(Mede)wetgeving Eerste Kamer
De Eerste Kamer1 speelt, net als de Tweede Kamer2, een belangrijke rol bij de wetgeving. De Eerste Kamer stemt als laatste over alle wetsvoorstellen3. Bovendien kunnen door de regering4 tijdens de behandeling van een wetsvoorstel in de Eerste Kamer nog toezeggingen worden gedaan, die van belang zijn voor de uitvoering van de wet.
Bij verdragen heeft de Kamer de mogelijkheid om te vragen om uitdrukkelijke goedkeuring. Dit geldt eveneens bij sommige uitvoeringsmaatregelen (Algemene Maatregelen van Bestuur5).
Contents
Ieder wetsvoorstel komt bij de Eerste Kamer in stemming. Dat gebeurt soms zonder dat er in de Kamer over gesproken is, maar soms ook na een uitgebreide schriftelijke en mondelinge behandeling. Dat is afhankelijk van de omvang en betekenis van het wetsvoorstel.
Soms wordt alleen een klein onderdeel van een wet vanwege technische redenen gewijzigd. Dan is uitvoerige behandeling niet nodig. Als de Eerste Kamer zonder debat over een wetsvoorstel stemt, spreken we van een hamerstuk.
Formeel beschouwd kan de Eerste Kamer wetsvoorstellen alleen verwerpen of aannemen. In de praktijk heeft ze echter nog wel wat meer mogelijkheden en zijn debatten van belang. Uitspraken van bewindslieden in debatten over een wetsvoorstel kunnen een rol spelen in toekomstige rechtszaken. Het debat in de Eerste Kamer maakt namelijk onderdeel uit van de wetsuitleg. Verder kunnen Eerste Kamerleden de bewindslieden toezeggingen ontlokken over de uitvoering van de wet.
Als de Eerste Kamer dreigt een wetsvoorstel te verwerpen, zal een minister6 of staatssecretaris7 (eventueel na kabinetsberaad) geneigd zijn de Kamer tegemoet te komen. Een bewindspersoon neemt soms zelf het initiatief het wetsvoorstel te repareren door een wijzigingsvoorstel in te dienen. Zo'n tweede wetsvoorstel heet een novelle8.
Toch komt het weleens voor dat de Eerste Kamer een wetsvoorstel verwerpt, bijvoorbeeld omdat de toezeggingen of aanpassingen van de bewindspersoon niet ver genoeg gaan volgens de Kamer. De Eerste Kamer heeft op haar website een overzicht van de wetsvoorstellen die in de Eerste Kamer verworpen zijn sinds 1945.
Ten slotte komt het ook wel eens voor dat de Eerste Kamer zoveel kritiek op een wetsvoorstel heeft, dat de regering het niet meer op stemming laat aankomen en het voorstel maar intrekt.
Overigens zwicht de Eerste Kamer op haar beurt - na afweging van voors en tegens - wel eens voor de druk van de regering. Die kan namelijk dreigen af te treden indien de Eerste Kamer een wetsvoorstel zou verwerpen. Meestal neemt de Eerste Kamer het voorstel dan toch maar aan.
De Eerste Kamer stemt over alle wetsvoorstellen en dat geldt dus ook voor begrotingswetsvoorstellen. In de praktijk stemt de Eerste Kamer echter altijd in met dergelijke wetsvoorstellen. De laatste keer dat een begrotingsontwerp werd verworpen, was in 1907 (de begroting van het ministerie van Oorlog).
Omdat zij het recht van amendement9 mist, heeft de begrotingsbehandeling een veel geringere betekenis dan in de Tweede Kamer. Veel begrotingen worden door de Eerste Kamer daarom 'administratief' afgedaan. Dat betekent dat de Eerste Kamer er alleen over stemt. In een later stadium bespreekt ze soms nog wel het beleid van het betreffende ministerie of behandelt ze onderdelen daarvan. Deze debatten worden in de Eerste Kamer beleidsdebatten genoemd.
Net als in de Tweede Kamer kan een vijfde deel van de Eerste Kamer de regering binnen dertig dagen om uitdrukkelijke goedkeuring van een verdrag vragen. Dat komt evenwel slechts sporadisch voor. Een voorstel voor een goedkeuringswet wordt op dezelfde wijze als andere wetsvoorstellen door beide Kamers behandeld.
Een bekend voorbeeld is de opzegging van het verdrag inzake wekelijkse rusttijd in de handel en op kantoren. Op voorstel van het Eerste Kamerlid Kars Veling11 (ChristenUnie) werd hiervoor door 16 leden in februari 2000 nadrukkelijke goedkeuring gevraagd. Nadat de Tweede Kamer het voorstel in december 2000 met ruime meerderheid had aangenomen, verwierp de Eerste Kamer het op 13 maart 2001 met 40 tegen 33 stemmen.
De vraag of de Eerste Kamer om goedkeuring kan vragen van een uitvoeringsmaatregel (Algemene Maatregel van Bestuur) is een onderwerp van discussie. Die mogelijkheid moet dan in de wet worden genoemd, wat niet altijd het geval is.
