31316 - Wet publieke gezondheid
Please note
This page contains a limited version of this dossier in the EU Monitor.
Dit wetsvoorstel werd op 24 december 2007 ingediend door de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Klink1.
Dit voorstel is gebaseerd op de overweging, dat het, ter implementatie van de herziene Internationale Gezondheidsregeling en om beter voorbereid te zijn op infectieziektecrises, wenselijk is voor de infectieziektebestrijding regels te stellen betreffende de organisatie ervan en de informatieverplichtingen en de bevoegdheden tot optreden uit te breiden; dat het wenselijk is om deze regels samen met de bestaande bepalingen onder te brengen in één wet opdat een samenhangend geheel ontstaat; dat daarom de Wet collectieve preventie volksgezondheid, de Infectieziektenwet en de Quarantainewet kunnen worden ingetrokken en worden vervangen door een wet voor de publieke gezondheid; dat het daarnaast wenselijk is om in deze wet een bepaling op te nemen omtrent een verplichte digitale gegevensopslag bij de uitvoering van de jeugdgezondheidszorg.
Contents
Bepalingen over de zorg voor de publieke gezondheid (Wet publieke gezondheid)
Bij dit wetsvoorstel werden een nota van wijziging en drie amendementen ingediend. Bij dit dossier werden in de Tweede Kamer twee moties ingediend. (42 stuks)2 |
24 december 2007, koninklijke boodschap, nr. 1
KST114267 Koninklijke boodschap publicatie: 14 januari 2008 |
2 |
24 december 2007, voorstel van wet, nr. 2
KST114268 Voorstel van wet publicatie: 14 januari 2008 |
2 |
24 december 2007, memorie van toelichting, nr. 3
KST114269 Memorie van toelichting publicatie: 14 januari 2008 |
Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met het inleidende gedeelte van de memorie van toelichting, alle documenten in dit dossier, een overzicht van door dit wetsvoorstel gewijzigde wetten, een overzicht van Kamerleden en bewindslieden die bij de behandeling van dit dossier het woord hebben gevoerd en een overzicht van verwante dossiers.
The full version is available for registered users of the EU Monitor by ANP and PDC Informatie Architectuur.
The EU Monitor enables its users to keep track of the European process of lawmaking, focusing on the relevant dossiers. It automatically signals developments in your chosen topics of interest. Apologies to unregistered users, we can no longer add new users.This service will discontinue in the near future.
- 1.Op Goedereede geboren CDA-ideoloog, Kamerlid en minister. Socioloog, die als directeur van het Wetenschappelijk Instituut voor het CDA, nauw samenwerkte met Jan Peter Balkenende en als ambtenaar van Justitie met Piet-Hein Donner. Werd in 2003 Eerste Kamerlid en maakte in februari 2007 de overstap naar het kabinet-Balkenende IV, waarin hij minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport was. Pleitbezorger van eigen verantwoordelijkheid en marktwerking in de zorg. Kwam met een rookverbod voor de horeca. Na de verkiezingen van 2010 werd hij als Tweede Kamerlid en secondant bij de formatie voornaamste tegenstander van samenwerking met de PVV; een opstelling die hem tot dissident maakte en tot zijn snelle vertrek leidde. Sinds mei 2011 is hij deeltijd-hoogleraar zorg, arbeid en politieke sturing aan de VU en in 2014-2021 zat hij in de directie van zorgverzekeraar VGZ.
- 2.Bevlogen Tweede Kamerlid en enige tijd partijleidster van de SP. In Nijmegen gepromoveerd in de medische wetenschappen en aanvankelijk wetenschapper. Kwam in 1994 in de gemeenteraad van Doesburg en werd beleidsmedewerker van de Kamerfractie. Vanaf 1998 Tweede Kamerlid, dat zich vooral bezighield met de zorgsector. Kwam krachtig op voor de belangen van zorgconsumenten. Fel, vasthoudend debatester, die daardoor soms wel iets drammerigs had. Was in 2008 de logische opvolgster van Jan Marijnissen, maar kon diens populariteit niet benaderen en trad na de teleurstellende raadsverkiezingen van 2010 terug. Is sinds 2013 directeur van Lareb, een onderzoeksinstituut voor bijwerking van medicijnen en sinds 2024 bijzonder hoogleraar in Leiden.
- 3.In de Stellingwerven geboren VVD-politicus die het tot staatssecretaris, fractievoorzitter en minister van Buitenlandse Zaken bracht, maar zijn politieke loopbaan abrupt moest afbreken. Voor hij in 2006 Tweede Kamerlid werd onder meer werkzaam bij Shell, directeur van een projectmanagmentsbureau en fractievoorzitter van de VVD in de gemeenteraad van Utrecht. Als Kamerlid hield hij zich bezig met de zorg en hoger onderwijs en was hij lid van de onderzoekscommissie onderwijsvernieuwingen. Voerde als staatssecretaris in het kabinet-Rutte I, ondanks veel protest, krachtdadig forse bezuinigingen in de cultuursector door. Tijdens Rutte II was hij als fractievoorzitter een belangrijke steunpilaar voor dat kabinet. Buitenlandse Zaken in Rutte III was als 'beloning' daarvoor te beschouwen, maar ontmaskering van een door hemzelf opgeklopt verhaal over de Russiche dreiging, dat hij in 2016 op het VVD-congres had verteld, ondermijnde zijn gezag en dwong hem tot vertrek.
- 4.Politiek voorman van de SGP, die als nestor van de Tweede Kamer gezag verwierf. Studeerde weg- en waterbouw en was werkzaam in het onderwijs. Kwam in 1981, na ruim acht jaar Statenlid in Utrecht te zijn geweest, in de Kamer. Vanaf 1986 fractievoorzitter en partijleider. Voerde in de Kamer het woord over uiteenlopende onderwerpen. Minzame, hardwerkende volksvertegenwoordiger die zich dienstbaar opstelde en geen eerzucht kende. Als nestor ontwikkelde hij zich, ondanks het tamelijk politieke isolement van zijn partij, tot het staatsrechtelijk en 'zedelijk' geweten van de Kamer. Waarschuwde geregeld tegen verruwing van de parlementaire mores.
- 5.Khadija Arib (1960) was vanaf 19 mei 1998 tot 4 november 2022, met een onderbreking van 30 november 2006 tot 1 maart 2007, lid van de Tweede Kamer voor de PvdA. Van 13 januari 2016 tot 7 april 2021 was zij voorzitter van de Tweede Kamer. Mevrouw Arib is van Marokkaanse afkomst en kwam op haar vijftiende naar Nederland. Zij was voor zij Kamerlid werd onder meer waarnemend hoofd en senior-beleidsmedewerker Maatschappelijke Opvang en Gezondheidszorg van de gemeente Amsterdam. In de Tweede Kamer hield zij zich bezig met gezondheidszorg, medisch-ethische vraagstukken, bestrijding van mensenhandel en zedenwetgeving. Zij was voorzitter van de algemene commissie voor Jeugdzorg en gedurende korte tijd van de tijdelijke commissie corona.
- 6.Vier jaar volksgezondheidspecialist van de CDA-Tweede Kamerfractie. Gynaecologe die als zodanig in ziekenhuizen en in de Derde Wereld werkte. Was verder wethouder van Bunnik en later regionaal inspecteur voor de Gezondheidszorg. Sprak in de Kamer met name over ziekenhuiszorg, geneesmiddelenbeleid en het kwaliteitsbeleid in de gezondheidszorg. Werd in 2010 tot haar teleurstelling niet meer gekandideerd voor de Tweede Kamer.