond met de antirevolutionairen (de 'Coalitie') van Kuyper. Stond in eigen kring lange tijd nogal geïsoleerd, omdat hij veel progressiever en socialer was dan zijn geloofsgenoten (veelal industriëlen) in de Kamer. Steunde de kiesrechtuitbreiding, invoering van de leerplicht en afschaffing van de plaatsvervanging bij het leger. Pas in 1901 werd hij fractievoorzitter. Was hoogleraar aan het Seminarium te Rijsenburg. Boeiende en geestige spreker met een levendige voordracht. Ook een goed schrijver. In de omgang gezellig, goedlachs, praatgraag, en met iedereen op goede voet.
- 32.Het Reglement van Orde bevat regels over de gang van zaken in de Tweede Kamer. Wie mag wanneer spreken, hoe komt een besluit tot stand, wat zijn de taken van commissies, welke bevoegdheden heeft de voorzitter, aan welke regels moeten bezoekers zich houden: het is allemaal in dit reglement vastgelegd.
- 33.De Tweede Kamer kent naast een politieke een ambtelijke organisatie. Dat laatste omvat zowel de interne ambtelijke dienst van de Tweede Kamer als de ambtelijke ondersteuning van individuele fracties en Kamerleden (fractie- en persoonlijke medewerkers). Aan het hoofd van de interne ambtelijke organisatie staat de Griffier.
- 34.Bij de Tweede Kamerverkiezingen van 22 november 2023 is de PVV met 37 (+20) zetels de grootste partij geworden. GroenLinks/PvdA is met 25 zetels (+8 t.o.v. GroenLinks en de PvdA samen in 2021) de tweede partij, op de voet gevolgd door de VVD met 24 (-10) zetels. NSC komt met 20 zetels nieuw de Kamer in en is de vierde partij.