Dagboek Ghana april 2008 - Main contents
Ghanees dorp
Accra 25 april 2008
Deze week ben ik in Ghana en Mali en houd daar een dagboek bij. Dit stukje gaat over de voedselcrisis en de sleutel tot een oplossing: geef boeren de kans om te investeren. Banken hebben meer vertrouwen in handelaars, want die betalen hun leningen sneller terug. Boeren moeten maanden afwachten of hun oogst lukt. Hier moet de Europese Unie inspringen met kredietgaranties en leningen. Ook kan de EU zorgen voor deelnemingen in banken die in ruil daarvoor hun deuren moeten openen voor boeren en de ontwikkeling van het platteland in arme landen.
"Wat wil die witte man?" vraagt een klein jongetje aan de onderwijzeres. Hij zit met een bordje soep heel zoet naast andere kindertjes, onder een afdak.
Samen met Jacob Laryea en John Benson, drijvende krachten achter een Afrikaanse netwerk van boeren, ben ik met mijn medewerkster Anne Dankert op bezoek bij en een markt en een kleine coöperatie.
De coöperatie blijkt een coalitie te zijn van vissers, boeren en vrouwen die handel drijven met hun producten. Ook hebben de vrouwen een bakkerij en een schooltje opgezet.”Ik wilde de kinderen in deze wijk niet op straat laten,” zegt de initiatiefneemster, een gepensioneerde verpleegster. De kleintjes zitten keurig naast elkaar soep te eten en luisteren naar de regen op het golfplaten dak. Op de binnenplaats staat een ronde lemen oven. Ik krijg een mooi wit brood van de vrouwen, nadat ze glashelder hun verhaal hebben verteld.
Ze willen graag meer produceren, maar dat vraagt om wat investeringen. Daarom hebben ze een lening aangevraagd bij een bank. Het antwoord laat al acht maanden op zich wachten. Banken hebben nu eenmaal geen vertrouwen in boeren. Zelfs als die samenwerken met anderen is het nog steeds een lijdensweg om een lening te krijgen. En wie ik ook spreek, telkens klinkt dezelfde klacht: boeren hebben nauwelijks toegang tot leningen en zijn er daarom toe veroordeeld hun land met de hand te bewerken. Evenmin kunnen ze zich veel kunstmest veroorloven, terwijl de opbrengst daarmee wel drie, vier keer hoger kan worden. Ik besluit een brief aan hun bank te schrijven met de vraag waarom het allemaal zo lang duurt. Het echte antwoord is natuurlijk van tevoren bekend. Het geld gaat naar vriendjes en naar grotere boerenbedrijven. Maar misschien helpt zo’n brief in dit geval toch, met een briefhoofd van het Europees parlement. Maar de hoofdconclusie is dat de EU er snel voor moet zorgen dat het platteland veel gemakkelijker toegang moet krijgen tot leningen.
Langs de weg lopen vrouwen met schalen vol rode palmoliepitten op het hoofd. Ze gaan naar de markt, waar alles duurder is geworden. Niet de bruine slakken, die op een van de stalletjes over elkaar heen kruipen en groter zijn dan een hand. Maar zelfs de prijs van cassavemeel is met een kwart gestegen. De wereldwijde prijsstijging van rijst en meel maakt dat mensen terugvallen op de traditionele producten die prompt ook duurder worden. Toch zou dat voorkomen kunnen worden met een hogere opbrengst, met efficiënte boerenbedrijven die echt groter moeten zijn dan een enkele hectare. De Ghanese grond is vruchtbaar, hier wordt van alles verbouwd: cassave, platanen, groente, tomaten, kokospalmen. Ghana is de grootste exporteur ter wereld van cacao. Bij de haven staat een enorme cacaofabriek, als een fort omheind met een hoge muur.