Een Poolse geschiedenis - Main contents
Het sneeuwde hard, gisterenmiddag in Warschau en onze kleren raakten bedekt door grote, witte vlokken terwijl wij geboeid luisterden naar Marian Turski, overlever van de holocaust en voorzitter van een associatie die een Museum realiseert over de geschiedenis van de Poolse Joden. Turski, klein van stuk, lichtelijk gebogen, ongelooflijk gedreven en vitaal, verhaalde over de opstand van het Joodse getto in 1943. Wij luisterden geboeid en zwaar onder de indruk. We stonden bij een herdenkingsmonument, rond de putdeksel van het riool, de enige ontsnappingsmogelijkheid uit de hel die de nazi’s in het getto aanrichtten. Geschiedenis, de gruwelijke geschiedenis komt dan heel dichtbij en wordt tastbaar. Turski wijst waarvandaan de tanks kwamen, waar de verzetsstrijders zaten en we volgen zijn gestrekte hand met onze blik en proberen ons een beeld te vormen van de ellende die zich op die plek heeft voltrokken. Ook wijst hij ons op het monument dat is geplaatst bij de plek waar Willy Brandt zijn knieval maakte. De onschuldige die boete kwam doen en zo de basis legde voor verzoening. Op deze plek komt een prachtig museum, waar niet alleen het verleden wordt herdacht, maar ook de Poolse jeugd kennis kan nemen van de geschiedenis, en zo kan worden opgevoed in verantwoord burgerschap. Het Joods Historisch Museum in Amsterdam is ook zo’n onmisbare schakel in de opvoeding van onze kinderen. Ook ingericht om kinderen te bereiken, te boeien en te prikkelen. Ik hoop dat het Warschau lukt net zoiets tot stand te brengen en waar mogelijk wil ik daar bij behulpzaam zijn.
Premier Balkenende legde een krans bij het graf van de onbekende soldaat, een plek die iedere Nederlandse televisiekijker meteen zal herkennen. Een kranslegging in Warschau is altijd een indrukwekkende gebeurtenis, je voelt als het ware het gewicht op je schouders van de onvoorstelbare offers die Poolse soldaten hebben gebracht voor hun en onze vrijheid, je krijgt even een kleine indruk van het leed dat Polen in de loop van de geschiedenis door de buren is aangedaan. Wat het voor mij een buitengewoon emotioneel moment maakte was de aanwezigheid van veteranen van de Macek brigade. Ik heb de hand mogen drukken van mannen die in 1944 in Breda mijn vader hebben bevrijd. Ik ben hen dankbaarheid verschuldigd, net zoals aan de mannen van generaal Sosabowski, die zo moedig streden bij de slag om Arnhem.
Het bezoek dat ik eerder deze week samen met de premier aan Polen mocht brengen stond bol van geschiedenis. Tijdens de eerste dag in Gdansk is de Nederlandse invloed, door de eeuwen heen, zeer tastbaar. Met de bakstenen die als ballast in Hollandse schepen vanaf de late middeleeuwen zijn aangevoerd, zijn prachtige huizen gebouwd. Huizen met trapgevels, die vooral doen denken aan plekken als de Grote Markt in Brussel of delen van Antwerpen en Brugge. En natuurlijk ook aan de oudere trapgevelpanden in Amsterdam. ‘Hollandse steen’ is de naam die ze hier aan bakstenen hebben gegeven. Premier Tusk, zelf afkomstig uit Gdansk, zal ons een dag later in Warschau uitleggen dat iedereen uit zijn geboortestreek zich zeer bewust is van die historische band met Nederland. Anders dan Nederlanders kennen Polen hun geschiedenis namelijk héél erg goed. Sinds de dertiende eeuw werd er vanuit Nederland zeer intensief handel gedreven met Gdansk en het Balticum. Helaas is in ons land bijna onbekend dat onze welvaart, onze Gouden Eeuw veel minder terug te voeren is op de ‘VOC mentaliteit’ dan op de onvoorstelbaar stevige economische basis die werd gelegd door de handel met het Baltische gebied en steden als Gdansk, waarbij met name graan, hout, huiden en andere grondstoffen de steden in de Nederlanden grote rijkdom bracht.
