30654 - Wijziging van de Wet ammoniak en veehouderij
Please note
This page contains a limited version of this dossier in the EU Monitor.
Dit wetsvoorstel werd op 28 juli 2006 ingediend door de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, Dekker1.
Dit voorstel is gebaseerd op de overweging, dat het wenselijk is wijzigingen aan te brengen in de regels gesteld met betrekking tot beslissingen inzake vergunningen krachtens de Wet milieubeheer, voorzover het betreft de ammoniakemissie uit dierenverblijven van veehouderijen.
Contents
Wijziging van de Wet ammoniak en veehouderij
Bij dit wetsvoorstel werden drie nota's van wijziging en negen amendementen ingediend. Bij dit dossier werden in de Tweede Kamer 26 moties ingediend. (153 stuks)2 |
28 juli 2006, koninklijke boodschap, nr. 1
KST99848 Koninklijke boodschap publicatie: 23 augustus 2006 |
2 |
28 juli 2006, voorstel van wet, nr. 2
KST99849 Voorstel van wet - Voorstel van wet tot wijziging van de Wet ammoniak en veehouderij publicatie: 23 augustus 2006 |
2 |
28 juli 2006, memorie van toelichting, nr. 3
KST99850 Memorie van toelichting publicatie: 23 augustus 2006 |
Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met het inleidende gedeelte van de memorie van toelichting, alle documenten in dit dossier, een overzicht van door dit wetsvoorstel gewijzigde wetten, een overzicht van Kamerleden en bewindslieden die bij de behandeling van dit dossier het woord hebben gevoerd en een overzicht van verwante dossiers.
The full version is available for registered users of the EU Monitor by ANP and PDC Informatie Architectuur.
The EU Monitor enables its users to keep track of the European process of lawmaking, focusing on the relevant dossiers. It automatically signals developments in your chosen topics of interest. Apologies to unregistered users, we can no longer add new users.This service will discontinue in the near future.
- 1.Uit een werkgeversvereniging afkomstige VVD-politica, die in het kabinet-Balkenende II minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer werd. Was eerder onder meer arbeidsinspectrice, ambtenaar op Landbouw en directeur van het Nederlands Verbond van Ondernemers in de Bouwnijverheid. Trachtte als minister tevergeefs het huurbeleid te liberaliseren, maar legde met de Nota Ruimte wel de basis voor een ander beleid op het gebied van de ruimtelijke ordening. Had goede contacten in het land en werd geprezen vanwege haar vermogen om naar 'het veld' te luisteren, maar was tamelijk onwennig in de Haagse politiek. Trad af na het rapport over de brand in het cellencomplex op Schiphol. Is sinds 2018 minister van staat.
- 2.Senator voor de PvdA, na onder meer wethouder in Culemborg en plaatsvervangend directeur bestuurlijke en juridische zaken bij de VNG (Vereniging van Nederlandse Gemeenten) te zijn geweest. Begon zijn loopbaan als leraar maatschappijleer en was gewestelijk voorzitter van de PvdA in Gelderland. Nauw betrokken bij het lokale bestuur, maar ook internationaal georiënteerd. Hield zich als Eerste Kamerlid onder meer bezig met Europese samenwerking, waterstaat, socialewerkvoorziening en natuurbeleid (landbouw en milieu).
- 3.Rasechte Fries, die zesenhalf jaar Eerste Kamerlid voor het CDA was. Werkte als docent biologie, adjunct-directeur en directeur van de Bijzondere Hogere Landbouwschool in Leeuwarden en was daarna in de periode 1986-1999 lid van Gedeputeerde Staten van Friesland. Had zodoende gedegen kennis van de landbouw en van het landbouwonderwijs. In de Senaat voerde hij over die onderwerpen het woord en daarnaast over hoger onderwijs (onder meer over de invoering van de bachelor-masterstructuur) en waterstaat. Was tevens voorzitter van de Landbouwcommissie in de Eerste Kamer. Ervaren bestuurder, die als vriendelijk en doortastend bekendstond.
- 4.Sociaal voelende en maatschappelijk geëngageerde huisarts uit Groningen, die twaalf jaar voor de SP in de Eerste Kamer zat. Van huis uit betrokken bij de gezondheidzorg. Was voor zij Eerste Kamerlid werd twee jaar voorzitter van de Landelijke Huisartsenvereniging. Deskundig en daardoor ook bij politieke 'tegenstanders' een gewaardeerd Kamerlid. Dat betrof allereerst het terrein van de volksgezondheid, maar verder onderwerpen als welzijn, landbouw, natuur en voedselkwaliteit, ruimtelijke ordening en milieu. Was acht jaar voorzitter van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
- 5.Vooraanstaande Brabantse CDA-politicus die tijdens Balkenende IV fractievoorzitter in de Tweede Kamer was. Van 22 juli 2002 tot 22 februari 2007 was hij in de kabinetten-Balkenende I, II en III staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer met verantwoordelijkeid voor het milieubeleid. Daarvoor was hij gemeentesecretaris van Helmond en lid van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant. Vooral door successen in die functie werd hij in 2001 gezien als mogelijke nieuwe aanvoerder van het CDA. Bestuurlijk ingesteld en pleitbezorger van zakelijke debatten. Wielerliefhebber.
- 6.Boer uit de Hoekse Waard, die vierenhalf jaar minister van Landbouw was. Was aanvankelijk leraar, maar nam later het ouderlijk akkerbouwbedrijf over en werd ook boer in Frankrijk. Actief als gemeenteraadslid en in adviesorganen van het CDA. Was docent en hoogleraar in Delft, Rotterdam en Tilburg en daarna voorzitter van het bestuur van de Landbouwuniversiteit. Vakminister die de agrarische sector goed kende en zich daardoor goed staande kon houden in debatten. Trad krachtig op bij de uitbraak van vogelgriep. Gebrek aan politiek gevoel bracht hem enkele keren in problemen, zonder dat echter zijn integriteit en toewijding ter discussie stonden.