Geleidende brief - Voorstel van wet van het lid Giskes tot wijziging Pensioen- en spaarfondsenwet (bestuursstructuur pensioenfondsen)
Deze geleidende brief1 is onder nr. 1 toegevoegd aan wetsvoorstel 28354 - Initiatiefvoorstel Wijziging van de Pensioen- en spaarfondsenwet (bestuursstructuur pensioenfondsen)2.
Contents
Officiële titel | Voorstel van wet van het lid Giskes tot wijziging Pensioen- en spaarfondsenwet (bestuursstructuur pensioenfondsen); Geleidende brief |
---|---|
Document date | 01-05-2002 |
Publication date | 12-03-2009 |
Nummer | KST61551 |
Reference | 28354, nr. 1 |
From | Staten-Generaal (SG) |
Original document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2001–2002
28 354
Voorstel van wet van het lid Giskes tot wijziging van de Pensioen- en spaarfondsenwet (bestuursstructuur pensioenfondsen)
Nr. 1
GELEIDENDE BRIEF
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
’s-Gravenhage, 1 mei 2002
Hierbij doen wij u overeenkomstig het bepaalde in artikel 114 van het Reglement van Orde een voorstel van wet toekomen tot van de Pensioenen spaarfondsenwet (bestuursstructuur pensioenfondsen). De memorie van toelichting, die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden waarop het rust.
Giskes
The EU Monitor enables its users to keep track of the European process of lawmaking, focusing on the relevant dossiers. It automatically signals developments in your chosen topics of interest. Apologies to unregistered users, we can no longer add new users.This service will discontinue in the near future.
- 1.De geleidende brief is een document waarin een Kamerlid een wetsvoorstel of initiatiefwet aankondigt bij de voorzitter van de Tweede Kamer. In beide gevallen wordt er gesproken van een 'voorstel van wet'. De indiener van het voorstel geeft kort aan dat er een voorstel gedaan wordt en op welke wet dit voorstel betrekking heeft. Tevens beschrijft de indiener welke documenten er bij het voorstel van wet gevoegd zijn. In de regel is dit in ieder geval een memorie van toelichting.
- 2.Dit voorstel is gebaseerd op de overweging, dat het wenselijk is om enkele wijzigingen in de Pensioen- en spaarfondsenwet aan te brengen, met name ter democratisering van pensioenfondsen.