Commissie-Malfatti/Mansholt (1970-1973) - Main contents
Deze Europese Commissie i trad aan op 2 juli 1970 en bleef in functie tot januari 1973. In maart 1972 maakte de Italiaanse voorzitter Franco Malfatti i bekend dat hij vrijwillig zou aftreden, omdat hij deelnam aan de Italiaanse presidentsverkiezingen. Hierna werd de Nederlandse eurocommissaris voor landbouw Sicco Mansholt i commissievoorzitter.
Deze commissieperiode werd overheerst door een internationale monetaire crisis, die tot vertraging zou leiden bij het tot stand komen van een Europese monetaire en economische unie. Verder werd er voor het eerst gedacht aan milieuwetgeving. Actiegroepen als Greenpeace werd opgericht. Op het niveau van Europese harmonisatie werden er stappen gezet om tot een gemeenschappelijk vervoerbeleid te komen, onder andere door harmonisatie van sociale voorschriften voor het wegverkeer.
De Commissie-Malfatti/Mansholt werd in januari 1973 opgevolgd door de Commissie-Ortoli i.
Naam |
Land |
Portefeuille |
Politieke kleur |
---|---|---|---|
Frankrijk |
economische zaken en financiën |
rechts-liberaal |
|
Luxemburg |
mededinging, regionaal beleid en voorlichting |
partijloos |
|
België |
sociale zaken, vervoer, personeel & organisatie, kredietverlening en investeringen, begroting en financiële controle |
christendemocratisch |
|
Duitsland |
externe betrekkingen en handel |
liberaal |
|
Frankrijk |
ontwikkelingssamenwerking en uitbreiding |
liberaal |
|
Duitsland |
interne markt, energie en Euratom |
sociaaldemocratisch |
|
Italië |
voorzitter |
christendemocratisch |
|
Nederland |
landbouw |
sociaaldemocratisch |
|
Italië |
industrie, technologie, wetenschap en onderzoek, en douane-unie |
communistisch |
Naam vervanger |
Vervangen Commissaris |
Datum vervanging |
Politieke kleur |
Reden vervanging |
---|---|---|---|---|
22 maart 1972 |
sociaaldemocratisch |
Kandidatuur Italiaanse parlementsverkiezingen |
||
22 maart 1972 |
christendemocratisch |
Voorzitter Europese Commissie |
Een van de belangrijkste mijlpalen tijdens deze commissieperiode was de eerste uitbreiding van de Europese Gemeenschap. Zo werd er overeenstemming bereikt over de toetreding van Denemarken, Ierland, Noorwegen en het Verenigd Koninkrijk tot de Europese Gemeenschap. Op 1 januari 1973 werd de toetreding een feit. Wel haakte Noorwegen, na het negatief uitvallen van het Noorse referendum, af.
Door de internationale monetaire crisis raakten de Europese lidstaten in de problemen. Er werd onderhandeld voor onderlinge samenwerking en in april 1972 kwam de monetaire slang aan de orde. Deze 'slang' stond voor de valuta van de lidstaten die slechts binnen een vastgestelde bandbreedte ten opzichte van elkaar mochten bewegen. Om binnen deze bandbreedtes e kunnen blijven werd ook nog een Europees Fonds van Monetaire Samenwerking opgericht dat de valuta kon aan-en verkopen. Dit was een eerste stap in de richting van een economische en monetaire unie.
Op het vlak van Europese samenwerking kwam de commissie met richtlijnen ter uitwerking van de in 1968 overeengekomen Europese landbouwpolitiek. Deze richtlijnen beoogde verbetering van de Europese landbouwstructuur door zowel sanering als investeringssteun. De commissie stelde een programma op om te komen tot onderlinge aanpassing van de douanewetgeving. Het regionaal beleid kreeg een impuls door instelling van een fonds. Ook werden er eerste aanzetten gegeven tot een gezamenlijk milieubeleid. Zo kwam er voor het eerst een richtlijn betreffende de milieuaansprakelijkheid met daarin het beginsel dat de vervuiler betaalt.