Club-Pyttersen
Deze liberale Kamerclub ontstond in juni 1896 na een geschil van mening onder de liberalen over de ontwerp-Kieswet van Van Houten. Dertien leden steunden het wetsontwerp, terwijl de andere leden van de vooruitstrevend liberale Kamerclub daar tegen waren. Zij vonden de kiesrechtuitbreiding die de nieuwe wet zou opleveren onvoldoende.
De club-Pyttersen, genoemd naar het Tweede Kamerlid H. Pyttersen1, was een informele club, die (tot 1897) nauwelijks als aparte fractie opereerde. De betekenis ervan was vooral dat de leden niet langer tot de vooruitstrevende club behoorden.
Tot de club-Pyttersen behoorden minder vooraanstaande Kamerleden als Hesselink van Suchtelen2, Roessingh3 en Schepel4. Allen waren afgevaardigden van plattelandsdistricten.
- 1.Friese liberale predikantszoon die in 1891 via het rode district Schoterland in de Tweede Kamer kwam. Boekhandelaar en uitgever in Sneek (onder meer uitgever van een bekende almanak). Als Kamerlid vurig pleitbezorger van betere arbeidsomstandigheden. Diende een initiatiefvoorstel in over verbetering van de arbeidstoestanden in bakkerijen. Leidde in 1896-1897 een kamerclub van vooruitstrevende liberalen die steun gaven aan de Kieswet van Van Houten, hoewel die geen algemeen mannenkiesrecht bracht. Sprak geregeld over Suriname.
- 2.Ruim zeventien jaar de liberale afgevaardigde van het district Doetinchem. Was al op jonge leeftijd burgemeester van Groenlo; een functie die hij combineerde met de advocatuur. Behoorde tot de vooruitstrevende liberalen in de Tweede Kamer. In 1893 benoemd tot burgemeester van Wageningen, wat hij ruim 29 jaar bleef. Als (oud-)schoolopziener vooral onderwijsspecialist. Sprak evenwel niet zo vaak en was geen groot redenaar.
- 3.Liberale afgevaardigde voor het district Emmen eind negentiende en begin twintigste eeuw. In Emmen predikant. Behoorde tot de moderne richting in de Hervormde kerk en was een leerling van P. Hofstede de Groot. Zijn vader was eveneens predikant. Sprak ook in de Tweede Kamer met galmende domineesstem. Had in de Kamer als specialisme volksgezondheid. Voorstander van vereenvoudiging van de eed.
- 4.Plattelandsafgevaardigde in de tweede helft van de negentiende eeuw. Vertegenwoordigde in de Tweede Kamer de liberale Groningse herenboeren. Zette zich in voor verbetering van de landbouw en voor betere spoorwegverbindingen met Noord-Nederland. Antimilitarist, die met een wetsvoorstel kwam om de verdediging van Nederland te beperken tot de Stelling van Amsterdam. Vrij lang; had meer het postuur van een officier dan van een landbouwer. Stond bekend als bescheiden en eenvoudig, met praktische kennis van de veeteelt.