Gelijke rechten en non-discriminatie
Gelijkheid en het tegengaan van discriminatie nemen een belangrijke plek in op de agenda van de Europese Unie1. Door middel van wetgeving zorgt de EU ervoor dat burgers overal in de Europese Unie dezelfde mate van bescherming tegen discriminatie genieten.
Aandachtspunten daarbij zijn onder meer het bevorderen van gelijke behandeling van vrouwen op de arbeidsmarkt, van etnische en religieuze minderheden en van lesbische, homoseksuele, biseksuele, transgender, interseks mensen en queers (LHBTIQ).
In maart 2020 nam de Europese Commissie2 een strategisch plan voor gendergelijkheid aan voor de periode 2020-2025. In december 2022 kwam de Commissie met een gelijkheidspakket om discriminatie in de EU doeltreffender te kunnen bestrijden. Deze nieuwe wetgeving is erop gericht de organen voor gelijke behandeling in de lidstaten te versterken.
Contents
Lidstaten zijn door het EU-gelijkheidsrecht verplicht om organen voor gelijke behandeling op te richten. Deze openbare instellingen moeten bijstand verlenen aan slachtoffers van discriminatie en verslagen en aanbevelingen uitbrengen. Via EU-richtlijnen voor gelijke kansen en non-discriminatie krijgen deze organen bevoegdheden toegewezen. In december 2022 nam de Europese Commissie een gelijkheidspakket aan die een reeks bindende regels bevat om de bevoegdheden en de werking van deze organen te versterken. De nieuwe regels zetten onder meer in op ruimere bevoegdheden, onafhankelijkheid, toereikende middelen, toegankelijkheid voor alle slachtoffers en doeltreffendheid van organen voor gelijke behandeling. Gemeenschappelijke indicatoren moeten de aanzienlijke verschillen tussen de lidstaten wat betreft de organisatie en werking van deze organen helpen verkleinen.
De EU zet zich in voor de rechten van de vrouw, onder meer op de arbeidsmarkt. Zo werd al in de jaren vijftig in het EEG-verdrag3 de regel opgenomen dat mannen en vrouwen gelijk loon voor gelijk werk moeten krijgen. Toch is de ongelijkheid tussen man en vrouw nog duidelijk zichtbaar in de Europese Unie. Vanuit vrouwenorganisaties klinkt kritiek op de EU, omdat die geen duidelijke doelstellingen zou formuleren.
Wat doet de EU?
De Europese vrouw is momenteel gemiddeld hoger opgeleid dan de man, maar vrouwen verdienen nog altijd aanzienlijk minder. Daarnaast is de kans op een leidinggevende functie voor vrouwen half zo groot als voor mannen. In het kader van de strategie voor 2020-2025 heeft de EU in het voorjaar van 2023 een nieuwe richtlijn voor loontransparantie aangenomen. Dit zou moeten helpen de loonkloof tussen mannen en vrouwen te dichten.
Ook werkloosheid onder vrouwen is, met name in zuidelijke landen, nog altijd zeer hoog, in vergelijking met die onder mannen. Om deze verschillen beter te bestrijden, is in 2006 het Europees Instituut voor Gendergelijkheid4 (EIGE) opgericht.
In het plan voor de periode 2020-2025 wordt een tweedelig plan opgesteld om gelijkheid tussen man en vrouw te bereiken, ook om het zogenaamde 'gender mainstreaming' te versterken. Dit zal worden versterkt door gelijkheid tussen man en vrouw in alle EU beleidsonderwerpen op te nemen.
In 2020 werd het Digital Education Actieplan geïntroduceerd in relatie tot de nieuwe digitale strategie van de Commissie von der Leyen. Het houdt onder meer in dat er meer vrouwen op de digitale markt zouden moeten werken, aangezien zij nog steeds ondervertegenwoordigd zijn.
Ook ondertekenden Nederland, Slowakije en Malta (het voorzitterschapstrio5 van 1 januari 2016 tot 1 juli 2017) een gezamenlijke verklaring voor gendergelijkheid, met als doel meer vrouwen aan het werk te krijgen, zodat zij economisch zelfstandiger worden. Dit is ook opgenomen in de strategie van 2020-2025.
Gendergelijkheid is één van de doelstellingen van de EU 2020-strategie6. De arbeidsparticipatie is de afgelopen jaren toegenomen, maar dit is nog niet toereikend in vergelijking met de in de Europa 2020-doelstelling vastgestelde norm van 75%.
