Verslag algemeen overleg op 26 september 2002, over het energiegedeelte van de agenda van de Transport-, Telecommunicatie- en Energieraad van 3 en 4 oktober 2002 - Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie - Main contents
Dit verslag van een algemeen overleg is onder nr. 1 toegevoegd aan dossier 21501-33 - Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie i.
Contents
Officiële titel | Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie; Verslag algemeen overleg op 26 september 2002, over het energiegedeelte van de agenda van de Transport-, Telecommunicatie- en Energieraad van 3 en 4 oktober 2002 |
---|---|
Document date | 11-10-2002 |
Publication date | 12-03-2009 |
Nummer | KST63805 |
Reference | 21501-33, nr. 1 |
From | Staten-Generaal (SG) |
Commission(s) | Economische Zaken (ez) and |
Original document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2002–2003
21 501-33
Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie
Nr. 1
1 Samenstelling:
Leden: Verbugt (VVD), Giskes (D66), Crone (PvdA), Van Dijke (ChristenUnie), B. M. de Vries (VVD), Van Oven (PvdA), Van den Doel (VVD), Netelenbos (PvdA), Van Hoof (VVD), Timmermans (PvdA), voorzitter, Schreijer-Pierik (CDA), ondervoorzitter, Atsma (CDA), Vendrik (GroenLinks), Ten Hoopen (CDA), Hoogendijk (LPF), De Graaf (LPF), Eberhard (LPF), Jense (Leefbaar Nederland), Duyvendak (GroenLinks), Kortenhorst (CDA), Hessels (CDA), Gerkens (SP), Stuger (LPF), Van Fessem (CDA), Algra (CDA).
Plv. leden: Klein Molekamp (VVD), Bakker (D66), Dijksma (PvdA), Van der Vlies (SGP), Hofstra (VVD), Bos (PvdA), G. M. de Vries (VVD), Koenders (PvdA), Van Beek (VVD), Tichelaar (PvdA), Van Dijk (CDA), Van Gent (GroenLinks), Varela (LPF), Smulders (LPF), Wiersma (LPF), Teeven (Leefbaar Nederland), Vos (GroenLinks), Verburg (CDA), Van Vroonhoven-Kok (CDA), De Wit (SP), Zeroual (LPF), De Haan (CDA). 1 Samenstelling:
Leden: Terpstra (VVD), voorzitter, Blaauw (VVD), De Graaf (D66), Van Oven (PvdA), De Haan (CDA), Koenders (PvdA), Monique de Vries (VVD), Karimi (GroenLinks), ondervoorzitter, Atsma (CDA), Timmermans (PvdA), Van Bommel (SP), Albayrak (PvdA), Van der Staaij (SGP), Janssen van Raay (LPF), Zvonar (LPF), Van Winsen (CDA), Van den Brand (GroenLinks), G. M. de Vries (VVD), Teeven (Leefbaar Nederland), Schonewille (LPF), De Jong (LPF), De Nerée tot Babberich (CDA), Smilde (CDA), Eski (CDA), Van Dijk (CDA). Plv. leden: Van den Doel (VVD), Van Aartsen (VVD), Dittrich (D66), Netelenbos (PvdA), Van Nieuwenhoven (PvdA), Oplaat (VVD), Vos (GroenLinks), Van Haersma Buma (CDA), Bussemaker (PvdA), Van Velzen (SP), Melkert (PvdA), Rouvoet (ChristenUnie), Smulders (LPF), Zeroual (LPF), Algra (CDA), Wilders (VVD), Jense (Leefbaar Nederland), Varela (LPF), Palm (LPF), Mastwijk (CDA), Buijs (CDA), Hessels (CDA), Spies (CDA).
VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG
Vastgesteld 11 oktober 2002
De vaste commissie voor Economische Zaken1 en de algemene commissie voor Europese Zaken2 hebben op 26 september 2002 overleg gevoerd met minister Heinsbroek van Economische Zaken over het
energiegedeelte van de geannoteerde agenda van de Transport-, Telecommunicatie- en Energieraad van 3 en 4 oktober 2002 (21 501-14, nr. 54). Van dit overleg brengen de commissies bijgaand beknopt verslag uit.
Vragen en opmerkingen uit de commissies
De heer Kortenhorst (CDA) is het ermee eens dat legal unbundling hoog op de agenda moet blijven als kern van de Nederlandse voorstellen. Legal unbundling moet duidelijk operationeel uitgewerkt worden, maar dat komt later aan de orde. Handel en transport moeten in alle opzichten uit elkaar gehaald worden.
