30004 - Wijziging van de Meststoffenwet en intrekking van de Wet verplaatsing mestproductie en de Wet herstructurering varkenshouderij (vereenvoudiging productierechten)
Please note
This page contains a limited version of this dossier in the EU Monitor.
Dit wetsvoorstel werd op 22 februari 2005 ingediend door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Veerman1, en de staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, Van Geel2.
Dit voorstel is gebaseerd op de overweging, dat het wenselijk is de regels ter beperking van de omvang van de mestproductie te vereenvoudigen.
Contents
Wijziging van de Meststoffenwet en intrekking van de Wet verplaatsing mestproductie en de Wet herstructurering varkenshouderij (vereenvoudiging productierechten)
Bij dit wetsvoorstel werden twee nota's van wijziging en zeven amendementen ingediend. (24 stuks)2 |
22 februari 2005, koninklijke boodschap, nr. 1
KST84282 Koninklijke boodschap publicatie: 25 februari 2005 |
2 |
22 februari 2005, voorstel van wet, nr. 2
KST84283 Voorstel van wet publicatie: 25 februari 2005 |
2 |
22 februari 2005, memorie van toelichting, nr. 3
KST84284 Memorie van toelichting publicatie: 25 februari 2005 |
Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met het inleidende gedeelte van de memorie van toelichting, alle documenten in dit dossier, een overzicht van door dit wetsvoorstel gewijzigde wetten, een overzicht van Kamerleden en bewindslieden die bij de behandeling van dit dossier het woord hebben gevoerd en een overzicht van verwante dossiers.
The full version is available for registered users of the EU Monitor by ANP and PDC Informatie Architectuur.
The EU Monitor enables its users to keep track of the European process of lawmaking, focusing on the relevant dossiers. It automatically signals developments in your chosen topics of interest. Apologies to unregistered users, we can no longer add new users.This service will discontinue in the near future.
- 1.Boer uit de Hoekse Waard, die vierenhalf jaar minister van Landbouw was. Was aanvankelijk leraar, maar nam later het ouderlijk akkerbouwbedrijf over en werd ook boer in Frankrijk. Actief als gemeenteraadslid en in adviesorganen van het CDA. Was docent en hoogleraar in Delft, Rotterdam en Tilburg en daarna voorzitter van het bestuur van de Landbouwuniversiteit. Vakminister die de agrarische sector goed kende en zich daardoor goed staande kon houden in debatten. Trad krachtig op bij de uitbraak van vogelgriep. Gebrek aan politiek gevoel bracht hem enkele keren in problemen, zonder dat echter zijn integriteit en toewijding ter discussie stonden.
- 2.Vooraanstaande Brabantse CDA-politicus die tijdens Balkenende IV fractievoorzitter in de Tweede Kamer was. Van 22 juli 2002 tot 22 februari 2007 was hij in de kabinetten-Balkenende I, II en III staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer met verantwoordelijkeid voor het milieubeleid. Daarvoor was hij gemeentesecretaris van Helmond en lid van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant. Vooral door successen in die functie werd hij in 2001 gezien als mogelijke nieuwe aanvoerder van het CDA. Bestuurlijk ingesteld en pleitbezorger van zakelijke debatten. Wielerliefhebber.
- 3.Relativerende Groningse liberaal, die in de Eerste Kamer twaalf jaar namens de VVD het woord voerde over onderwerpen op het gebied binnenlandse zaken, zoals herindelingen, grondwetsherzieningen en de burgemeestersbenoeming. Daarnaast hield hij zich bezig met wetgeving op het raakvlak van landbouw en natuur en met Koninkrijksrelaties. Was voor hij senator werd in Groningen en Drenthe werkzaam als hoofd personeel en organisatie van een industrieel bedrijf, als hoofd van een zorginstelling en als directeur van een thuiszorgorganisatie. Daarna was hij zelfstandig organisatie-adviseur.
- 4.Rasechte Fries, die zesenhalf jaar Eerste Kamerlid voor het CDA was. Werkte als docent biologie, adjunct-directeur en directeur van de Bijzondere Hogere Landbouwschool in Leeuwarden en was daarna in de periode 1986-1999 lid van Gedeputeerde Staten van Friesland. Had zodoende gedegen kennis van de landbouw en van het landbouwonderwijs. In de Senaat voerde hij over die onderwerpen het woord en daarnaast over hoger onderwijs (onder meer over de invoering van de bachelor-masterstructuur) en waterstaat. Was tevens voorzitter van de Landbouwcommissie in de Eerste Kamer. Ervaren bestuurder, die als vriendelijk en doortastend bekendstond.
- 5.Bescheiden, principiële, pijprokende jurist uit Uddel op de Veluwe, die vijfentwintig jaar een alom gerespecteerd Eerste Kamerlid voor de SGP was. Kwam uit een boerengezin. Hij combineerde het Eerste Kamerlidmaatschap achtendertig jaar met de functie van beleidsmedewerker van de SGP-Tweede Kamerfractie. Was daarnaast geruime tijd Statenlid in Gelderland. Als lid van een kleine fractie, één periode zelfs een eenmansfractie, woordvoerder bij honderden kamerdossiers. Hoewel zijn stem in de Senaat soms de doorslag kon geven, stelde hij zich altijd nuchter en zakelijk op.
- 6.Johan Remkes (1951) begon zijn politieke loopbaan als voorzitter van de JOVD en werd later lid van Gedeputeerde Staten van Groningen. In de perioden oktober 1993-augustus 1998 en november 2006-juni 2010 was hij Tweede Kamerlid voor de VVD. Hij hield zich als Kamerlid onder meer bezig met economische zaken, binnenlandse zaken, belastingen en mediabeleid. In het tweede kabinet-Kok was hij staatssecretaris van Volkshuisvesting. Van 22 juli 2002 tot 22 februari 2007 was hij minister van Binnenlandse Zaken. In het kabinet-Balkenende I (2002-2003) was hij tevens vicepremier. In de periode 2019-2020 was hij waarnemend burgemeester van 's-Gravenhage en daarvoor van 1 juli 2010 tot 1 januari 2019 Commissaris van de Koning(in) in Noord-Holland. In 2017-2018 was hij voorzitter van de Staatscommissie parlementair stelsel. Van 19 april tot 1 december 2021 was de heer Remkes waarnemend commissaris van de Koning in Limburg.