In de strategie van 2020-2025 benadrukte de Commissie ook het vrouwenquotum, om zo meer vrouwen in de bestuurskamers van Europese ondernemingen te krijgen. Dit doet zij omdat maar 8 procent van de algemeen directeuren van grote bedrijven in de EU een vrouw is. Dit bekende voorstel is een initiatief van oud-eurocommissaris Viviane Reding7.
In maart 2022 sloten EU landen een akkoord over een quotum voor de top van het bedrijfsleven. De Commissie gaat dit zelf ook uitvoeren: zij wil voor eind 2024 op alle managementniveaus zelfs evenveel mannen als vrouwen hebben. Op het moment is 41 procent van de managers van de commissie een vrouw, waarbij de 37 procent seniormanagement en 42 procent middenmanagement is meegeteld. In november 2022 stemde het Europees Parlement in met het quotum.
Personen van Afrikaanse afkomst
Volgens het Europees Parlement moeten de lidstaten meer doen om het "structurele racisme" tegen mensen van Afrikaanse afkomst tegen te gaan. Volgens het Parlement heeft deze groep te maken met discriminatie, onder meer op het gebied van werk en huisvesting. Europarlementariërs vinden dat er een strategie moet worden ontwikkeld om dit tegen te gaan. Daarnaast roepen zij Europese landen op mishandeling van Afrikanen door de politie tegen te gaan, te stoppen met "etnisch profileren" bij migratie en criminaliteitsbestrijding en excuses aan te bieden voor misdaden tegen de menselijkheid tijdens de koloniale tijd.
Roma
Wat betreft de gelijke kansen en de non-discriminatie voor etnische minderheden, maakt de EU zich zorgen om de positie van de Roma in Centraal- en Oost-Europa. Naast werkloosheid en verlies van zekerheid omtrent woon- en gezondheidszorg, worden de Roma openlijk het slachtoffer van racistisch geweld en indirecte discriminatie in openbare diensten, tewerkstelling, onderwijs en gezondheidszorg.
Onderwijs, werkgelegenheid, gezondheidszorg en huisvesting voor Roma werden tot prioriteit benoemd. Ook armoede, discriminatie en genderproblematiek binnen de Roma-gemeenschap moesten worden aangepakt. De regeringen van de betrokken landen hebben afgesproken hervormingen door te voeren en op nationaal vlak actieplannen op te zetten en budgetten vrij te maken, in samenwerking met internationale fondsen en donoren
In december 2013 is het eerste wettelijke akkoord op het gebied van de integratie van de Roma gesloten. Het akkoord moet een einde maken aan de eeuwenlange discriminatie van Roma. Op 4 april 2014 vond er een EU-top over de Roma plaats. Tijdens de top werd gesproken over de resultaten van de genomen maatregelen.
Joden
Ook maakt de EU zich zorgen om de positie van joden in Europa. Uit onderzoek door het Bureau van de EU voor de Fundamentele Grondrechten (FRA)8 in 2018 blijkt dat negenig procent van de Europese joden menen dat het antisemitisme toeneemt. Onder jongeren blijkt dit percentage volgens onderzoek in 2019 door de FRA op tachtig procent te liggen. Veel joden geven aan te worden lastiggevallen en synagoges en joodse evenementen te vermijden uit angst voor onveilige situaties. Daarnaast geeft veertig procent van de jongeren aan overwogen te hebben om te emigreren. Een overgroot deel van de ondervraagden in het onderzoek geeft ook aan op social media veel antisemitisme te ervaren.
In de afgelopen jaren hebben er meerdere aanslagen op joodse doelen plaatsgevonden in Europa. Zo was er in 2012 een aanslag op een joodse school in de Franse stad Toulouse. In mei 2014 werden vier mensen doodgeschoten bij het Joods Museum in Brussel. Op 7 januari 2015 vond er een gijzeling plaats in een joodse supermarkt in Parijs. Hierbij kwamen vier gijzelaars om het leven.
Door middel van wetgeving en steun aan projecten die de dialoog vergroten, wil de EU het antisemitisme bestrijden. Jaarlijks vindt er een seminar plaats waarin de Europese Commissie en Israël praten over de strijd tegen racisme, vreemdelingenhaat en antisemitisme. In januari 2015 heeft de voorzitter van de Europees Joods Congres (EJC) de Europese Unie opgeroepen een speciale werkgroep op te zetten met als doel het groeiende antisemitisme tegen te gaan.
Binnen de Europese Commissie is de Griekse Eurocommissaris voor de Bevordering van onze Europese levenswijze Margaritis Schinas9 belast met het leiden van de strijd van de Commissie tegen het groeiende antisemitisme.
