Voorstel van wet - Regels voor het gunnen van overheidsopdrachten door aanbestedende diensten en opdrachten door speciale-sectorbedrijven (Aanbestedingswet) - Main contents
Dit voorstel van wet i is onder nr. 2 toegevoegd aan wetsvoorstel 30501 - Aanbestedingswet.
Contents
Officiële titel | Regels voor het gunnen van overheidsopdrachten door aanbestedende diensten en opdrachten door speciale-sectorbedrijven (Aanbestedingswet); Voorstel van wet |
---|---|
Document date | 23-03-2006 |
Publication date | 12-03-2009 |
Nummer | KST96034 |
Reference | 30501, nr. 2 |
From | Economische Zaken (EZ) |
Original document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2005–2006
30 501
Regels voor het gunnen van overheidsopdrachten door aanbestedende diensten en opdrachten door speciale-sectorbedrijven (Aanbestedingswet)
Nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, rekening houdend met richtlijn nr. 2004/17/EG i van het Europees parlement en de Raad van de Europese Unie houdende coördinatie van de procedures voor het plaatsten van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten (PbEG L 134) en richtlijn nr. 2004/18/EG i van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 31 maart 2004 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten (PbEG L 134) dat het wenselijk is voor een goede en snelle uitvoering van Europese en internationale verplichtingen betreffende het verstrekken van opdrachten door aanbestedende diensten en speciale-sectorbedrijven, voor de bevordering van de integriteit van ondernemers, aanbestedende diensten en speciale-sectorbedrijven, voor de bevordering van de gelijke behandeling van ondernemers, de concurrentie, de transparantie en de innovatie, alsmede uit een oogpunt van doelmatigheid en doorzichtigheid van de aanbestedingsregels, om de Raamwet EEG-voorschriften aanbestedingen te vervangen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
HOOFDSTUK 1. BEGRIPSBEPALINGEN Artikel 1
-
1.In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder aanbestedende dienst: de staat, een provincie, een gemeente, een waterschap, een publiekrechtelijke instelling of een samenwerkingsverband van deze overheden of publiekrechtelijke instellingen.
-
2.Onder publiekrechtelijke instelling als bedoeld in het eerste lid wordt verstaan een instelling die is opgericht met het specifieke doel te voorzien
in behoeften van algemeen belang, niet zijnde van industriële of commerciële aard, die rechtspersoonlijkheid bezit en waarvan:
-
a.de activiteiten in hoofdzaak door de staat, een provincie, een gemeente, een waterschap of een andere publiekrechtelijke instelling worden gefinancierd,
-
b.het beheer onderworpen is aan toezicht door de staat, een provincie, een gemeente, een waterschap of een andere publiekrechtelijke instelling, of
-
c.de leden van het bestuur, het leidinggevend of het toezichthoudend orgaan voor meer dan de helft door de staat, een provincie, een gemeente, een waterschap of andere publiekrechtelijke instellingen zijn aangewezen.
Artikel 2
-
1.In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder speciale-sectorbedrijf:
-
a.een aanbestedende dienst,
-
b.een overheidsbedrijf, of
-
c.een bedrijf of instelling waaraan door een aanbestedende dienst een bijzonder recht of een uitsluitend recht is verleend, wanneer deze een bij ministeriële regeling aangewezen activiteit uitoefent.
-
2.Onder overheidsbedrijf als bedoeld in het eerste lid wordt verstaan een bedrijf waarop een aanbestedende dienst rechtstreeks of middellijk een overheersende invloed kan uitoefenen uit hoofde van eigendom, financiële deelneming of de op het bedrijf van toepassing zijnde voorschriften.
-
3.Overheersende invloed als bedoeld in het tweede lid wordt vermoed aanwezig te zijn wanneer een aanbestedende dienst, al dan niet rechtstreeks, ten aanzien van een overheidsbedrijf:
-
a.de meerderheid van het geplaatste kapitaal van het overheidsbedrijf bezit,
-
b.over de meerderheid van de stemmen beschikt die aan de door het overheidsbedrijf uitgegeven aandelen zijn verbonden, of
-
c.meer dan de helft van de leden van het bestuurs-, leidinggevend of toezichthoudend orgaan van het overheidsbedrijf kan aanwijzen.
