Miljoenennota
De Miljoenennota geeft een overzicht van het budgettaire beleid van het kabinet1 voor het komende begrotingsjaar, inclusief meerjarenramingen. In de vorm van Vermoedelijke Uitkomsten bevat de Miljoenennota tevens geactualiseerde ramingen over de lopende begroting. De Miljoenennota wordt jaarlijks op de derde dinsdag in september (Prinsjesdag2) door de minister van Financiën3 aangeboden aan het parlement.
De Miljoenennota is de korte term voor de 'Nota betreffende de toestand van 's Rijks financiën'. Er wordt een overzicht gegeven van de uitgaven en inkomsten van de collectieve sector.
De Miljoenennota is zoals de naam al aangeeft een budgettaire nota en geen begrotingswetsvoorstel. De Tweede Kamer4 kan de Miljoenennota dan ook niet amenderen.
Volgens de Comptabiliteitswet5 moet de Miljoenennota in ieder geval de volgende informatie bevatten:
-
-beschouwingen over de budgettaire betekenis van het voorgenomen beleid voor het Rijk en voor andere onderdelen van de collectieve sector die als budgetdisciplinesector worden aangemerkt;
-
-beschouwingen over de betekenis van het voorgenomen beleid voor de volkshuishouding;
-
-ramingen voor het begrotingsjaar en de vier op het begrotingsjaar aansluitende jaren;
-
-een overzicht van ramingswijzigingen in het reeds lopende begrotingsjaar.
De Miljoenennota geeft dus een overzicht van het budgettaire beleid voor het volgende begrotingsjaar (inclusief de meerjarige doorwerking daarvan) en van bijstellingen in de begrotingen over het lopende jaar.
Vermoedelijke uitkomsten
De cijfers in de Miljoenennota over het nog lopende begrotingsjaar worden 'Vermoedelijke Uitkomsten' genoemd. Via de Vermoedelijke Uitkomsten wordt inzicht gegeven in de ramingsbijstellingen die sinds de Voorjaarsnota6 zijn opgetreden.
De Miljoenennota wordt geschreven onder verantwoordelijkheid van de minister (en staatssecretaris) van Financiën. Dat wil overigens niet zeggen dat andere ministeries en de premier niet bij de totstandkoming betrokken zijn. Zij leveren stukken over hun eigen departement aan en bespreken dat met de minister van Financiën. Over de uiteindelijke vaststelling van de Miljoenennota wordt iedere zomer door het kabinet beslist.
De eerste Miljoenennota werd op 18 september 1906, ter vervanging van de zogenaamde 'millioenenrede', aan het parlement aangeboden door minister De Meester7. De aanbieding van de Miljoenennota is sindsdien uitgegroeid tot een vaste traditie. Het begrotingsbeleid is in al die jaren echter gestoeld geweest op uiteenlopende systemen en begrotingsnormen, zoals de gulden financieringsregel, de Zijlstranorm, een feitelijk tekortnorm en de Zalmnorm.
Meer over
- 1.Met het begrip kabinet worden alle ministers en staatssecretarissen bedoeld. Een kabinet wordt genoemd naar de minister-president, bijvoorbeeld het kabinet-Drees of het kabinet-Kok. In het spraakgebruik worden de begrippen regering en kabinet vaak door elkaar gebruikt. Strikt genomen, is er echter een verschil tussen beide. Met de term 'regering' duiden we het staatshoofd (koning of koningin) samen met de ministers aan.
- 2.De derde dinsdag van september is het Prinsjesdag. Normaal gesproken reed de koning op die dag in de Glazen Koets naar het Binnenhof en las in de Ridderzaal de troonrede voor. Zolang de verbouwing van het Binnenhof gaande is, is de Koninklijke Schouwburg in Den Haag tot ten minste eind 2028 de plaats waar de Verenigde Vergadering van Eerste en Tweede Kamer plaatsvindt en de troonrede wordt voorgelezen. In de troonrede staan de plannen van de regering voor het komende jaar.
- 3.Dit ministerie speelt een centrale rol bij het vertalen van het algemeen regeringsbeleid in financieel beleid. Daarnaast coördineert het de openbare uitgaven en zorgt het ministerie voor de inning van de belastinggelden. Het ministerie is verantwoordelijk voor het beleid ten aanzien van de financiën van lagere overheden als provincies en gemeenten. Het monetaire beleid is eveneens een zorg van dit ministerie. Het ministerie behartigt de Nederlandse, financiële belangen in Europa en de rest van de wereld.
- 4.De Tweede Kamer is deel van de volksvertegenwoordiging. Zij speelt een belangrijke rol bij de totstandkoming van wetten, controleert de regering en beslist over de vraag of een kabinet (of bewindspersoon) genoeg vertrouwen heeft.
- 5.Het samenstel van parlementaire rechten op het gebied van de Rijksbegroting wordt budgetrecht of begrotingsrecht genoemd. Zo moeten begrotingswetsvoorstellen (wijzigingsvoorstellen daarvoor) worden goedgekeurd door de Tweede en Eerste Kamer. Het kabinet is het parlement ook achteraf verantwoording schuldig over het gevoerde begrotingsbeleid. In tegenstelling tot de Eerste Kamer kan de Tweede Kamer de begrotingen ook zelf wijzigen (amenderen).
- 6.De Voorjaarsnota is een overzicht van hoe het er voorstaat met de uitvoering van de lopende rijksbegroting. De minister van Financiën geeft in de Voorjaarsnota aan welke mee- en tegenvallers er zijn geweest of die te verwachten zijn. Daarnaast doet de minister eventueel voorstellen om de begroting te wijzigen.
- 7.Tamelijk onbekende Indische bestuurder, die in 1905 leider werd van een door Goeman Borgesius geformeerd liberaal minderheidskabinet ('een kabinet van kraakporselein'). Was voordien gemeentesecretaris van Groningen en hoofd van de Generale Thesaurie. Aan het kabinet-De Meester - ook wel 'de Staalmeesters' genoemd - kwam na tweeënhalf jaar een einde, nadat in 1907 minister van Oorlog Staal al had moeten aftreden na een eerste kabinetscrisis. Was als kabinetsleider wel gerespecteerd, maar weinig gezagvol. Nadien een vooraanstaand Tweede Kamerlid (en fractievoorzitter), en verder gemeenteraadslid in Den Haag en politiek redacteur van de liberale krant Het Vaderland. Hij eindigde zijn loopbaan als staatsraad.
- 8.Een begroting is een overzicht van de verwachte inkomsten en uitgaven in een bepaalde periode. Hoe komt de begroting van ons land, de rijksbegroting tot stand? Onderwerpen als de begrotingscyclus, het begrotingsstelsel en het begrotingsbeleid en het budgetrecht van de Tweede Kamer spelen hierbij een rol.
- 9.In de Rijksbegroting staan de verwachte verplichtingen, uitgaven en ontvangsten van de rijksoverheid voor het komende jaar. De Rijksbegroting bestaat in feite uit een aantal afzonderlijke begrotingen, vooral per ministerie. Al deze begrotingen moeten worden voorbereid, uitgevoerd en afgesloten en tenslotte verantwoord.