De Europese Unie strijdt ook tegen discriminatie op grond van seksuele geaardheid. Het gaat daarbij om lesbische, homoseksuele, biseksuele, transgender, interseks mensen en queers (LHBTIQ). De Europese Commissie lanceerde voor de periode 2020-2025 haar eerste LHBTIQ-gelijkheidsstrategie gericht op de ongelijkheden en uitdagingen waarmee LHBTIQ-personen te maken hebben, alsook het verbeteren van hun leefsituatie. In de strategie staan vier thema's centraal ter verbetering van de positie van LHBTIQ-personen:
-
-het bestrijden van discriminatie
-
-het garanderen van veiligheid
-
-het opbouwen van een inclusieve samenleving en
-
-het oproepen tot gelijkheid van LHBTIQ-personen over de hele wereld.
Terwijl in onder andere België, Denemarken, Frankrijk, Nederland, Portugal, Spanje, Duitsland en Zweden het homohuwelijk mogelijk gemaakt is, is de tolerantie voor LHBTIQ-personen niet in elke lidstaat vanzelfsprekend. In sommige landen staan de grondrechten van deze personen onder druk. De Europese Commissie wil met deze strategie een signaal geven aan landen waar maatregelen gelden die hen stigmatiseren en discrimineren. Om de veiligheid van LHBTIQ-personen te garanderen zal de Commissie in 2021 een initiatief voorleggen om haatmisdrijven en haatuitingen tegen LHBTIQ-personen strafbaar te maken. De Commissie is daarnaast onder meer van plan om financieringsmogelijkheden te bieden voor initiatieven die haatzaaien, desinformatie en geweld in dit kader bestrijden.
In maart 2021 riep het Europees Parlement de hele Europese Unie uit tot vrijheidszone voor de LHBTIQ-gemeenschap. Een grote meerderheid in het Parlement schaarde zich achter de resolutie, die een reactie is op de meer dan 100 'LHBTIQ-vrije zones' in Polen. Het Europees Parlement doet dat precies twee jaar nadat een Pools lokaal bestuur haar gemeente als een 'LHBTIQ-vrije zone' uitriep in maart 2019. Sindsdien volgden meerdere Poolse gemeenten, en ook in Hongarije worden de burgerrechten van LHBTIQ'ers geschonden. Met het uitroepen van de EU-vrijheidszone wil het Europees Parlement tegenwicht bieden tegen de toenemende discriminatie en haatdelicten op de LHBTIQ-gemeenschap in Europa. De Europarlementariërs roepen de Europese Commissie daarbij op alle mogelijke middelen in te zetten om de schendingen van de grondrechten van deze personen tegen te gaan.
Het Europees Parlement is tevreden dat de meeste lidstaten de richtlijnen omtrent gelijke kansen en non-discriminatie hebben opgenomen in hun nationale wetgeving. Toch wil het Europees Parlement dat:
-
-lidstaten ervoor zorgen dat slachtoffers van discriminatie in gerechtelijke procedures kosteloos worden bijgestaan, ook wanneer zij daar zelf niet de financiële middelen voor hebben
-
-lidstaten aan verenigingen, organisaties en andere rechtspersonen de mogelijkheid geven om slachtoffers van discriminatie te ondersteunen in het nemen van gerechtelijke stappen
-
-lidstaten nationale plannen opstellen tegen alle vormen van discriminatie
-
-de Commissie met een gemeenschappelijke, Europese definitie van positieve actie moet komen, zodat alle lidstaten met dezelfde definities kunnen werken in het bestrijden van discriminatie
-
-minderheidsgroepen, zoals de Roma, specifieke en maatschappelijke bescherming krijgen.
Parlementsleden10 maken zich nog zorgen over de geringe kennis over de anti-discriminatiewetgeving bij de burgers in de lidstaten. Het Parlement herinnert de lidstaten aan hun verplichting om hun burgers voor te lichten en om campagnes te steunen voor meer bewustwording ten aanzien van de nationale wetgeving en over de instanties die betrokken zijn bij de bestrijding van discriminatie. De nationale regeringen moeten dus meer doen om hun burgers bekend te maken met de wet- en regelgeving op het gebied van gelijke kansen en non-discriminatie.
Het Europees Parlement pleit voor Europese regelgeving. Parlementsleden stellen dat het geen zin heeft om discriminatie op bepaalde gebieden te verbieden en op andere gebieden toe te staan. Hoewel enkele lidstaten tegen gecentraliseerd Europees beleid op het gebied van antidiscriminatie zijn, is de Europese Commissie gezwicht voor de druk van het Europees Parlement. In april 2009 heeft het Europees Parlement met een allesomvattende antidiscriminatierichtlijn ingestemd. Deze richtlijn verbiedt discrimineren op basis van leeftijd, handicap, seksuele geaardheid en religie, ook buiten de werksfeer.
