Stop subsidie aan NCDO - Main contents
Minister Koenders moet ophouden 33 miljoen per jaar te geven aan de praatclub NCDO, en dat geld besteden aan echte armoedebestrijding.
door Ewout Irrgang, Tweede Kamerlid voor de SP
Deze week vindt in de Kamer een debat plaats over de beslissing van minister Koenders van Ontwikkelingssamenwerking om een deel van de activiteiten van de Nationale Commissie voor Internationale Samenwerking en Duurzame Ontwikkeling (NCDO), namelijk subsidieverlening voor activiteiten ter vergroting van het draagvlak voor ontwikkelingssamenwerking, onder te brengen bij de minister zelf.
De NCDO organiseert debatten, onderwijsactiviteiten, exposities, mediaproducties en culturele projecten om het draagvlak voor internationale samenwerking te vergroten. De organisatie “betrekt mensen in Nederland bij internationale samenwerking en ondersteunt hen met informatie, subsidies en adviezen”, en ontvangt hiervoor jaarlijks een subsidie van bijna 33 miljoen euro.
Nodig?
Is 33 miljoen uitgeven aan vergroting van het draagvlak nodig? Wat gebeurt er met dat geld? Een aantal voorbeelden. In 2006 ontving bierbrouwer Heineken 53.800 euro om een model te ontwikkelen dat de economische impact van het bedrijf op de plaatselijke economie in Sierra Leone meet. In 2007 fotoshopte de NCDO een foto van het nieuwe Nederlandse kabinet in India om het succes te wensen met het op de agenda houden van de millenniumdoelen van de VN om de armoede te bestrijden. Kosten: 60.000 euro. Voor 300.000 euro is er bij bloemenzaken een gezichtsmasker verspreid voor vrouwen en moeders met een boodschap over moedersterfte.
Zomaar drie voorbeelden uit de schier oneindige lijst van je reinste flauwekul en subsidiëring van multinationals met een miljardenwinst. Omgerekend kunnen daarvoor 12,5 miljoen kinderen in ontwikkelingslanden voor de dood worden behoed door hen een vaccin tegen mazelen en een muskietennet te geven voor 2,65 euro per persoon.
Of kunnen bijna een kwart miljoen mensen een jaar lang aidsremmers krijgen voor 140 euro per persoon. Desgevraagd kan de NCDO niet uitleggen hoe kan worden nagegaan of het draagvlak voor ontwikkelingssamenwerking ook echt wordt versterkt. Sterker nog, onlangs werd mij bij een werkbezoek aan deze organisatie te kennen gegeven dat het doel vooral is “discussie” over internationale samenwerking te bevorderen. Hierbij kunnen zowel voor- als tegenstanders van internationale samenwerking een graai doen uit hun subsidiepot.
SGP en aids
Een schrijnend voorbeeld is de subsidie voor een congres van de Teldersstichting, het wetenschappelijk bureau van de VVD. De VVD stelt voortdurend het nut van ontwikkelingssamenwerking ter discussie en wil daarop bezuinigen. De subsidie voor het VVD-congres heeft dus eerder tot minder dan tot meer draagvlak voor ontwikkelingssamenwerking geleid.
Een ander voorbeeld is de subsidie aan een jongerencongres van de SGP over aids. Waar de wereldgemeenschap in 2000 heeft afgesproken in 2015 de verspreiding van aids te hebben gestopt, subsidieert de NCDO een politieke partij die grote moeite heeft met het gebruik van condooms.
Daar komt bij dat de door Koenders gesubsidieerde SGP vrouwen de toegang tot politieke functies ontzegt, terwijl Koenders in de rest van de wereld juist de emancipatie van vrouwen wil bevorderen. De wereld op zijn kop.
Sinds wanneer geven wij miljoenensubsidies alleen maar om te praten? Geld dat bovendien uit de pot voor ontwikkelingssamenwerking komt, maar op geen enkele manier zorgt voor het behalen van de millenniumdoelen, de halvering van de wereldwijde extreme armoede in 2015? Over draagvlak zelf valt veel te zeggen.
Gezien het nog dagelijks toenemende aantal particuliere initiatieven voor projecten in ontwikkelingslanden mogen we concluderen dat het met de betrokkenheid van de Nederlandse bevolking bij internationale samenwerking wel goed zit. Bekend is ook al lang dat er geen correlatie kan worden aangetoond tussen de hoeveelheid geld die westerse landen uittrekken voor ontwikkelingssamenwerking en het maatschappelijk draagvlak daarvoor in die landen. Het idee dat je draagvlak kunt kopen met een pot geld is bovendien arrogant en een belediging van de kiezer.
Verplichte fondsenwerving
Uit een groot onderzoek uit 2006 bleek dat voor ontwikkelingsorganisaties goed werk doen de eerste voorwaarde is voor het verkrijgen van steun onder het publiek. Mensen willen dus vooral weten of hun geld goed besteed wordt, of er resultaat wordt geboekt en er niet teveel aan de strijkstok blijft hangen. In dat verband is het tekenend dat er bij een club als het NCDO maar liefs 88 mensen in dienst zijn en dat het salaris van de directeur bijna een ton bedraagt. De SP pleit er daarom voor het systeem van verplichte fondsenwerving door ontwikkelingsorganisaties om in aanmerking te komen voor overheidsubsidie te stoppen.
Beter is het kwaliteitseisen te stellen en alleen nog geld aan organisaties te geven die zich écht richten op armoedebestrijding. Dat helpt pas voor het draagvlak voor ontwikkelingsamenwerking. Bijkomend voordeel is dat er geen subsidieaanvragen van duizenden pagina’s bij het ministerie hoeven te worden ingediend en ook de ‘hongerbuikreclames’ en marketingkosten drastisch verminderd kunnen worden. Ook daardoor komt er meer geld voor daadwerkelijke armoedebestrijding beschikbaar. Koenders moet zijn subsidie voor het NCDO beëindigen en de vrijkomende middelen inzetten waarvoor ze bedoeld zijn: armoedebestrijding in ontwikkelingslanden.
Dit artikel verscheen in de Volkskrant van 16 juni 2008