Controle Eerste Kamer - Main contents
Eerste Kamerleden i hebben, net als hun collega's in de Tweede Kamer i, recht op inlichtingen. Kamerleden kunnen daarnaast vragen stellen bij de behandeling van wetsvoorstellen i en tijdens debatten over begrotingen. Verder zijn in het reglement van orde i van de Eerste Kamer bepalingen opgenomen over het vragenrecht i en het recht van interpellatie i. Bovendien heeft de Eerste Kamer ook het recht van enquête i, hoewel dat in de praktijk nog nooit is ingezet.
Van het vragenrecht wordt veel minder gebruikgemaakt dan in de Tweede Kamer. Per jaar worden circa 10 vragen gesteld en gemiddeld zijn er slechts een à twee interpellaties per vierjarige periode.
Het beperkte gebruik van de controlerechten is terug te voeren op het politieke primaat van de Tweede Kamer i. Het vragenrecht richt zich bovendien vooral op zaken die nog niet door de Tweede Kamer aan de orde zijn gesteld, en op onderwerpen die specifiek met de behandeling van voorstellen in de Eerste Kamer samenhangen. Zo wordt soms gevraagd hoe het staat met de uitvoering van toezeggingen aan de Eerste Kamer.
Bij inlichtingenrecht is eigenlijk alleen het vragenrecht van belang. Interpellaties worden in de Eerste Kamer zelden gehouden.
-
Vragenrecht
Als uitvloeisel van het recht op inlichtingen i, waarover alle individuele Kamerleden beschikken, kennen Tweede en Eerste Kamer i het vragenrecht. Met dit recht kunnen alle leden behalve tijdens de debatten en de schriftelijke behandeling van (wets)voorstellen vragen stellen aan de regering. Hiervoor hebben ze, in tegenstelling tot bij het recht van interpellatie i, geen verlof van de Kamer nodig.
-
Recht van interpellatie
Het recht van interpellatie geeft Tweede i en Eerste Kamerleden i de mogelijkheid om met een bewindspersoon te debatteren over een onderwerp dat niet reeds op de vergaderagenda van de Kamer staat. Daarmee wordt de vastgestelde agenda van de Kamer immers duidelijk doorbroken (interpellatie komt van het Latijnse woord voor 'krachtig onderbreken'). Met het recht van interpellatie kunnen Kamerleden een minister i of staatssecretaris i in de Kamer ter verantwoording roepen.
-
Recht van enquête
Het parlement i heeft onder meer de taak de regering i te controleren. De Eerste i en Tweede Kamer i hebben daarom het recht om een onderzoek naar een bepaalde zaak in te stellen. Dit kan sinds juli 2023 de vorm van een parlementair onderzoek, beknopte parlementaire enquete of een reguliere parlementaire enquête i hebben.
De Eerste Kamer heeft echter nog nooit gebruik gemaakt van haar enquêterecht. In 1981 werd een voorstel tot het instellen van een enquête naar contracten over de verwerking van nucleair afval verworpen. Wel waren en in 1962-1963, en in 2011-2012 parlementaire onderzoeken. Ook in 2021 loopt een parlementair onderzoek naar de effectiviteit van anti-discriminatiewetgeving.
Bij het inlichtingenrecht spelen ook moties een rol.
-
Motie
Moties zijn uitspraken van de Tweede i of Eerste Kamer i, die door één of meer Kamerleden worden voorgesteld. Een motie wordt vaak gebruikt om een conclusie van een debat of een actiepunt voor een minister i (of staatssecretaris) vast te leggen. Moties komen veel voor bij de bespreking van regeringsnota's en -notities in de Tweede Kamer.
Een motie kan over verschillende onderwerpen gaan. Zo kan het een reactie op (nieuwe) ontwikkelingen zijn, of meer beleidsmatige aandacht voor een bepaald onderwerp. Daarnaast kan het een verzoek zijn voor meer of minder geld voor een bepaald beleidsonderdeel. De meest bekende vorm van motie is de motie van wantrouwen i, waarmee het vertrouwen in het kabinet wordt opgezegd en het kabinet moet aftreden.
meer over