Jan Marinus Wiersma: Onweer op komst - Main contents
Het rommelt ten Oosten van de Europese Unie. Verkiezingen in Moldavië leidden tot demonstraties die uit de hand liepen. Het land verkeert in een diepe politieke crisis. In Georgië zou deze week een poging tot een staatsgreep plaatsgevonden hebben. Door Moskou georganiseerd, zo luidde het in Tbilisi. Oekraïne wordt gegijzeld door een politieke elite, die geen antwoord heeft op de economische noodsituatie.
Alsof er niets aan de hand is wordt deze week in Praag een feestelijke top bijeenkomst gehouden met de landen aan wie een zogenaamd Oostelijk Partnerschap is aangeboden. Dat is de instrumentele reactie van de EU op het gebrek aan voortgang in de hierboven beschreven landen. Ik betwijfel of deze nieuwe verdragen de EU meer grip op de regio zullen geven. Wat ontbreekt, is de politieke wil om direct in deze landen te interveniëren en daarmee de politieke stabiliteit te vergroten. Wat rest is een ongelukkige poging om de invloedssfeer van de EU uit te breiden zonder een duidelijke doelstellig, want niemand is bereid één van deze staten EU-lidmaatschap aan te bieden.
Het Europees Parlement steunt deze symbool politiek door het oprichten van een parlementair lichaam, Euronest, dat een multilateraal contact forum moet bieden. Dit orgaan vervangt niet de bestaande samenwerkingsverbanden maar komt er bij.
Het Oostelijk Partnerschap is ooit voorgesteld door Zweden en Polen en wordt door velen uitgelegd al een poging om de 6 betrokken landen van Rusland los te “weken”. Dat is ook de heersende interpretatie in Moskou. Ik zou het betreuren wanneer dit de officiële politiek van de EU zou worden. Ruzie maken met de Russen leidt nergens toe. Een aantal veiligheidsproblemen in Europa wordt daardoor onoplosbaar.
In Plaats van alle aandacht te besteden aan een nieuwe serie verdragen, zou de EU een mechanisme moeten ontwikkelen dat haar in staat stelt bestaande en dreigende conflicten te bezweren - en niet alleen dan (zie Georgië) in the grijpen wanneer het uit de hand gelopen is.
Ik heb me de afgelopen tien jaar intensief met deze landen bezig gehouden en ik heb de indruk dat er maar weinig problemen zijn opgelost. Dat ik deze week een onderscheiding kreeg van de president van Oekraïne - wegens verdiensten voor het land - is een schrale troost.