Brief staatssecretaris inzake de resultaten van de arbomonitoring in 1996 (Arbomonitor 1996) - Arbeidsomstandigheden - Main contents
Deze brief is onder nr. 2 toegevoegd aan dossier 25883 - Arbeidsomstandigheden.
Contents
Officiële titel | Arbeidsomstandigheden; Brief staatssecretaris inzake de resultaten van de arbomonitoring in 1996 (Arbomonitor 1996) |
---|---|
Document date | 09-02-1998 |
Publication date | 12-03-2009 |
Nummer | KST27537 |
Reference | 25883, nr. 2 |
From | Sociale Zaken en Werkgelegenheid |
Original document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 1997–1998
25 883
Arbeidsomstandigheden
Nr. 2
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
’s-Gravenhage, 9 februari 1998
De overheid is aanspreekbaar op de werking van het arbeidsomstandighedenstelsel en moet daarover heldere en betrouwbare informatie kunnen verschaffen. Dat is ook uiteengezet in de toelichting bij het wetsvoorstel Arbeidsomstandighedenwet 1998. Hiertoe is in 1996 gestart met de systematische arbomonitoring.
Bij gelegenheid van de indiening van dit wetsvoorstel stel ik u graag op de hoogte van de eerste resultaten hiervan. De arbomonitoring is in belangrijke mate gerealiseerd via werknemersenquêtering door het CBS. Het probleem van mogelijke subjectiviteit in de waarneming door werknemers van hun arbeidsomstandigheden is zoveel mogelijk ondervangen door een geobjectiveerde vraagstelling. Met deze arbomonitor is nu voor het eerst in Nederland op nationale schaal in kaart gebracht welke aantallen werknemers van doen hebben met diverse bedreigende en belastende factoren in de arbeid, kortweg arborisico’s. De monitorresultaten bestrijken nog niet het volledige terrein van arbeidsomstandigheden; arbomonitoring voor ongevallen en blootstelling aan schadelijke chemische stoffen is nog in ontwikkeling. Ook wordt gewerkt aan monitoring van inspanningen van diverse actoren op het vlak van arbeidsomstandigheden; informatie over die inspanningen geeft reliëf aan de cijfers over risico’s.
De voornaamste resultaten van de arbomonitor 1996 laten zich als volgt samenvatten.
– 1,3 Miljoen werknemers (24%) moeten bij hun werk regelmatig zwaar tillen of op een andere manier veel kracht zetten. – 2,2 Miljoen werknemers (40%) voeren regelmatig werkzaamheden uit met repeterende bewegingen. – Eén op de drie werknemers (1,75 miljoen) maakt melding van gezondheidsklachten door enigerlei vorm van fysieke belasting, zoals tillen, duwen of trekken, werken in een ongunstige houding, of repeterende bewegingen.
– Meer dan een half miljoen werknemers (10%) staan regelmatig bloot aan schadelijk geluid op de werkplek.
– 1,7 Miljoen werknemers (31%) werken regelmatig onder hoge tijdsdruk; bijna een kwart van de werknemers die te maken hebben met werkdruk hebben als gevolg daarvan regelmatig of soms het gevoel dat het werk ze teveel wordt.
– Bijna driekwart miljoen werknemers hebben regelmatig te maken met twee of meer van de belastende factoren fysieke belasting, schadelijk geluid en trillingen.
– Aan de onderkant van de arbeidsmarkt is sprake van een opeenstapeling van risico’s.
Samenvattend: ondanks de veranderende werkgelegenheid in Nederland heeft nog altijd een aanzienlijk aantal werknemers te maken met de klassieke risico’s in het werk. Tegelijkertijd nemen moderne risico’s als werkdruk en repeterende bewegingen toe. Dit is in hoofdlijnen ook het beeld dat over het geheel van de Europese Unie bestaat.
Deze resultaten zijn voor mij eens temeer aanleiding het arbobeleid te intensiveren, en waar mogelijk kwantitatieve doelstellingen te formuleren als richtpunt voor de beleidsinspanningen. Voor het onderwerp schadelijk geluid heb ik mijn voornemens eind 1997 gepresenteerd. Door de monitoring is er nu voor het eerst een basis voor ontwikkelen van kwantitatieve doelstellingen ook voor andere Arbo-onderwerpen. Het stellen van realistische «targets» vraagt echter zorgvuldige voorbereiding, met onder meer bezien van effecten van staand beleid, reële mogelijkheden voor interventie, medewerking in het veld, en samenhang van onderwerpen. Op het departement wordt een gedegen onderbouwde besluitvorming voorbereid, die naar verwachting in september 1998 zal worden afgerond. Daarmee wordt tevens invulling gegeven aan de kwantitatieve benadering die gevraagd werd bij de behandeling van de begroting van SZW (motie Van Middelkoop/Marijnissen). Met arbomoni-toring zal worden bewaakt en bekend gemaakt of de geformuleerde beleidsdoelstellingen daadwerkelijk worden gerealiseerd.
Met voortzetting van de arbomonitoring zal tevens verdere analyse van de hierbij gepresenteerde gegevens mogelijk zijn. Daarover zal ik het parlement regelmatig informeren.
Bij deze brief is de notitie «Meten voor goed werk, Rapportage 1997 monitoring arbeidsomstandigheden» gevoegd waarin een meer uitgebreide beschrijving van de resultaten van de arbomonitor per risicofactor is opgenomen met de stand van beleidsontwikkeling.1
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, F. H. G. de Grave
1 Ter inzage gelegd bij de afdeling Parlementaire Documentatie.
The EU Monitor enables its users to keep track of the European process of lawmaking, focusing on the relevant dossiers. It automatically signals developments in your chosen topics of interest. Apologies to unregistered users, we can no longer add new users.This service will discontinue in the near future.