Artikel 3
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
-
a.een bijzonder recht: een recht dat bij wettelijk voorschrift of bij besluit van een bestuursorgaan aan een beperkt aantal ondernemingen wordt verleend en waarbij binnen een bepaald geografisch gebied:
1°. het aantal van deze ondernemingen die een dienst mogen verrichten of een activiteit mogen uitoefenen op een andere wijze dan volgens objectieve, evenredige en niet-discriminerende criteria tot twee of meer wordt beperkt,
2°. verscheidene concurrerende ondernemingen die een dienst mogen verrichten of een activiteit mogen uitoefenen op een andere wijze dan volgens deze criteria worden aangewezen, of
3°. aan een of meer ondernemingen op een andere wijze dan volgens deze criteria voordelen worden toegekend, waardoor enige andere onderneming aanzienlijk wordt belemmerd in de mogelijkheid om dezelfde activiteiten binnen hetzelfde geografische gebied onder in wezen gelijkwaardige voorwaarden uit te oefenen.
-
b.een uitsluitend recht: een recht dat bij wettelijk voorschrift of bij besluit van een bestuursorgaan aan een onderneming wordt verleend, waarbij voor die onderneming het recht wordt voorbehouden om binnen een bepaald geografisch gebied een dienst te verrichten of een activiteit uit te oefenen.
Artikel 4
-
1.In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder ondernemer: aannemer, leverancier of dienstverlener.
-
2.In het eerste lid wordt verstaan onder:
-
a.een aannemer: een ieder die de uitvoering van werken op de markt aanbiedt;
-
b.een leverancier: een ieder die producten op de markt aanbiedt;
-
c.een dienstverlener: een ieder die diensten op de markt aanbiedt.
Artikel 5
-
1.In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder overheidsopdracht: een overheidsopdracht voor werken, een overheidsopdracht voor leveringen of een overheidsopdracht voor diensten.
-
2.In het eerste lid wordt verstaan onder:
-
a.overheidsopdracht voor werken: een schriftelijke overeenkomst onder bezwarende titel die tussen een of meer aannemers en een of meer aanbestedende diensten is gesloten en betrekking heeft op:
1°. de uitvoering of het ontwerp en de uitvoering:
– van werken in het kader van bij ministeriële regeling aangewezen werkzaamheden, of
– van een werk, of
2°. het laten uitvoeren met welke middelen dan ook van een werk dat aan de door de aanbestedende dienst vastgestelde eisen voldoet;
-
b.werk: het product van een geheel van bouwkundige of civieltechnische werken dat ertoe bestemd is als zodanig een economische of technische functie te vervullen;
-
c.overheidsopdracht voor leveringen: een schriftelijke overeenkomst onder bezwarende titel die tussen een of meer leveranciers en een of meer aanbestedende diensten is gesloten en betrekking heeft op:
1°. de aankoop, leasing, huur of huurkoop, met of zonder koopoptie, van producten, of
2°. de levering van producten en slechts zijdelings betrekking heeft op werkzaamheden voor het aanbrengen en installeren van die levering;
-
d.overheidsopdracht voor diensten: een schriftelijke overeenkomst onder bezwarende titel die tussen een of meer dienstverleners en een of meer aanbestedende diensten is gesloten en betrekking heeft op:
1°. het verrichten van bij ministeriële regeling aangewezen diensten, 2°. het leveren van producten en het verrichten van diensten, bedoeld
in sub 1°, indien de waarde van die diensten hoger is dan de waarde van
de te leveren producten, of 3°. het verrichten van de diensten, bedoeld in sub 1°, en slechts
zijdelings betrekking heeft op bij ministeriële regeling aangewezen
werkzaamheden als bedoeld in het tweede lid, onderdeel a, sub 1°.
Artikel 6
-
1.In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder opdracht: een opdracht voor werken, een opdracht voor leveringen of een opdracht voor diensten.
