Sociaal-Democratische Partij (SDP)
De Sociaal-Democratische Partij in Nederland was een communistische partij. Zij ontstond in 1909 na ideologische conflict in de de SDAP1. Een groep rond Wijnkoop2, Ceton en Gorter wilde de klassenloze maatschappij via revolutionaire ontwikkeling tot stand brengen. De meerderheid van de SDAP koos voor een ontwikkeling via de parlementaire (democratische) weg.
De SDP streefde naar het in gemeenschapshanden komen van alle productiemiddelen en het afzweren van het kapitalisme. Zij voelde zich daarbij onderdeel van de internationale socialistische (communistische) beweging. Om daaraan nog meer uitdrukking te geven, werd in 1919 de naam gewijzigd in Communistische Partij Holland3.
De SDP kreeg na de invoering van het algemeen mannenkiesrecht twee afgevaardigden in de Kamer, Wijnkoop en Van Ravesteyn. In de Tweede Kamer4 vormden zij met Kruyt van de BCS5 en Kolthek6 (SP) de revolutionaire fractie. Kolthek verliet in februari 1920 die fractie.
De SDP zag de onderdrukking van de arbeidende klasse als een gevolg van het kapitalisme. Alleen een ander politiek-maatschappelijk bestel kon daarin verbetering brengen. Dat nieuwe bestel moest via revolutionaire weg tot stand komen. Versterking van het klassenbewustzijn van de arbeiders en klassenstrijd waren daar voorwaarden voor.
Als strijdpunten werden onder meer genoemd
-
-vervanging van het koningschap door een republiek
-
-afschaffing van de Eerste Kamer
-
-evenredige vertegenwoordiging en invoering volksreferendum
-
-gelijke rechten voor mannen en vrouwen
-
-volledige vrijheid van meningsuiting, stakingsrecht en actierecht
-
-betere arbeidswetgeving (regeling arbeidsduur, verbod kinderarbeid)
-
-kosteloze verzekering tegen ziekte, ouderdom, invaliditeit en werkloosheid
-
-verplicht neutraal openbaar onderwijs
-
-vervanging van het leger door algemene volksbewapening
-
-nationalisatie van nutsbedrijven, gezondheidszorg
-
-progressieve belasting en staatserfrecht
In 1907 richtte de onderwijzer J.C. Ceton en de journalist D. Wijnkoop het blad 'De Tribune' op, waarin felle kritiek werd geuit op de gematigde koers van de SDAP en op de partijleiding. Op een buitengewoon congres in Deventer in 1909 eiste de SDAP-fractie van de 'Tribunisten' dat zij hun activiteiten zouden staken, op straffe van royement. Toen zij weigerden, werden ze uit de SDAP gezet. Vervolgens gingen zij over tot oprichting van de SDP. Het blad 'De Tribune' bleef bestaan als partijblad.
De SDP bestreed de SDAP met enorme felheid. In 1917 was zij één van de weinige partijen die zich in enkele districten (o.a. in Amsterdam) mengde in de verkiezingsstrijd over de nieuwe Grondwet. Alle in de Kamer vertegenwoordigde partijen hadden in 1917 na het compromis over kiesrechtuitbreiding en gelijkstelling van openbaar en bijzonder onderwijs afgesproken af te zien van een verkiezingsstrijd ('laat zitten wat zit').
De SDP-kandidaten wisten echter geen zetel te veroveren. In 1918 kreeg de SDP wel twee afgevaardigden in de Kamer.
In november 1918, na de succesvolle Russische Revolutie, werd de naam veranderd in Communistische Partij Holland, om daarmee beter aan te sluiten bij de Communistische Internationale, de overkoepelende organisatie van alle communistische partijen.
De SDP werd geleid door marxistische intellectuelen, zoals David Wijnkoop2, zoon van een opperrabbijn, en dr. W. van Ravesteyn7, een letterkundige. Ook de dichter Herman Gorter behoorde tot de leiding van de SDP. Wijnkoop was partijvoorzitter en Ceton partijsecretaris. In 1916 trad ook de dichteres Henriëtte Roland Holst toe tot de SDP.