In de omgeving van Gdansk zijn ook andere sporen van vroegere Nederlandse aanwezigheid te vinden. In een landschap dat sterk doet denken aan de Hollandse polders, hebben eeuwenlang Mennonieten voor drooglegging en ontginning van het verdronken land gezorgd. Een daarmee een cultuurlandschap achterlatend waar moderne Nederlandse boeren vandaag de dag nog hun vakmanschap zeer succesvol op botvieren. Wij kregen niet alleen de kans zo’n succesvolle landbouwer te bezoeken, maar ook een museum dat aandacht schenkt aan dat Nederlandse mennonitische erfgoed en een prachtig geconserveerde mennonitische boerderij met de mooiste collectie delftsblauwe tegels die ik ooit heb gezien. Ik wil mij er graag voor inzetten dat dit erfgoed ook behouden blijft, omdat het laat zien wat er met Nederlandse handen en met Nederlandse kennis door de eeuwen heen elders is opgebouwd.
Bij zowel premier Tusk als de ministers van Buitenlandse Zaken, van Cultuur en Europese Zaken proefden wij een oprechte belangstelling de samenwerking met Nederland op een hoger plan te tillen. Bernard Wientjes en een delegatie van Nederlandse zakenlieden benadrukten met hun aanwezigheid ook dat de economische banden met Polen voor ons land zeer belangrijk zijn en in de komende tijd nog aan belang toenemen, gelet op de groei die Polen weet te genereren. Wat ik bijzonder plezierig vond is de zakelijke en directe manier waarop met de premier en zijn ministers afspraken te maken zijn. Niet om de zaak heen draaien, maar gewoon rechtstreeks tot overeenkomst komen. Meer culturele samenwerking? Wij gaan proberen een tentoonstelling met werken van Hollandse meesters te organiseren, wij gaan onze ambtenaren op korte termijn laten uitwerken hoe wij het erfgoed verder in kaart brengen en veiligstellen, wij gaan musea samenbrengen voor een beter beheer en ontsluiting van collecties. Meer samenwerking in Europa? Mijn collega komt binnenkort naar Den Haag om te bezien of de wijze waarop wij onze Europacoördinatie hebben georganiseerd ook bruikbaar is in Polen, wij zullen iemand ter beschikking stellen om Polen te ondersteunen bij het voorzitterschap van de EU.
De Nederlandse zakenwereld verzekert ons dat deze no nonsense aanpak inmiddels ook bijna overal de overhand heeft in het Poolse bedrijfsleven. Gisterenavond, bij een ontmoeting in de residentie van onze Ambassadeur Marnix Krop, werd mij weer duidelijk hoe snel dat Poolse bedrijfsleven is ‘ ge-europeaniseerd’. Men spreekt dezelfde taal, men heeft dezelfde aanpak en men heeft dezelfde doelgerichtheid als de Nederlanders. Geen wonder dat de meeste Nederlandse bedrijven de leiding van hun vestigingen in Polen zonder vrees in Poolse handen kunnen laten.
Polen is geen luilekkerland voor Nederlandse ondernemers of boeren. Succes moet worden verdiend, net als in eigen land. Wie onvoorbereid en hautain aan een Pools avontuur begint, komt al gauw van een koude kermis thuis, werd mij alom verzekerd. Maar wie bereid is de handen uit de mouwen te steken en zich te verdiepen in de gewoonten van het gastland, krijgt de kans successen te boeken, zoals ons ook zeer duidelijk werd gemaakt door talrijke bedrijven. Dat schept vertrouwen in de toekomst, want ik heb ook nog een ander Polen meegemaakt. Begin jaren negentig was de communistische erfenis nog verstikkend, de criminaliteit nog alomtegenwoordig en de corruptie nog verlammend. Vijftien jaar later zijn zeker niet alle problemen de wereld uit, maar Polen is een ander land, een Europees land. Dat hebben de Polen zelf voor elkaar gekregen en daar hebben ondernemende en vooruitziende Nederlanders aan bijgedragen. Zoals zij dat al sinds de dertiende eeuw hebben gedaan.
Meer informatie