-
2.In het eerste lid wordt verstaan onder:
-
a.opdracht voor werken: een schriftelijke overeenkomst onder bezwarende titel die tussen een of meer aannemers en een of meer speciale-sectorbedrijven is gesloten en betrekking heeft op het uitvoeren, ontwerpen of laten uitvoeren van een werk of werken als bedoeld in artikel 5, tweede lid, onder a;
-
b.opdracht voor leveringen: een schriftelijke overeenkomst onder bezwarende titel die tussen een of meer leveranciers en een of meer
speciale-sectorbedrijven is gesloten en betrekking heeft op leveringen als bedoeld in artikel 5, tweede lid, onder c;
-
c.opdracht voor diensten: een schriftelijke overeenkomst onder bezwarende titel die tussen een of meer dienstverleners en een of meer speciale-sectorbedrijven is gesloten en betrekking heeft op diensten als bedoeld in artikel 5, tweede lid, onder d.
Artikel 7
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
-
a.concessieovereenkomst: een concessieovereenkomst voor diensten of voor openbare werken;
-
b.concessieovereenkomst voor openbare werken: een overeenkomst met dezelfde kenmerken als een overheidsopdracht of opdracht voor werken, waarbij de tegenprestatie voor de uit te voeren werken in ieder geval bestaat uit het recht het werk te exploiteren, al dan niet gecombineerd met een betaling;
-
c.concessieovereenkomst voor diensten: een overeenkomst met dezelfde kenmerken als een overheidsopdracht of een opdracht voor diensten met uitzondering van het feit dat de tegenprestatie voor de te verrichten diensten bestaat uit het recht de dienst te exploiteren, al dan niet gecombineerd met een betaling;
-
d.raamovereenkomst: een overeenkomst tussen een of meer aanbestedende diensten en een of meer ondernemers met het doel gedurende een bepaalde periode de voorwaarden inzake te gunnen overheidsopdrachten vast te leggen;
-
e.prijsvraag: een procedure die tot doel heeft een aanbestedende dienst of een speciale-sectorbedrijf een plan of ontwerp te verschaffen dat na een oproep tot mededinging door een jury wordt geselecteerd, al dan niet met toekenning van prijzen;
-
f.integriteitsverklaring aanbesteden: een verklaring van Onze Minister van Justitie dat uit een onderzoek met betrekking tot het gedrag van de betrokken natuurlijke persoon of rechtspersoon ingesteld, gelet op het risico voor de samenleving alsmede het risico van niet-integere beroepsuitoefening in het kader van het uitvoeren van overheidsopdrachten, opdrachten, concessie- of raamovereenkomsten of het deelnemen aan een prijsvraag en na afweging van het belang van betrokkene, niet is gebleken van bezwaren tegen die natuurlijk of rechtspersoon;
-
g.eigen verklaring integriteit: een verklaring van een ondernemer dat hij beschikt over een integriteitsverklaring aanbesteden, overeenkomstig het model dat bij ministeriële regeling is vastgesteld.
Artikel 8
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
-
a.aanbestedingsrichtlijn of -verordening: richtlijn, onderscheidenlijk verordening als bedoeld in artikel 249 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, die geheel of gedeeltelijk berust op de artikelen 47, 55 en 95 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap en betrekking heeft op aanbesteden;
-
b.gedelegeerde richtlijn, gedelegeerde verordening of beschikking: richtlijn, verordening of beschikking van de Commissie van de Europese Gemeenschappen die berust op een aanbestedingsrichtlijn- of verordening.
HOOFDSTUK 2. ALGEMENE BEGINSELEN DIE VAN TOEPASSING ZIJN OP AANBESTEDENDE DIENSTEN EN SPECIALE-SECTOR-BEDRIJVEN
Artikel 9
Een aanbestedende dienst of een speciale-sectorbedrijf neemt de algemene beginselen in dit hoofdstuk in acht.
Artikel 10
Een aanbestedende dienst of een speciale-sectorbedrijf behandelt ondernemers op gelijke en niet-discriminerende wijze.
