Negentig jaar Versailles - Main contents
In deze blog schrijft Frans Timmermans over de betekenis van het negentig jaar oude Verdrag van Versailles. "De fundamenten van de Europese samenwerking van na 1945 kunnen alleen worden begrepen als men kennis heeft van de vele fouten van Versailles."
Twintig jaar sinds de Val van de Muur en zestig jaar sinds de stichting van de Bondsrepubliek, zoveel hadden we over 2009 al vastgesteld. Maar er is nog een jubileum dat onze aandacht verdient. Het is namelijk precies negentig jaar geleden sinds de Verdrag van Versailles werd gesloten. Het was de afsluiting van de Eerste Wereldoorlog, la Grande Guerre, deze eerste totale oorlog die aan Nederland voorbij is gegaan en die zo bepalend was voor de Europese geschiedenis van de afgelopen eeuw.
Het zou mij een lief ding waard zijn als die oorlog een duidelijke plaats in ons collectieve geheugen zou hebben. Want zolang wij er in Nederland een blinde vlek voor hebben, zullen we altijd op z’n best een incompleet, maar waarschijnlijker nog een verwrongen beeld hebben van de Europese wordingsgeschiedenis. Die oorlog, waarin een paar mensen aan de top zo achteloos en zo zinloos talloze miljoenen de dood injoegen. Die oorlog, die de Europese grootmachten die tot dan toe wereldmachten waren, definitief tot de tweede rang veroordeelde, die een hele generatie wegvaagde, die de totalitaire regimes baarde, die vervolgens twintig jaar later voor de volgende oorlog en de moord op zes miljoen Europese joden en tientallen miljoenen ‘vijanden van het volk’ onder de communisten verantwoordelijk waren.
Ach, je zou er een boek over kunnen schrijven. En dat is ook door de beste historici van der wereld gedaan, alleen niet in Nederland. Goed, het onderwerp is veel te groot voor een blog, maar over het Verdrag van Versailles kan in het kort wel een paar zaken worden opgemerkt. Voor wie belangstelling heeft voor een handzaam overzicht: lees Der Spiegel van vorige week, daar staat een mooi overzichtsartikel in.
In Versailles kwamen alleen de overwinnaars bij elkaar voor de onderhandelingen. De Duitsers mochten pas komen toen het Verdrag klaar was en mochten tekenen op de stippellijn. De overwinnaars hadden in het algemeen twee doelen. In de eerste plaats ieder voor zich een deel van de oorlogsbuit claimen. Hetzij een stuk van Duitsland, hetzij Duitse koloniën, hetzij herstelbetalingen. In de tweede plaats wilden de overwinnaars Duitsland, dat men toch vooral als een potentiële dolle hond beschouwde, zo in de touwen houden dat het nooit meer tot agressie tegen de buren in staat zou zijn. Niet zelden zag men het eerste en het tweede doel als goed te combineren objectieven.
Het Verdrag was in alle opzichten een rampzalige mislukking. Duitsland werd op het eerste gezicht zo vernederd, dat het doodsimpel was voor extreem rechts, waarvan Hitler de meest getalenteerde exponent bleek, die vernedering, in combinatie met de dolkstoot legende, te gebruiken als voedingsbodem voor virulent revanchisme. Maar in feite werd Duitsland in een zetel naar een dominante positie geleid. In de eerste plaats omdat het Verdrag niet ver genoeg ging om Duitsland er echt onder te houden, zodat men er zich in Berlijn in de loop der jaren steeds minder van aan hoefde te trekken. In de tweede plaats omdat Duitsland door de schepping van allemaal nieuwe en vooral kleine landen in het Oosten aan die kant niet meer werd ingedamd door een grootmacht. De hypocrisie die met Wilsons ‘self-determination’ gepaard ging, was een verdere voedingsbodem voor Duitse rancune. Immers, de zelfbeschikking die Tsjechen, Polen, Litouwers en anderen werd gegund, werd Duitsers in Sudetenland, Oostenrijk en de nieuwe delen van Polen met speels gemak onthouden.
Het is makkelijk na negentig jaar hier koel over te oordelen. Clemenceau, die een hoofdrol vervulde in Versailles, had de beelden van zijn verwoeste vaderland helder op het netvlies. Het Noorden van Frankrijk was letterlijk aan flarden geschoten, de bloem der Franse natie was in de knop geknakt. Het volk schreeuwde om wraak, geen straf was hard genoeg voor de ‘boche’. Lloyd George had te maken met een nagenoeg bankroet Verenigd Koninkrijk en ook hier was een generatie mannen weggevaagd. Duits geld was van levensbelang om de staat draaiend te houden. En Wilson? Dat was een zendeling met even verheven als onwerkbare ideeën over wereldvrede. Ideeën waar hij niet eens zijn eigen volksvertegenwoordiging van kon overtuigen, niet in de laatste plaats omdat hij alleen maar minachting voelde voor senatoren en afgevaardigden en dus niet eens de moeite nam ze te overtuigen.
Hoe het ook zij, het staat voor mij als een paal boven water dat de inspanningen van de overwinnaars toch gericht waren op ‘nooit meer oorlog’. Zij hadden alleen nog veel te weinig in de gaten dat voor een duurzame vrede twee voorwaarden essentieel zijn: in de eerste plaats moet er een bepaald evenwicht zijn in de internationale verhoudingen. Alleen evenwichtige internationale verhoudingen kunnen tegen een stootje in tijden van crisis. Teveel macht in een paar handen, leidt onvermijdelijk tot een tegenreactie. Te weinig macht in handen die objectief gezien grotere verantwoordelijkheid zouden moeten hebben, leidt tot rancune en tot spanningen, waardoor het systeem uit balans raakt en inherent instabiel wordt. In de tweede plaats moeten internationale afspraken door de partijen als legitiem worden beschouwd. Zij moeten dus gebaseerd zijn op algemeen aanvaarde rechtsprincipes en ook als rechtvaardig door zo niet alle dan toch de meeste partijen worden ervaren. Het Verdrag van Versailles zat op alle punten fout.
De fundamenten van de Europese samenwerking van na 1945 kunnen alleen worden begrepen als men kennis heeft van de vele fouten van Versailles die men na de Tweede Wereldoorlog niet wilde herhalen. Men heeft natuurlijk toen weer andere fouten gemaakt, waar latere generaties van kunnen leren. Maar in de kern hebben de bedenkers van de Europese integratie het wel goed gezien en ook nog eens goed uitgevoerd. Bij alle terechte kritiek op Europa, bij alle zwaar overdreven chagrijn over Europa, is het goed dit ook onder ogen te zien, negentig jaar na Versailles.