Ondanks twijfels van andere landen wil het kabinet vasthouden aan het vrijmaken van de Europese energiemarkt per 2005. Dat is in lijn met het streven om de nationale Nederlandse markt per 1 oktober 2003 vrij te maken. De heer Kortenhorst vraagt of het kabinet expliciet voor beide data de slag om de arm houdt; de markt moet daar immers wel klaar voor zijn, voordat ja tegen die vrijmakingen wordt gezegd, hetgeen zal moeten worden vastgesteld in de aangekondigde audits.
Het kabinet wil de PSO’s (public service obligations) optioneel houden vanwege het onderling verschillen van de nationale systemen. Wel wil het kabinet stroometikettering verplicht stellen. Ook wat dat betreft, moet het kabinet een slag om de arm houden. Immers, het debat over de stroom-etikettering moet nog in de Kamer worden gevoerd. In een andere brief van de minister over stroometikettering staat dat in Amerika is gebleken dat die wettelijke plicht niet of nauwelijks invloed heeft gehad op het gedrag van de klanten. In het kader van rationeel bezig zijn moet dan ook zorgvuldig worden bepaald of de Kamer die etikettering wenst en, zo ja, op welke manier. Pas dan kan in Brussel keihard voor een verplichting terzake worden gepleit.
De Commissie wil het Groningerveld aanmerken als een other flexibility instrument. Terecht is het kabinet van oordeel dat dit een onderdeel is van het Nederlandse systeem en dus niet moet worden opengesteld voor
Brussel of geheel Europa. Wel behoort de gasopslag in de Groningse velden volgens de heer Kortenhorst beschikbaar te zijn voor alle spelers die meedoen in het kleineveldenbeleid. Dat is momenteel nog niet het geval. Ook dat zal te zijner tijd nog aan de orde komen. Omdat de gasmarkt snel verandert in gunstige zin is het kabinet terecht tegen het ingrijpende pakket maatregelen dat de Commissie in de richtlijn voorzieningszekerheid gas voorstelt. Waar markten dynamisch zijn en niet te voorzien is hoe deze markt er in de toekomst zal uitzien, is het niet verstandig de eigen bewegingsvrijheid te beperken met het slaan van allerlei piketpaaltjes.
Wat de voorzieningszekerheid olieproducten betreft, is het kabinet voorstander van harmonisatie op Europees niveau van de voorraadsystemen en van het vasthouden aan de voorraadgrootte voor 90 dagen, terwijl de Commissie naar 120 dagen wil. De heer Kortenhorst vraagt het kabinet zich in dit verband wat op de vlakte te houden. Het kan pas definitieve conclusies trekken nadat de Kamer over dit onderwerp heeft gediscussieerd naar aanleiding van de voortgangsrapportage over de Wet voorraad aardolieproducten 2001. Daarover heeft de Kamer een schriftelijke inbreng geleverd. De CDA-fractie heeft daarin gevraagd de strategische voorraad op 105 dagen te brengen, zoals vroeger het geval was. Dit in verband met de risicofactoren in het Midden-Oosten die aanleiding zouden kunnen geven tot langdurige oliecrises, een situatie waarvan geen sprake was toen door het International Energy Agency (IEA) het rapport werd opgesteld waarop de 90-dagentermijn is gebaseerd. In het kader van de harmonisatie en de toenemende vrijheid bij het organiseren van de voorraadsystemen is er sprake van om Italië te betrekken bij de voorraadvorming. Een noodvoorraadsysteem moet een heel laag risicoprofiel hebben wat beïnvloeding door brandhaarden betreft. Dit geldt zowel aanvoer via tankers als via pijpleidingen. Noodopslag in Italië lijkt dan ook niet gewenst gegeven de ligging van dit land. De heer Kortenhorst is in dit verband benieuwd naar de antwoorden op de schriftelijke vragen van zijn fractie in dezen.
