Prachtige initiatieven
In de periode 2003-2007 zijn liefst 47 initiatiefvoorstellen ingediend. Het betrof onder meer het boerkaverbod, het vaderverlof, een verbod op pelsdierhouderij, het strafbaarstellen van het ontkennen van genocide en het raadplegend referendum. Het lijkt erop dat fracties en Kamerleden zich meer dan in het verleden willen profileren met eigen voorstellen. Daar is op zich niets mis mee, maar indienen is nog iets anders dan realiseren.
Van de genoemde 47 voorstellen zijn er nog 37 in behandeling. Vijf hebben inmiddels de eindstreep gehaald, waarvan het bekendste is dat over het raadplegend referendum over de Europese Grondwet. Drie liggen bij de Eerste Kamer, één voorstel sneuvelde in de Tweede Kamer en één (over echtscheidingen) werd door de Eerste Kamer verworpen. In totaal liggen er overigens nog 54 initiatiefvoorstellen bij de Tweede Kamer. Met vijftien daarvan is na indiening nog niets gebeurd. Het gaat dan bijvoorbeeld om een voorstel uit 2000 over een ombudsman voor huurders, een voorstel uit 2001 over maatschappelijk verantwoord ondernemen en een voorstel uit 2002 over reclamesleepvliegen.
Veelal speelt daarbij mee dat de indiener inmiddels geen deel meer uitmaakt van de Kamer. Het voorstel over reclamevliegtuigjes was bijvoorbeeld afkomstig van GroenLinks-lid Van der Steenhoven1, die na de verkiezingen van 2002 de Kamer verliet. Als er geen ander is die de verdediging wil overnemen, verdwijnt een voorstel soms in een la. Die kans is nog groter als een fractie geheel uit het parlement verdwijnt. Voor een door de LPF'er Eerdmans2 ingediend voorstel over invoering van minimumstraffen voor moord en doodslag geldt overigens dat dit is overgenomen door de PVV'er De Roon3.
Het recht van initiatief is, met het recht om wetsvoorstellen wel of niet aan te nemen, één van de oudste parlementaire rechten. In de periode 1815-1830 maakten Tweede Kamerleden er al volop gebruik van. Vooral de 'Belgische' leden betoonden zich op dat vlak actief. Veel van hun initiatieven strandden echter in de koningsgezinde Eerste Kamer. Die - ironisch genoeg - vooral op verzoek van de Belgen in het leven geroepen Kamer toonde zich een waar bolwerk van de Kroon.
Na 1848 bleef het aantal initiatiefvoorstellen betrekkelijk laag. Het bekendste was ongetwijfeld dat van Samuel van Houten4 over het verbod op kinderarbeid. Dat was één van de twaalf voorstellen die in de periode 1848-1900 werd aangenomen. In de periode na 1900 nam het aantal initiatiefvoorstellen aanmerkelijk toe. Tot 1940 werden er 84 voorstellen ingediend, waarvan zestien de eindstreep haalden. Bekende voorstellen waren het initiatief-Marchant over het vrouwenkiesrecht en het initiatief-Van den Bergh (SDAP) die de Geldschieterswet in het leven riep. Dat was overigens maar één van de drie initiatiefwetten die de SDAP tot stand wist te brengen.
In de periode 1945-1968 werden slechts tien voorstellen ingediend en toen de SGP'er Van Rossum5 in 1968 met succes een initiatiefvoorstel door het parlement had geloodst, was dat het eerste sinds 1932. Pas tijdens het kabinet-De Jong was er weer een sterke stijging te zien van wetgevende activiteiten van Kamerleden. Vooral de drie linkse fracties (PvdA, D66 en PPR) timmerden aan de weg. Zij kwamen bijvoorbeeld met initiatiefvoorstellen om de kiesgerechtigde leeftijd te verlagen (met succes) en over de gekozen kabinetsformateur (zonder succes). Het bekendste voorstel was ongetwijfeld dat van de PvdA'ers Lamberts6 en Roethof7 over het uit het strafrecht halen van abortus provocatus.
Zowel per kabinetsperiode als per fractie waren er opvallende verschillen te zien in de mate waarin van het initiatiefrecht gebruik werd gemaakt. Tijdens het kabinet-De Jong werden 28 initiatiefvoorstellen ingediend, waarvan driekwart door de oppositie. Tijdens het kabinet-Den Uyl werden 20 initiatiefvoorstellen ingediend, waarvan slechts drie door alleen de VVD. Onder de kabinetten-Lubbers I en II kwam de helft van alle Kamervoorstellen van de oppositie. Opmerkelijk genoeg waren tijdens de kabinetten-Kok relatief vaak regeringsfracties betrokken bij parlementaire initiatieven. Ten tijde de (vorige) kabinetten-Balkenende waren het weer vooral oppositiefracties die voorstellen indienden.
PvdA en GroenLinks tonen zich in het algemeen actiever als het gaat om indienen van initiatiefvoorstellen dan VVD en meer nog dan CDA. De SP, sinds 1994 in de Kamer, diende pas in 2003 een eerste initiatiefvoorstel (over buitenspeelruimte) in. Inmiddels zijn er nog vier voorstellen die mede door de SP zijn ingediend. Eén ervan (over zondagsopenstelling van winkels) opmerkelijk genoeg samen met de SGP-fractie.
Vraag blijft natuurlijk steeds of al die initiatieven ook tot concrete resultaten leiden. Want het indienen van een initiatiefwetsvoorstel is één ding. Het voorstel met succes door het parlement loodsen, is nog wel iets anders.
