Wantrouwen is terecht - Main contents
Na het Fitna-debat volgden verbaasde reacties op het wantrouwen richting regering dat sprak uit een aantal peilingen. Niet dat wantrouwen is het echte probleem, maar de (on)geloofwaardigheid van de politieke elite.
Een deel van de bevolking wil stemmen op een kandidate zonder programma. Anderen geloven eerder Geert Wilders dan twee ministers, als het gaat om de reconstructie van een bijeenkomst. Veel politici konden het moeilijk plaatsen en ook commentatoren wisten er amper raad mee.
Dit opiniestuk verscheen vandaag in de Volkskrant
“Het beste argument tegen democratie is een gesprek van 5 minuten met de gemiddelde kiezer,” zei Winston Churchill eens. Dit idee lijkt sinds de opkomst van Fortuyn en de opmars van de SP aan populariteit te winnen. In toenemende mate wordt de schuld van de verstoorde verhouding tussen burger en bestuurder op het bordje van de bevolking gelegd. Daar staat tegenover de gemene deler in de klachten vanuit die bevolking: ze beloven in Den Haag van alles, maar maken er een potje van en zorgen vooral goed voor elkaar en zichzelf. Dit is geen ‘beeld’ dat is ontstaan omdat een stel politieke oproerkraaiers de mensen manipuleert. Het is een werkelijkheid die mensen ervaren.
Een van de eerste beslissingen van het huidige kabinet was geen onderzoek toe te staan naar de steun aan de desastreuze Irak-oorlog. Hoewel alom wordt erkend dat die is gebaseerd op leugens en vervalst bewijsmateriaal, wil een meerderheid beslissingen niet tegen het licht houden. De stabiliteit in de regering en de relatie met onze liegende en bedriegende bondgenoot Amerika worden belangrijker geacht dan de verantwoordingsplicht.
De tweede grote beslissing van het kabinet was het blokkeren van een tweede referendum over het nieuwe Europees verdrag. In het eerste referendum is immers ‘verkeerd’ gekozen en dat mag niet herhaald worden. Een keiharde motie van wantrouwen richting bevolking.
Dit kabinet moest ook invulling geven aan een belofte die jarenlang aan de basis lag van het beleid: na het zuur komt het zoet. Bij economische tegenwind moeten we ‘de broekriem aanhalen’, als de voorspoed terugkeert worden we beloond. De zoveelste belofte die - getuige de nieuwste koopkrachtcijfers van het CPB - gebroken is. De economie groeit maar de koopkracht daalt. Behalve dan voor de besturende elite in politiek en bedrijfsleven. Ook nu horen we een pleidooi tot loonmatiging uit de monden van ‘topbestuurders’ die vorig jaar gemiddeld 23% méér kregen, volop gesteund door politici die ook uitermate goed voor zichzelf zorgen. Zo krijgen de bewindslieden - deels op termijn - een salarisstijging van 30% toegestopt. Maar dat schijn je los van elkaar te moeten zien, anders ben je populistisch bezig.
Je kunt deze zaken echter niet los van elkaar zien. Net zomin als dat je in de ontstane vertrouwenscrisis verschillende overheden uit elkaar kunt houden. Als in Utrecht een burgemeestersreferendum wordt gehouden, kan de keuze niet zijn: een PvdA-burgemeester of een PvdA-burgemeester. Dat tast de geloofwaardigheid van ‘de politiek’ aan. Net als de vertoning rond de onterecht gesloten spitsstrook op de A1. Wat kan het je schelen of de schuld ligt bij het ministerie, een rijksdienst of de Raad van State? Daar sta je met je dure benzine het milieu te vervuilen, terwijl op de radio minister Eurlings de kilometerheffing aankondigt. Of je hoort minister Cramer die een loflied zingt op Al Gore - om later aan te kondigen dat ze akkoord gaat met vijf nieuwe kolencentrales.
De vertrouwenscrisis ontstond niet onder leiding van Balkenende. Ook de paarse kabinetten braken belofte na belofte, vooral over de vele privatiseringen en liberaliseringen en de zegeningen die zouden volgen. De energiemarkt, het openbaar vervoer, de re-integratie naar de arbeidsmarkt, de woningcorporaties, het onderwijs, de zorg: overal zou marktwerking verbeteringen brengen. Intussen is de energierekening fors gestegen en de dienstverlening gedaald, sluiten lijnen van concurrerende busbedrijven niet op elkaar aan en helpt de re-integratiebranche alleen zichzelf aan inkomen. Veel scholen werden anonieme leerfabrieken, door de fusiedrift verdwijnen kleinere ziekenhuizen en er worden amper nog betaalbare woningen gebouwd. Het enige dat aanzienlijk verbeterde is de beloning van de bestuurders.