De heer Van Hoof (VVD) ondersteunt de inzet van het kabinet inzake legal unbundling. Die inzet is anders bij PSO’s en het Groningerveld. De heer Van Hoof gaat ervan uit dat de minister niet te snel door de knieën zal gaan waar het gaat om de Nederlandse belangen in dit soort situaties. Alle uitgangspunten in de paragraaf over voorzieningszekerheid gas spreken de heer Van Hoof aan. Hij spreekt de hoop uit dat dit ook de uitgangspunten van het kabinet zullen zijn in nationale discussies over andere energiedossiers. Tegen de achtergrond van allerlei ontwikkelingen en internationale discussies lijkt het wijs om in Europees verband de in dit stuk gekozen lijn te volgen, maar op nationaal niveau te komen tot een open gedachtewisseling.
De heer Stuger (LPF) kan zich vinden in de toonzetting en inhoud van het stuk. Hij acht het belangrijk dat wordt vastgehouden aan het openstellen van de markt in 2005. Voor stroometikettering moet een duur en arbeidsintensief systeem worden opgezet. Het is de vraag of het sop de kool waard is. Vandaar dat de heer Stuger zich pas op stroometikettering wil vastleggen als onderzoek daartoe aanleiding geeft.
Ook hij is van oordeel dat de voorraadperiode tot 105 dagen zou moeten worden uitgebreid om de voorzieningszekerheid op het gebied van olie te vergroten.
De heer Crone (PvdA) is het met de heer Kortenhorst en de minister eens dat de juridische scheiding tussen transmissie- en distributienetwerken en commerciële belangen in productie of levering heel goed moet worden geregeld. Binnenkort zal de Kamer bediscussiëren hoe hieraan vormgegeven moet worden. Het zal moeilijk zijn om in de raad niet toe te geven aan de wensen van andere landen, maar Nederland moet zich alle rechten voorbehouden om het operationeel heel goed te regelen. Ook is de heer Crone het met de heer Kortenhorst eens dat het kabinet zich nog niet moet vastleggen op het vrijmaken van de Nederlandse markt per oktober 2003 vanwege de vier door hem in het voorjaar al genoemde voorwaarden: de klant moet zonder administratieve problemen kunnen overstappen van de ene naar de andere leverancier, wat nu nog niet lukt bij de middelgrote gebruikers, het net moet vrij zijn, er moet sprake zijn van echte concurrenten en de levering van last resort moet zijn geregeld. De heer Crone acht stroometikettering een voorwaarde voor echte marktwerking. De klant weet dan welke kwaliteit stroom hij koopt. Welk effect de etikettering heeft, is afhankelijk van wat men wil bereiken. Burgers worden in Nederland thans mede door de ecotaks gestimuleerd tot een bewuste keuze. Nederland heeft in dezen het voortouw en moet dat houden opdat het alhier functionerende systeem in Europa kan gaan gelden. Het Europees Parlement wil ook stroometikettering. Uiteraard moet er in geheel Europa eenzelfde simpel systeem worden ingevoerd. De heer Crone sluit zich aan bij de pleidooien om de soevereiniteit over het Groningerveld en dergelijke te beschermen. Wanneer krijgt de Kamer de kennelijk ophanden zijnde acceptabele aanpassing van de tekst van het Commissievoorstel?
In het stuk gaat het alleen over voorzieningszekerheid inzake aardgas en olie, terwijl er nog steeds discussies worden gevoerd over voorzieningszekerheid voor elektriciteit. De Europese Commissie wil gaan monitoren en vindt dat landen voorschriften moeten kunnen geven over reservecapaciteit. Wordt dit onderdeel ook in deze richtlijn opgenomen? Bij voorzieningszekerheid gaat het er niet alleen om of met de voorraad aan de vraag kan worden voldaan. Net als in het Groenboek is gebeurd, heeft Nederland altijd ingezet op transitie. Er was sprake van een transitieakkoord. Gas zou zo goed mogelijk worden benut om over dertig tot vijftig jaar niet meer of veel minder afhankelijk te zijn van fossiele brandstof. Tot slot vraagt de heer Crone of de bijeenkomst in Osaka nuttig is geweest.
Antwoord van de minister
De minister is juist door zijn reis naar Osaka goed ingevoerd geraakt in dit dossier, omdat hij in de wandelgangen met Europese collega’s heeft gesproken over de liberalisering van de elektriciteitsmarkt in Europa. Met name Duitsland is tegen de legal unbundling die door Kamer en kabinet wordt gewenst. De Franse regering wil het liberalisatieproces in Frankrijk erdoor drukken, maar heeft te kampen met politieke problemen, met name met de vakbonden die op dit moment bepaalde riante vergoedingen krijgen van de elektriciteits- en gasbedrijven.