Tot nu toe is er eenmaal (in 1985) een Algemene Maatregel van Bestuur op voorstel van een vijfde deel van de Eerste Kamer aan goedkeuring onderworpen. Het betrof een uitvoeringsbesluit van een grenswijziging tussen Zuid-Holland, Zeeland en Noord-Brabant.
meer over
- 1.De Eerste Kamer is deel van de volksvertegenwoordiging en heeft met name een rol op wetgevend gebied. Over een wetsvoorstel moet, als de Tweede Kamer het heeft aangenomen, ook door de Eerste Kamer worden gestemd. De Eerste Kamer kan een wetsvoorstel nog tegenhouden.
- 2.De Tweede Kamer is deel van de volksvertegenwoordiging. Zij speelt een belangrijke rol bij de totstandkoming van wetten, controleert de regering en beslist over de vraag of een kabinet (of bewindspersoon) genoeg vertrouwen heeft.
- 3.Een wetsvoorstel is een voorstel van de regering of een Kamerlid voor een nieuwe wet, of een voorstel om een bestaande wet te veranderen. Het komt vaak voor dat meer dan één ministerie bij een onderwerp en dus bij een wetsvoorstel betrokken is. Een wetsvoorstel kan ook door één of meer staatssecretarissen worden behandeld.
- 4.De regering is het centrale bestuur van ons land en bestaat uit de Koning en de ministers. Omdat de Koning onschendbaar is en de ministers verantwoordelijk zijn, wordt het kabinet, (ministers en de staatssecretarissen) in de praktijk ook vaak regering genoemd, bijvoorbeeld de regering-Rutte. Staatsrechtelijk gezien is dat onjuist.
- 5.Een algemene maatregel van bestuur (AMvB) is een besluit van de regering waarin regels uit een wet verder worden uitgewerkt. Voordeel is dat niet alle details precies in de wet zelf geregeld hoeven te worden. Bovendien kan een AMvB veel makkelijker (en dus sneller) worden gewijzigd dan een wet.
- 6.Ministers zijn politiek verantwoordelijk voor een bepaald beleidsterrein. Met uitzondering van ministers zonder portefeuille geven zij politieke leiding aan een departement. Daarbij kunnen zij terzijde worden gestaan door staatssecretarissen. Een minister, meestal lid van één van de partijen die in de Tweede Kamer het kabinet steunen, moet het vertrouwen van de Tweede Kamer hebben om de functie te kunnen vervullen.
- 7.Een staatssecretaris ondersteunt een minister bij het politiek leiden van een ministerie. Staatssecretarissen komen vooral voor bij 'zware' ministeries. Daar krijgen zij een specifiek beleidsterrein onder hun hoede, maar de minister blijft medeverantwoordelijk. Net als de minister moet een staatssecretaris verantwoording afleggen aan het parlement.
- 8.Een novelle is een wetsvoorstel tot wijziging van een wetsvoorstel dat nog aanhangig is bij de Eerste Kamer. Een novelle wordt door de regering ingediend als tijdens de behandeling van een wetsvoorstel in de Eerste Kamer blijkt dat er een fout in dat voorstel zit. Daarnaast kan via een novelle tegemoet worden gekomen aan bezwaren van de Eerste Kamer tegen een bepaald onderdeel van het wetsvoorstel. De Eerste Kamer stelt de regering dan voor de keuze: wij verwerpen het wetsvoorstel, tenzij het alsnog wordt gewijzigd.
- 9.De Tweede Kamer heeft sinds de Grondwetsherziening van 1848 het recht van amendement, dat wil zeggen de mogelijkheid wijzigingen (verbeteringen) aan te brengen in een voorliggend wetsvoorstel. Ieder Kamerlid heeft het recht amendementen in te dienen. Een amendement kan worden ingediend zodra een wetsvoorstel in handen van een commissie is gesteld tot aan het moment dat het voorstel wordt aangenomen of verworpen.
- 10.Nadat de Tweede Kamer de begrotingen van de ministeries en fondsen (bijvoorbeeld het Gemeentefonds) heeft aangenomen, moet ook de Eerste Kamer daar formeel over beslissen (stemmen). Sinds begin jaren zeventig gebeurde dat veelal zonder dat er een debat werd gehouden, maar recentelijk was er soms wel een debat. De Eerste Kamer kan, door het gemis van het recht van amendement, begrotingen niet meer wijzigen.
- 11.Bescheiden, aimabele en gewaardeerde senator van het GPV en later van de ChristenUnie, waarvan hij in 2002 ook de eerste lijsttrekker werd. Als docent, rector en hoogleraar goed ingevoerd in het onderwijs. Was geïnteresseerd in toepassing van ICT, zowel in het onderwijs als op andere terreinen. Raakte na voor zijn partij teleurstellend verlopen Tweede Kamerverkiezingen oververmoeid. Toen hij niet opnieuw gekandideerd werd, trok hij zich terug uit de politiek en keerde hij terug naar het onderwijs. Was in 2011-2016 directeur van het Huis voor democratie en rechtsstaat (ProDemos).
- 12.Vergeleken met de Tweede Kamer heeft de Eerste Kamer minder wetgevende rechten. Zo heeft zij niet het recht van amendement. De belangrijkste taken van de Eerste Kamer zijn medewetgeving en controle.