Artikel 11
Een aanbestedende dienst of een speciale-sectorbedrijf handelt transparant.
Artikel 12
-
1.Ter uitvoering van de artikelen 10 en 11 waarborgt een aanbestedende dienst of een speciale-sectorbedrijf een passende mate van openbaarheid voor potentieel belanghebbende ondernemers zodat het gunnen van een overheidsopdracht of opdracht, het sluiten van een raam-of concessieovereenkomst, of het uitreiken van een prijs op onpartijdigheid getoetst kan worden.
-
2.Van het eerste lid kan door een aanbestedende dienst of een speciale-sectorbedrijf worden afgeweken indien sprake is van:
-
a.bijzondere omstandigheden, of
-
b.objectieve rechtvaardigingsgronden.
-
3.Van het eerste lid kan voorts door een aanbestedende dienst worden afgeweken indien sprake is van het sluiten van een schriftelijke overeenkomst onder bezwarende titel met een natuurlijke persoon of rechtspersoon waarop de aanbestedende dienst toezicht uitoefent zoals op zijn eigen diensten en deze persoon tegelijkertijd het merendeel van zijn werkzaamheden verricht ten behoeve van de aanbestedende diensten die hem beheersen.
-
4.Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kan nader worden bepaald welke mate van openbaarheid voor welke gevallen passend is.
Artikel 13
-
1.Een aanbestedende dienst of een speciale-sectorbedrijf neemt het beginsel van proportionaliteit in acht.
-
2.Ter uitvoering van het eerste lid stelt hij in ieder geval enkel eisen, voorwaarden en criteria die gerelateerd zijn aan en noodzakelijk zijn gelet op het doel, de aard en het voorwerp van de overheidsopdracht, opdracht, raam- of concessieovereenkomst of prijsvraag, in het bijzonder bij het stellen van:
-
a.technische eisen aan het voorwerp van een overheidsopdracht of opdracht, een raam- of concessieovereenkomst, of een prijsvraag;
-
b.eisen aan de geschiktheid en draagkracht van een ondernemer;
-
c.criteria aan de hand waarvan hij een overheidsopdracht of opdracht gunt, een raam- of concessieovereenkomst sluit, of een prijs uitreikt.
HOOFDSTUK 3. BEGINSELEN DIE VAN TOEPASSING ZIJN OP OPDRACHTEN VAN BEPAALDE ORGANISATIES DIE GEEN AANBESTEDENDE DIENST ZIJN
Artikel 14
-
1.Een houder van een concessie voor openbare werken die geen aanbestedende dienst is stelt voordat hij een schriftelijke overeenkomst onder bezwarende titel sluit waarop krachtens artikel 17 voorschriften van toepassing zijn, die overeenkomst open voor concurrentie.
-
2.Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen ter uitvoering van het eerste lid de bij of krachtens artikel 17 gestelde regels van toepassing worden verklaard.
Artikel 15
-
1.Een subsidie-ontvanger die:
-
a.geen aanbestedende dienst is, en
-
b.valt binnen een op grond van artikel 17 aangewezen categorie, stelt voordat hij een schriftelijke overeenkomst onder bezwarende titel
sluit waarop krachtens artikel 17 voorschriften van toepassing zijn, die overeenkomst open voor concurrentie.
-
2.Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen ter uitvoering van het eerste lid de bij of krachtens artikel 17 gestelde regels van toepassing worden verklaard.
Artikel 16
Een natuurlijke persoon of rechtspersoon die:
-
a.geen aanbestedende dienst is, en
-
b.aan wie of waaraan door een aanbestedende dienst een bijzonder of uitsluitend recht is verleend om openbare diensten te verrichten,
leeft wanneer hij in het kader van de onder b bedoelde activiteit een schriftelijke overeenkomst onder bezwarende titel wil sluiten, daarbij het beginsel van niet-discriminatie op grond van nationaliteit na.
