Memorie van toelichting - Voorstel van wet van het lid Eerdmans tot wijziging van de Wet wapens en munitie inhoudende verhoging van de maximumstraf voor verboden wapenbezit en enige andere misdrijven - Main contents
Deze memorie van toelichting i is onder nr. 3 toegevoegd aan wetsvoorstel 28677 - Initiatiefvoorstel-Eerdmans Wijziging van de Wet wapens en munitie inhoudende verhoging van de maximumstraf voor verboden wapenbezit en enige andere misdrijven i.
Contents
Officiële titel | Voorstel van wet van het lid Eerdmans tot wijziging van de Wet wapens en munitie inhoudende verhoging van de maximumstraf voor verboden wapenbezit en enige andere misdrijven; Memorie van toelichting |
---|---|
Document date | 18-11-2002 |
Publication date | 12-03-2009 |
Nummer | KST64512 |
Reference | 28677, nr. 3 |
From | Staten-Generaal (SG) |
Original document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2002–2003
28 677
Voorstel van wet van het lid Eerdmans tot wijziging van de Wet wapens en munitie inhoudende verhoging van de maximumstraf voor verboden wapenbezit en enige andere misdrijven
Nr. 3
MEMORIE VAN TOELICHTING
Momenteel is de maximumstraf op het vervaardigen, transformeren, voor derden herstellen, overdragen, voorhanden hebben, dragen, vervoeren, en doen binnenkomen of doen uitgaan van wapens uit categorie I van de Wet wapens en munitie gesteld op ten hoogste drie maanden of geldboete van de derde categorie. Dit geldt eveneens voor enige andere, in artikel 55 lid 1 van de Wet wapens en munitie genoemde misdrijven. De indiener van het wetsvoorstel is het echter vooral te doen om het hiervoor genoemde misdrijf. Bij wapens uit categorie I gaat het onder meer om bepaalde stiletto’s valmessen, vlindermessen en andere opbouwbare messen, boksbeugels, ploertendoders, wurgstokken, werpsterren, vilmessen, ballistische messen, geluidsdempers voor vuurwapens, blanke wapens die uiterlijk gelijken op een ander voorwerp dan een wapen, bepaalde pijlen en katapulten. De Lijst Pim Fortuyn wil deze maximumstraf verhogen naar ten hoogste negen maanden of geldboete van de vierde categorie omdat bij veel geweldsmisdrijven sprake is van het gebruik van zulke wapens. Van deze verhoging van de maximumstraf zal een flink preventief signaal uitgaan, met name naar jeugdigen en jongeren. Op 9 juli 1999 heeft de ministerraad ingestemd met een wetsvoorstel dat strekt tot de verhoging van de maximumstraf voor verboden wapenbezit van negen maanden tot vier jaar. De verhoging werd noodzakelijk geacht vanwege de toegenomen dreiging die uitgaat van illegale vuurwapens (Stcrt. 1999, 69). Bij deze wetswijziging is echter de maximumstraf voor wapens uit categorie I niet verhoogd. Dit is een gemiste kans daar van deze wapens eveneens een toegenomen dreiging uitgaat.
Uit een in 1992 verricht onderzoek naar wapenbezit onder jongeren blijkt dat in dat jaar 29 procent van de scholieren een wapen bezit (veertig procent van de jongens en twaalf procent van de meisjes). Daarbij gaat het voornamelijk om steekwapens: 84 procent van de jongens die een wapen bezitten en 91 procent van de meisjes. Vooral jongens nemen hun wapen mee als ze uitgaan, waarbij de harde-kernjongeren oververtegenwoordigd zijn. In 1994 en 1996 meldt in een WODC-zelfrapportage-onderzoek onder jongeren in de leeftijd van 12 tot en met 17 jaar respectievelijk twintig procent en 21 procent in het voorgaande (school)jaar één of meer keren een wapen bij zich te hebben gedragen. Bij de wapens gaat het in negentig procent van de gevallen om steekwapens.
Eind 1999 werden er bij de actie «Heb ’t lef. Wapens weg» in twee weken tijd bijna 14 duizend stiletto’s, vlindermessen, boksbeugels en aanverwante artikelen ingeleverd bij de politie. Het betrof hier een tijdelijk generaal pardon voor het bezit van slag-, stoot- en steekwapens.
Naast deze wetswijziging ziet het voorstel nog op verhoging van de maximumstraf van ten hoogste drie maanden gevangenisstraf of geldboete van de derde categorie naar ten hoogste negen maanden gevangenisstraf of geldboete van de vierde categorie voor de volgende misdrijven:
art. 9 lid 1 WWM: Het is verboden zonder erkenning een wapen of munitie te vervaardigen, te transformeren of in de uitoefening van een bedrijf uit te wisselen, te verhuren of anderszins ter beschikking te stellen, te herstellen, te beproeven of te verhandelen.
art. 22 lid 1 WWM: Het is verboden een wapen of munitie van de categorieën II en III te vervoeren zonder vergunning tot vervoer, als bedoeld in artikel 9, vierde lid, dan wel verlof tot vervoer, als bedoeld in artikel 24.
art. 26 lid 1 WWM: Het is verboden een wapen of munitie van de categorieën II en III voorhanden te hebben.
art. 31 lid 1 WWM: Het is verboden een wapen of munitie van de categorieën II en III over te dragen.
Hiermee wordt benadrukt dat het in vervoeren, voorhanden hebben en overdragen van wapens een niet te tolereren misdrijf is waar een gepaste maximumstraf bij hoort.
Eerdmans
The EU Monitor enables its users to keep track of the European process of lawmaking, focusing on the relevant dossiers. It automatically signals developments in your chosen topics of interest. Apologies to unregistered users, we can no longer add new users.This service will discontinue in the near future.