De Commissie wil in afwijking van de oorspronkelijke richtlijn de markt per 2005 vrijmaken. Het is ten zeerste de vraag of Frankrijk dat op tijd voor elkaar krijgt. De Commissaris van Energie zal de druk op Frankrijk verhogen.
Of de markt in Nederland op 1 oktober 2003 wordt vrijgegeven, hangt af van het verloop van de liberalisering. De minister heeft van de markt in Nederland begrepen dat er onder meer door een nieuwe meetsystematiek nogal wat fouten worden gemaakt. Mocht het in de praktijk niet goed gaan, dan wordt het vrijgeven van de markt uitgesteld. De privatisering van elektriciteitsbedrijven in Nederland is in ieder geval al bevroren tot 2004. Vermoedelijk hebben de elektriciteitsbedrijven tot 2004 voldoende tijd om de zaken voor elkaar te krijgen.
Nederland houdt natuurlijk vast aan het optioneel blijven van PSO’s. Het wil de zaken zelf in subsidiariteit regelen.
De minister is voorstander van stroometikettering en hoopt de Kamer in het komende debat van de noodzaak daarvan te overtuigen. Nederland heeft er behoorlijk op ingezet op Europees niveau en lijdt gezichtsverlies als het nu ineens een slag om de arm gaat houden. Alleen Engeland heeft er nog moeite mee. EZ meent met een betrekkelijk goedkoop systeem te kunnen komen, zodat de klant kan vaststellen welke soort stroom hij wil afnemen.
De bewindsman is tegen het voorstel van de Europese Commissie over de voorzieningszekerheid. De periode van 90 dagen die door het IEA is geadviseerd, heeft tot op heden altijd voldaan. Het is peperduur om een voorraad aan te leggen voor 120 dagen. De Commissie denkt daarmee de olieprijs te kunnen beïnvloeden, maar de minister acht de Europese Unie daarvoor veel te klein. Dat de Commissie van de Nederlandse gasvelden moet afblijven, heeft hij Commissaris De Palacio al verteld. OPEC heeft toegezegd onmiddellijk de oliequota te zullen verhogen als de aanvoer van olie dreigt te stagneren door problemen in het Midden-Oosten. Saoedi-Arabië beschikt als het enige land ter wereld over de mogelijkheden om de productie van het ene op het andere moment met miljoenen barrels te verhogen of verlagen. Het wereldaandeel van OPEC is overigens 40%. Amerika haalt steeds meer olie uit Angola en Nigeria vanwege de prijs en de logistieke mogelijkheden. De Commissie heeft haar voorstel overigens al duidelijk afgezwakt en het is de vraag of zelfs het afgezwakte voorstel standhoudt.
Nederland heeft in Osaka het voorzitterschap gekregen van het nieuwe permanente secretariaat van het energieforum dat over twee jaar in Nederland zal worden gehouden. De minister heeft uitstekende contacten opgebouwd met zijn collega van olie en energie van Saoedi-Arabië, eigenlijk de belangrijkste speler in het veld. Het is de bedoeling dat het secretariaat de dialoog tussen olieproducerende en -consumerende landen gaande houdt om de olieprijs binnen bepaalde marges te houden. De bewindsman acht de door zijn collega aangegeven marges veel te groot. Via het permanente secretariaat zal Nederland er mogelijk invloed op kunnen uitoefenen. Daarbij zal een rol spelen dat een van de grootste oliemaatschappijen Nederlands is en dat Nederland een zeer grote olieexporteur is door de opslag in Pernis, waar Saoedi-Arabië en co-host Iran grote belangen hebben.
In Osaka heeft de bewindsman ook gesproken met de Amerikaanse minister Spencer Abraham, onder meer over een Nederlandse kandidaat voor het voorzitterschap van het IEA. De bewindsman hecht er zelf groot belang aan dat een Nederlander of althans een Europeaan voorzitter wordt van het agentschap.
De voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken, Timmermans
De voorzitter van de algemene commissie voor Europese Zaken, Terpstra
De griffier vaste commissie voor Economische Zaken, Tielens-Tripels
The EU Monitor enables its users to keep track of the European process of lawmaking, focusing on the relevant dossiers. It automatically signals developments in your chosen topics of interest. Apologies to unregistered users, we can no longer add new users.This service will discontinue in the near future.