Het wantrouwen is logisch en nog steeds terecht: beloftes worden aan de lopende band gebroken. We zouden 2 jaar naar Uruzgan gaan om op te bouwen. Inmiddels is de missie verlengd en straks is de eindbalans dat we voor ongeveer 1,75 miljard euro meer kraters dan putten hebben geslagen. In de thuiszorg zou meer marktwerking ook uitkomst bieden. De afgelopen maanden verloren duizenden thuiszorgwerkers hun vaste aanstelling, ze mochten alleen blijven onder slechtere arbeidsvoorwaarden: 9 euro per uur en amper sociale zekerheid. Duizenden ouderen verloren hun vaste hulp of krijgen veel minder of geen hulp meer. Inmiddels zoeken thuiszorginstellingen in Oost-Europa nóg goedkoper personeel. Met het openstellen van de grenzen werd door het kabinet overigens de verwachting uitgesproken dat in het eerste jaar ongeveer 10.000 Poolse werkzoekenden naar ons land zouden komen. Het werden er dat jaar meer dan 100.000 en inmiddels zijn er ongeveer 200.000. Velen verblijven hier onder slechte omstandigheden. Klagen durven ze niet - voor hen 10 anderen. In de regio Haaglanden zegt vrijwel elke kleine aannemer last te ondervinden van oneerlijke concurrentie door Poolse collega’s die vaak onder het minimumloon werken. Onderwijl is in Polen zelf een gigantisch personeelstekort ontstaan in de zorg en de bouw, met ernstige gevolgen voor de leefbaarheid daar. Een Kamermeerderheid horen we vrijwel alleen over de voordelen.
Als het kabinet en een Kamermeerderheid slechts het halve verhaal vertellen, is wantrouwen onvermijdelijk. Als minister Donner zijn zoveelste pleidooi houdt om mensen langer te laten werken, tot ver na hun 65e, doet hij dat niet omdat hij het goed voor heeft met ouderen. En de kruistocht die hij met werkgeversvoorman Wientjes voert tegen de ontslagbescherming is net zo min ingegeven door nobele motieven jegens gewone werknemers. Elk voorstel op deze terreinen wordt terecht ontvangen met het grootst mogelijke wantrouwen, net als nieuwe voorstellen om de grenzen te openen voor werkers uit Bulgarije en Roemenië. Ook de filebelasting - die files niet wegneemt maar wel miljarden kost - zal bijdragen aan meer wantrouwen en cynisme.
Vertrouwen komt te voet en gaat te paard, ook in de politiek. Het zal lang duren voor het vertrouwen is herwonnen dat de laatste 20 jaar is misbruikt en opgesoupeerd. En dat kan niet door op te roepen toch vooral wèl vertrouwen te hebben, of door nóg meer beloftes te doen. Ook niet door uitdagers van de elite weg te zetten als ‘populisten die het onbehagen voeden’. Het kan alleen door het vertrouwen te verdienen, in de werkelijkheid van alledag voor iedereen. En dat begint met het wegnemen van het georganiseerde, geïnstitutionaliseerde wantrouwen dat overal werkers in de publieke sector teistert. Schrap de Diagnose Behandel Combinaties waarmee zorgwerkers elke handeling moeten verantwoorden. Laat agenten geen 12 formulieren invullen na een eenvoudige aanhouding. Ontmantel de laag van controlerende managers in het onderwijs. Wees voor de mensen die het werk namens de gemeenschap verrichten een bondgenoot, geen blok aan het been. Beloon hen fatsoenlijk en wees zelf bescheiden: vraag niet per maand wat een thuiszorgwerker per jaar verdient. Wees ook bescheiden als het gaat om beleid, wetten en regels. Luister naar de frontsoldaten die het werk moeten doen.
Herstel van vertrouwen is ondenkbaar wanneer misleiding niet plaats maakt voor openheid en eerlijkheid over mogelijkheden en onmogelijkheden, offers die gebracht moeten worden en wel of niet behaalde doelen. Niemand verwacht wonderen. Iedereen snapt dat vervelende maatregelen soms onvermijdelijk zijn, dat niet alle verworvenheden eeuwig houdbaar zijn en dat de schatkist een bodem heeft. Het enige wat mensen verwachten is dat bestuurders hen open en eerlijk benaderen, uitgaande van ons gezamenlijke beschavingsbegrip.
Jan Marijnissen