- 1.In de periode 1998-2002 woordvoerder verkeer, milieubeheer en ruimtelijke ordening van de Tweede Kamerfractie van GroenLinks. Was in 1994-1998 wethouder van milieu en verkeer en vervoer in Utrecht en voordien jongerenwerker en actief lid van de PSP. Als wethouder en in de Kamer pleitbezorger van het gebruik van de fiets en van de aanleg van fietspaden, en mede-initiatiefnemer voor een fietssnelwegproject tussen Utrecht en Amsterdam. Na zijn Kamerlidmaatschap twaalf jaar directeur van de Fietsersbond.
- 2.Joost Eerdmans (1971) is sinds 31 maart 2021 lid van de Tweede Kamerfractie van JA21. Hij is fractievoorzitter en politiek leider. De heer Eerdmans was secretaris van burgemeester Opstelten van Rotterdam en kwam in 2002 voor de LPF in de Tweede Kamer. Voor de verkiezingen van 2006 stapte hij over naar Eén NL. Toen die partij geen zetel haalde, kwam er vrij onverwacht een einde aan zijn Kamerlidmaatschap. In 2009-2014 was hij wethouder van Capelle aan den IJssel en in 2014-2018 wethouder in Rotterdam namens Leefbaar Rotterdam. In de aanloop naar de verkiezingen van 2021 werd hij adviseur van Thierry Baudet, maar in november 2020 kwam het tot een breuk met FVD.
- 3.Raymond de Roon (1952) is sinds 30 november 2006 lid van de Tweede Kamerfractie van de PVV. Hij was advocaat-generaal bij het Amsterdamse Gerechtshof. Eerder was hij onder meer officier van justitie in Zutphen en van 2010 tot 2013 gemeenteraadslid in Almere. In 2023-2024 was hij tevens Statenlid in Zeeland. De heer De Roon houdt zich in de Tweede Kamer met name bezig met buitenlandse zaken. Hij was voorzitter van de commissies voor Veiligheid en Justitie en voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en is nu voorzitter van de commissie voor Defensie.
- 4.Onafhankelijk en individualistisch liberaal, die bijna veertig jaar een belangrijke rol in de Nederlandse politiek speelde. Advocaat in en afgevaardigde van Groningen. Gold bij binnenkomst in het parlement als uiterst progressief. Zette zich af tegen de leer van staatsonthouding van Thorbecke. Bracht in 1874 via een initiatiefvoorstel het bekende Kinderwetje tot stand. Kwam geleidelijk in conservatiever vaarwater en keerde zich tegen de plannen van Tak voor algemeen mannenkiesrecht. Bracht als bekwaam minister van Binnenlandse Zaken in het kabinet-Röell in 1896 wel zeer krachtdadig een belangrijke kiesrechtuitbreiding tot stand. Zijn rol was daarna grotendeels uitgespeeld, al bleef hij begin twintigste eeuw actief als tegenstander van de evenredige vertegenwoordiging. Beminnelijk man in de omgang met een brede belangstelling; cultuurminnend en erudiet.
- 5.Opgewekte Delftse ingenieur civiele techniek, afkomstig van Overflakkee, die van 1967 tot 1986 een alom gewaardeerd Tweede Kamerlid was voor de SGP. Genoot in waterstaatskringen groot gezag. Bracht in 1968 als beginnend parlementariër een initiatiefwet op waterstaatkundig gebied tot stand. Introduceerde aan het eind van het Kamerdebat over de RSV-enquête de term "aangeschoten wild " voor minister Van Aardenne. Vele bestuurlijke functies in de Gereformeerde Gemeenten. Sprak met het accent van zijn geboorte-eiland.
- 6.Dokter Lamberts. Huisarts in Rotterdam-Zuid, die als Tweede Kamerlid voor de PvdA een autoriteit op volksgezondheidsgebied was. Kwam in zijn donkerblauwe pak nogal streng over, maar was zeer begaan met zijn patiënten. Als lid van de Rotterdamse gemeenteraad nam hij het initiatief tot het invoeren van schoolmelk. Zette zich als Kamerlid sterk in voor verbetering van de leefkwaliteit en voor legalisering van medisch verantwoorde zwangerschapsonderbreking (abortus provocatus). Het door hem en Hein Roethof verdedigde initiatiefwetsvoorstel hierover strandde echter in de Eerste Kamer. Van die Kamer maakte hijzelf later nog enige jaren deel uit.
- 7.Onafhankelijke progressieve liberaal in de PvdA-Tweede Kamerfractie. Was parlementair journalist bij de NRC en voorzitter van de JOVD. Brak begin jaren'60 met de VVD en stapte over naar de PvdA. Goed jurist, deskundig op het gebied van het volkenrecht en verdediger van burgerlijke rechten. Keerde zich tegen beperkingen ten aanzien van politieke organisaties. Met Jan Lamberts mede-initiatiefnemer van een wetsvoorstel om zwangerschapsonderbreking te legaliseren. Het met een VVD-initiatief samengevoegde voorstel werd in 1976 echter door de Eerste Kamer verworpen. In 1981 niet herkozen, maar in 1986 teruggekeerd in de Kamer. In die periode tevens voorzitter van de commissie kleine criminaliteit en naamgever van een prijs voor initiatieven om criminaliteit tegen te gaan. Humanist en schaker.