Bescherming van vrouwen tijdens coronapandemie
In januari 2021 erkende het Europees Parlement dat de politieke respons op het toegenomen geweld tegen vrouwen tijdens de coronapandemie onvoldoende was geweest. Het vroeg aan de lidstaten goede nationale waarschuwingssystemen voor deze problematiek te installeren en aan de Europese Commissie om een protocol voor de bestrijding van geweld tegen vrouwen in crisistijden op te stellen.
- 1.De Europese Unie (EU) is het belangrijkste samenwerkingsverband in Europa. De deelnemende landen hebben voor deze Unie een aantal organisaties opgericht waaraan zij een deel van hun eigen bevoegdheden hebben overgedragen. Dit zijn onder meer het Europees Parlement, de Europese Commissie, de Raad en het Europese Hof van Justitie.
- 2.The European Commission is the executive body of the EU and runs its day-to-day business. It is made up of the College of Commissioners, 27 European Commissioners, one for each member state, who are each responsible for one or several policy areas. In addition, the 'Commission' also refers to the entire administrative body that supports the Commissioners, consisting of the Directorates-General and the Services.
- 3.De Europese Economische Gemeenschap (EEG) is de voorloper van de huidige Europese Unie. De EEG werd in 1957 door middel van het Verdrag van Rome opgericht om de samenwerking tussen de landen in Europa te bevorderen. Daarmee moest tevens voorkomen worden dat deze landen opnieuw met elkaar in oorlog zouden raken. De EEG telde oorspronkelijk zes lidstaten: België, Frankrijk, Italië, Luxemburg, Nederland en toenmalig West-Duitsland. Tussen de deelnemende lidstaten ontstond geleidelijk een gemeenschappelijke markt: de interne handelstarieven op veel producten werden verwijderd.
- 4.The European Institute for Gender Equality (EIGE) is a European agency supporting the work of EU governments and EU institutions (especially the Commission) in this field. Not only is gender equality a fundamental right – progress in this area is also vital for the EU to meet its goals of economic growth and social cohesion. Although inequalities still exist, the EU has made significant progress in recent decades. This is mainly thanks to legislation and the inclusion of gender equality in all fields of public policy, as well as specific measures to advance women
- 5.De drie achtereenvolgende EU-voorzitterschappen Nederland, Slowakije en Malta werkten van 1 januari 2016 tot en met 30 juni 2017 samen als trojka voor de duur van 18 maanden. Ze stelden een gezamenlijk beleidsprogramma op met punten waaraan zij als voorzittende landen wilden werken.
- 6.De EU 2020-strategie was de langetermijnstrategie van de Europese Unie voor een sterke en duurzame economie met veel werkgelegenheid. Deze strategie bouwde voort op de Lissabon-strategie (2000-2010) en moest ervoor zorgen dat de Europese economie zich ontwikkelde tot een zeer concurrerende, sociale en groene markteconomie. Net als bij de Lissabon-strategie was de looptijd van de EU 2020-strategie tien jaar.
- 7.Viviane Reding (1951) is a member of the European Parliament as an independent member, and is aligned with the European People's Party. She is elected on behalf of Luxembourg. From 1999 to 2014, Reding was Member of the European Commission. During the Barroso II Commission, she was Vice-President and Commissioner of Justice and Citizens' Rights. In the Barroso I Commission (2004-2010) Reding served as Commissioner for Information Society and Media. From 1999 to 2004, Reding was appointed Commissioner for Education, Culture, Youth, Media and Sport. Reding served as the leader of Luxembourg's EPP delegation in the European Parliament from 1989 to 1999 and she was a Member of the group's Bureau. She started her career as a member of the Luxembourg Parliament (1979-1989).
- 8.The EU Agency for Fundamental Rights (FRA) provides independent, evidence-based advice to EU and national decision makers, thereby helping to make debates, policies and legislation on fundamental rights better informed and targeted.
- 9.Margaritis Schinas (1962) is Commissioner on behalf of Greece in the Commission-Von der Leyen since December 1st 2019. He is responsible for promoting the European way of life. Schinas was a member of the European Parliament from 1 October 2007 to 13 July 2009 as an independent member, and was aligned with the European People's Party. After that he served a civil servant in the Commission, becoming a lead spokesperson.
- 10.De leden van het Europees Parlement zijn rechtstreeks gekozen volksvertegenwoordigers die de belangen behartigen van de bevolking van de 27 lidstaten van de Unie. Het Europees Parlement telt 720 leden, onder wie de voorzitter.