De SDP had vooral aanhang in de grote steden, met name in Amsterdam en Rotterdam. Zij profiteerde uiteraard relatief veel de invoering van het algemeen (mannen)kiesrecht, omdat zij vooral aanhang had onder de armste bevolkingsgroepen (het proletariaat).
Meer over
Kijk voor meer informatie over de SDP op de website van het Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen.
- 1.De Sociaal-Democratische Arbeiderspartij (SDAP) was een sociaaldemocratische partij, die lange tijd tevens republikeins en antimilitaristisch was. De SDAP werd in 1894 opgericht en kan als opvolger van de revolutionair-socialistische SDB (Socialistenbond) worden beschouwd. De partij was onderdeel van de socialistische zuil en nauw verbonden met organisaties als het NVV, dagblad Het Volk, de Arbeiderspers en de VARA. In 1946 ging de SDAP met VDB en CDU op in de PvdA.
- 2.Communistische voorman in de eerste helft van de twintigste eeuw. Zoon van een opperrabbijn. Brak in 1909 met de SDAP en was met Ceton medeoprichter van de SDP, waaruit de Communistische Partij Holland ontstond. Leider van de communisten in de jaren rond de Eerste Wereldoorlog. Agiteerde fel tegen de sociaaldemocraten en organiseerde in Amsterdam demonstraties tegen SDAP-wethouder Wibaut. Trad in 1925 uit de CPH, maar keerde daarin later terug.
- 3.De CPH was sinds 1919 de naam van de in 1909 opgerichte SDP. De CPH streefde naar een klassenloze maatschappij, waarbij de productiemiddelen en grond in handen van de staat waren. Zij was onderdeel van de Derde Internationale, het samenwerkingsverband van communistische partijen in de wereld. De Russische Revolutie en de Sovjet-Unie werden als voorbeelden beschouwd. In 1935 werd de naam gewijzigd in Communistische Partij van Nederland (CPN).
- 4.De Tweede Kamer is deel van de volksvertegenwoordiging. Zij speelt een belangrijke rol bij de totstandkoming van wetten, controleert de regering en beslist over de vraag of een kabinet (of bewindspersoon) genoeg vertrouwen heeft.
- 5.De in 1907 opgerichte Bond van Christen-Socialisten (BCS) was een socialistische partij die de bijbel als uitgangspunt had. De BCS wees het kapitalisme af en was tegenstander van particulier bezit. De klassenstrijd werd aanvaard. Het BCS-Kamerlid J.W. (Willy) Kruyt maakte deel uit van de revolutionair-socialistische fractie.
- 6.Tussen 1918 en 1922 vertegenwoordiger van de vooroorlogse (revolutionaire) Socialistische Partij in de Tweede Kamer. Was secretaris van het Nationaal Arbeids Secretariaat, de syndicalistische vakbeweging in Nederland. Weigerde zich in de Kamer te houden aan de vertrouwelijkheid van het gesprokene in Kamercommissies. Nadat hij kritiek had geuit op J.W. Kruyt, zijn collega in de revolutionair-socialistische fractie waarvan hij sinds 1918 deel uitmaakte, werd in februari 1920 de samenwerking verbroken en ging hij verder als eenling. Was ook gemeenteraadslid in Amsterdam en Groningen.
- 7.Letterkundige met een aristocratische achtergrond in de communistische fractie, die op wetenschappelijke wijze zijn marxistische standpunten verdedigde. Stichtte in 1907 met Wijnkoop en Ceton het marxistische weekblad 'De Tribune'. Hield zich als Tweede Kamerlid in het bijzonder bezig met buitenlandse zaken. Koos in 1925 bij het conflict tussen Wijnkoop en De Visser de zijde van Wijnkoop. Keerde op latere leeftijd terug in de SDAP. Pleitbezorger van natuurbehoud.
- 8.Diverse partijen zijn ooit vertegenwoordigd geweest in het Nederlandse parlement, maar nadien opgeheven. Een aantal daarvan zijn opgegaan in nieuwe partijen, waarvan sommige nog bestaan.