HOOFDSTUK 4. IMPLEMENTATIE VAN EUROPESE EN INTERNATIONALE VERPLICHTINGEN
Artikel 17
-
1.Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden ter implementatie van:
-
a.een aanbestedingsrichtlijn of -verordening;
-
b.een gedelegeerde richtlijn, een gedelegeerde verordening of een beschikking;
-
c.een voor Nederland verbindend verdrag of besluit van een volkenrechtelijke organisatie, regels gesteld die betrekking hebben op procedurevoorschriften, de geschiktheid van ondernemers, technische eisen, gunningscriteria, het verstrekken van informatie, de geheim-verklaring, en administratieve voorschriften betreffende de rechtsbescherming ten aanzien van het:
1°. gunnen van een overheidsopdracht of een opdracht, 2°. sluiten van een raam- of concessieovereenkomst, of 3°. uitschrijven van een prijsvraag.
-
2.In afwijking van het eerste lid kunnen ter implementatie van een gedelegeerde richtlijn, een gedelegeerde verordening of een beschikking als bedoeld in het eerste lid bij ministeriële regeling regels worden gesteld.
Artikel 18
-
1.Bij ministeriële regeling worden regels gesteld ten aanzien van het verstrekken van informatie door een aanbestedende dienst of een speciale-sectorbedrijf aan Onze Minister van Economische Zaken en aan de Commissie van de Europese Gemeenschappen, voorzover dit voortvloeit uit een aanbestedingsrichtlijn of -verordening.
-
2.Een aanbestedende dienst of een speciale-sectorbedrijf zijn verplicht de op grond van het eerste lid gevraagde informatie te verstrekken.
HOOFDSTUK 5. WAARBORGEN GOEDE UITVOERING VAN EUROPESE EN INTERNATIONALE AANBESTEDINGSVERPLICHTINGEN
Artikel 19
-
1.Een aanbestedende dienst of speciale-sectorbedrijf die tot een bij of krachtens algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie behoort is verplicht om ondernemers te vragen een integriteitsverklaring aanbesteden te overleggen voordat hij een:
-
a.overheidsopdracht of opdracht gunt,
-
b.raam- of concessieovereenkomst sluit, of
-
c.prijsvraag sluit, die tot een bij ministeriële regeling aangewezen categorie behoort.
-
2.Aan de wijze waarop een aangewezen aanbestedende dienst of speciale-sectorbedrijf voldoet aan de verplichting, bedoeld in het eerste lid, worden bij of krachtens algemene maatregel van bestuur nadere voorschriften gesteld.
-
3.De in het tweede lid bedoelde voorschriften betreffen in ieder geval de volgende elementen:
-
a.het moment waarop een aangewezen aanbestedende dienst of speciale-sectorbedrijf voldaan moet hebben aan de verplichting, bedoeld in het eerste lid;
-
b.in welke gevallen en in welke fase kan worden volstaan met een eigen verklaring integriteit.
-
4.Een aangewezen aanbestedende dienst of speciale-sectorbedrijf is verplicht om een ondernemer uit te sluiten wanneer deze ondernemer niet een integriteitsverklaring aanbesteden kan overleggen die niet ouder is dan een bij of krachtens algemene maatregel van bestuur vastgesteld aantal maanden.
-
5.Een aangewezen aanbestedende dienst of speciale-sectorbedrijf sluit een ondernemer die een integriteitsverklaring als bedoeld in het vierde lid kan overleggen uit indien:
-
a.de aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf kennis heeft van een onherroepelijke veroordeling die op grond van een aanbestedingsrichtlijn moet leiden tot uitsluiting van die ondernemer, en
-
b.de onder a bedoelde veroordeling is uitgesproken na afgifte van de integriteitsverklaring.
-
6.Een aangewezen aanbestedende dienst of speciale-sectorbedrijf kan enkel op grond van het vierde en vijfde lid, een ondernemer om redenen van integriteit uitsluiten.
