Verslag werkbezoek Defensie Helikopter Commando op Gilze-Rijen - Main contents
In het kader van de reeks werkbezoeken die ik dit zomerreces afleg, bezocht ik op 22 juli de vliegbasis Gilze Rijen, waar het Defensie Helikopter Commando gestationeerd is. Een verslag van dit werkbezoek, inclusief foto’s, kunt u hier onder lezen.
Werkbezoek Defensie Helikopter Commando op Vliegbasis Gilze-Rijen
Op 22 juli bezocht ik samen met mijn medewerker de Vliegbasis Gilze Rijen, waar het Defensie Helikopter Commando (‘DHC’) is gestationeerd. Het DHC bestaat uit alle eenheden van de voormalige vliegbasis Soesterberg, marinekamp de Kooy, Militair Luchtvaartterrein Deelen, 303 SAR Squadron vliegbasis Leeuwarden en vliegbasis Gilze-Rijen. Gilze Rijen kan gezien worden als het nieuwe ‘hoofdkwartier’ van het commando, wat ook betekent dat de basis flink aan capaciteit aan het uitbreiden is.
We werden ontvangen door de Commandant DHC Ten Haaf, die ons een introductie gaf over het DHC. Dit Commando is vorig jaar opgericht, naar aanleiding van de krijgsmachtbrede groeiende vraag naar helikoptercapaciteit. Door het inrichten van één ‘helikopterloket’ voor heel Defensie wordt het mogelijk doeltreffender en doelmatiger te opereren, iets wat goed past binnen de reorganisatieplannen van het departement.
De totale DHC-organisatie heeft maarliefst 2206 VTE in dienst. Op de basis Gilze Rijen werkt een deel van deze mensen aan onderhoud van het materieel van het DHC, de training en opleiding van vliegers en onderhoudspersoneel vindt er plaats en de basis vormt kent ook een grote distributiecapaciteit.
Het programma was zo opgesteld dat we, naast de inhoudelijke presentaties, gelukkig veel gelegenheid kregen om alle verschillende onderdelen van de basis ‘in werking’ te zien, en er te praten met de personeelsleden van de diverse organisatieonderdelen.
Iets wat in deze gesprekken veel naar voren kwam, was de uitzenddruk die de missie in Afghanistan legt op de personeelsleden van het DHC. Het blijft indrukwekkend om te praten met de mensen die zo loyaal en toegewijd hun werk doen. Maar één ding werd van hoog tot laag erkend: de rek is er uit. Met name de militairen met jonge gezinnen geven aan dat de uitzenddruk voor hen en het thuisfront niet langer te dragen is. Het is dan ook logisch dat deze mannen en vrouwen snel duidelijkheid willen over wat er nu gaat gebeuren in Afghanistan. Over een eventuele verlening van Nederlandse aanwezigheid moet héél goed worden nagedacht, en binnen Defensie moet ook worden gekeken naar de onderdelen die nog wél ‘vel op het bot’ hebben. Zo kunnen dan de onderdelen die nu overbelast zijn de welverdiende en broodnodige rust pakken en zich opladen voor de toekomst. Want één ding is duidelijk: wanneer het zo doorgaat verliest Defensie zeer waardevolle mensen, en dat is op de lange termijn funest voor de organisatie als geheel.
Onderdeel van het programma was ook een gesprek met de Medezeggenschapscommissie (MC) van het DHC, onder voorzitterschap van Sergeant R. Vermeer. Het was goed te horen dat er sprake is van constructief overleg tussen de MC en de leiding van het Commando. Ook hier was de uitzenddruk voor het personeel het voornaamste onderwerp van gesprek. Ik heb hen beloofd dit geluid ook in Den Haagt te laten horen.
Al met al was het een erg informatief en geslaagd werkbezoek. Ik wil dan ook langs deze weg, ook namens mijn medewerker, Commandant Ten Haaf en al zijn mannen en vrouwen van harte danken voor de informatie en de gesprekken!