-
7.De artikelen 1, 28, 29 en 32 tot en met 39 van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens zijn van overeenkomstige toepassing op een integriteitsverklaring aanbesteden, met dien verstande dat Onze Minister van Justitie bij zijn beoordeling van de afgifte van die verklaring tevens betrekt:
-
a.een boete als bedoeld in artikel 56, eerste lid, van de Mededingingswet die onherroepelijk is geworden;
-
b.overige bij of krachtens algemene maatregel van bestuur aangewezen gegevens omtrent de integriteit van ondernemers.
-
8.Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels gesteld worden op grond waarvan een aanbestedende dienst of speciale-sectorbedrijf om dwingende redenen van algemeen belang kan afwijken van de verplichting in het vierde en het vijfde lid.
-
9.Wanneer in het land waarin de ondernemer gevestigd is niet een met de integriteitsverklaring aanbesteden vergelijkbare verklaring wordt afgegeven, kan de ondernemer volstaan met een verklaring onder ede of een plechtige verklaring die door betrokkene ten overstaan van een bevoegde rechterlijke of administratieve instantie, een notaris of een bevoegde beroepsorganisatie van het land van oorsprong of herkomst wordt afgelegd en die niet ouder is dan het krachtens het vierde lid vastgestelde aantal maanden. Bij regeling van Onze Minister kan vrijstelling worden verleend van de verplichting om een verklaring af te leggen.
Artikel 20
-
1.Bij ministeriële regeling kunnen grenzen gesteld worden aan de door een aanbestedende dienst of een speciale-sectorbedrijf te stellen eisen, voorwaarden en criteria.
-
2.De regels, bedoeld in het eerste lid, kunnen betrekking hebben op de eisen, voorwaarden en criteria, bedoeld in artikel 13, tweede lid.
Artikel 21
-
1.Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen ter bevordering van de gelijke behandeling van ondernemers, de concurrentie tussen ondernemers, de innovatie en de transparantie met inbegrip van passende mate van openbaarheid als bedoeld in artikel 12 voorschriften worden vastgesteld die een aanbestedende dienst of een speciale-sectorbedrijf in acht moet nemen voordat hij een overheidsopdracht gunt, een raam- of concessieovereenkomst sluit of een prijsvraag sluit.
-
2.Bij ministeriële regeling kunnen ter waarborging van een goed verloop en van de uniformiteit van de aanbestedingsprocedure of ter vermindering van administratieve lasten van ondernemers administratieve voorschriften worden vastgesteld die een aanbestedende dienst of een speciale-sectorbedrijf in acht moet nemen voordat hij een overheidsopdracht gunt, een raamovereenkomst of een concessieovereenkomst sluit, of een prijsvraag sluit.
Artikel 22
Artikel 1020 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is niet van toepassing op geschillen betreffende de naleving van deze wet of de daarop gebaseerde bepalingen.
HOOFDSTUK 6. OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN
Artikel 23
De voordracht voor een algemene maatregel van bestuur krachtens de artikelen 17, 19 en 21, gezamenlijk of afzonderlijk, wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.
Artikel 24
De Raamwet EEG-voorschriften aanbestedingen wordt ingetrokken.
Artikel 25
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Artikel 26
Na de inwerkingtreding van deze wet:
-
a.berusten het Besluit aanbestedingsregels voor overheidsopdrachten en het Besluit aanbestedingen speciale sectoren op artikel 17, eerste lid, van deze wet, en
-
b.berust de Regeling gegevensverstrekking overheidsopdrachten en speciale sectoren op artikel 18, eerste lid, van deze wet.
Artikel 27
Onze Minister van Economische Zaken zendt binnen drie jaar na de inwerkingtreding van deze wet, en vervolgens telkens na vijf jaar, aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk. Een aanbestedende dienst en een speciale-sectorbedrijf zijn gehouden aan deze evaluatie medewerking te verlenen.
Artikel 28
Deze wet wordt aangehaald als: Aanbestedingswet.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Economische Zaken,
The EU Monitor enables its users to keep track of the European process of lawmaking, focusing on the relevant dossiers. It automatically signals developments in your chosen topics of interest. Apologies to unregistered users, we can no longer add new users.This service will discontinue in the near future.