Zaterdag 1 augustus 2009 - Main contents
De Kamer is met reces: gedurende 8 zomerweken zal er niet worden vergaderd in Den Haag. Naast 'n beetje rust is dat natuurlijk een goede gelegenheid om de werkbezoeken af te leggen die al 'n poosje op je verlanglijstje stonden...
Zoals die naar proefdierfokker Harlan in Horst. Harlan is een van de grootste proefdierfokkers ter wereld. Het bedrijf levert verschillende soorten ratten en muizen, konijnen, hamsters, cavia's, zwijntjes, honden en katten aan (farmaceutische) bedrijven en wetenschappelijke instituten voor hun proefdieronderzoek. De handel in proefdieren vindt plaats op een vrije wereldmarkt; de dieren die in Nederlandse experimenten worden gebruikt kunnen rustig uit Amerika zijn aangeleverd. Harlan is de enige proefdierfokker met een vestiging in Nederland en levert op haar beurt weer dieren aan bedrijven en instituten in heel Europa.
Bizarre business, die commerciële handel in proefdieren. Neem maar eens een kijkje op de website waar de verschillende diersoorten worden aangeprezen alsof het om handig gereedschap gaat, elk met z'n eigen, bijzondere ('concurrerende') eigenschappen die goed van pas zouden komen voor de verschillende, commercieel het meest interessante, soorten onderzoek. Je kunt zelfs gratis monsters bestellen zodat je een bepaalde muis kunt uitproberen voor je experiment. Brr!
Hoe dan ook, na diverse bezoeken aan de proefdierlaboratoria van universiteiten en farmaceutische bedrijven, wilde ik graag eens beter zicht krijgen op de commerciële fokkerij van proefdieren. Hoe worden de dieren gefokt, gehouden en vervoerd, en welke ingrepen worden er op ze verricht? Hoe groot is de handel, wie zijn de afnemers en hoeveel dieren worden er jaarlijks gefokt voor experimenten? En vooral: hoeveel dieren worden er gefokt voor de voorraad, waar hen in veel gevallen slechts de dood wacht omdat ze overtollig blijken?
Vooral op die laatste vraag wilde ik graag antwoord hebben. De overschotten bij het fokken van proefdieren vormen een groot probleem waaraan nauwelijks aandacht wordt besteed. Deze dieren worden wel gefokt als proefdier, maar uiteindelijk niet in een experiment gebruikt . Zij worden dus als overtollige, nutteloze voorraad afgemaakt. De afgelopen paar jaar is het aantal proefdieren dat 'in voorraad' wordt gedood explosief gestegen: in 2005 ging het van zo'n 180.000 naar meer dan 400.000 dieren en dat aantal is sindsdien vrijwel niet gedaald. Belangrijke oorzaak is de drift tot het genetisch knutselen aan dieren; het creëren van een muis of rat met een bepaalde genetische afwijking kost zeer veel dieren het leven -denk aan alle jonge dieren die hierbij ter wereld komen en niet precies de mutatie bezitten die de onderzoekers er met hun gentechnieken in hadden willen brengen. In 2007 worden 245.000 dieren 'in voorraad' afgemaakt in het kader van genetische experimenten.
Maar ook bij de fok van 'gewone' proefdieren worden vele levens verspild. Meer dan 155.000 teveel gefokt en afgemaakt in datzelfde jaar 2007. De vraag aan Harlan lag dus voor de hand: hoe kan dat en wat is jullie aandeel hierin? Daar wilde de proefdierfokker echter geen antwoord op geven. Ja, ze wezen wel op de universiteiten, die voor hun eigen onderzoek veel dieren zelf fokken waarbij er op veel verschillende plekken relatief kleine overschotten ontstaan die -alles bij elkaar opgeteld- een behoorlijk aantal dieren oplevert dat nutteloos wordt afgemaakt. Nou was ik niet van plan de universiteiten over te slaan met mijn kritische vragen over de verspilling van zoveel proefdierlevens, maar daarvoor zat ik niet bij Harlan. Ik wilde weten wat hùn rol is in die zinloze dood van zoveel dieren. Ze hielden hun mond stijf dicht.
Uit het gesprek bleek echter wel dat er duidelijke commerciële overwegingen spelen bij het fokken van een voorraad proefdieren waarvoor je misschien geen bestemming hebt. Volgens Harlan zijn onderzoekers door de bank genomen geen geweldige planners, en willen ze aan een onderzoek beginnen op het moment dat ze 't bedacht hebben. Nauwelijks tijd om te wachten op een bestelling, de dieren moeten zo snel mogelijk geleverd worden. Sja, en dan is de vraag: welke proefdierfokker kan uit voorraad leveren en welke niet? In een commerciële omgeving is de rekensom over wat het je kost om een klant te verliezen snel gemaakt. Zolang er geen maatregelen worden genomen tegen het zinloos doden van overtollige proefdieren, zullen er dus altijd basisvoorraden dieren worden aangehouden die per saldo -ook als je een deel daarvan uiteindelijk overkocht weer afmaakt- goedkoper zijn dan het verliezen van een belangrijke afnemer.
De geslotenheid van Harlan is overigens typerend voor de sector. Burgers zouden moeten begrijpen welke belangrijke doelen dat proefdieronderzoek nou dient, maar zodra je kritische vragen stelt blijven duidelijke antwoorden uit. Ik mocht geen kijkje nemen in de dierverblijven, en dus niet zien hoe de dieren worden gehuisvest en behandeld. Hoeveel dieren jaarlijks door Harlan worden gefokt en geleverd aan farmaceuten en universiteiten bleef ook geheim. Het publiek mag dus niet weten wat er achter de gesloten deuren van een proefdierfokkerij gebeurt.
We zijn er nog lang niet klaar mee, zoveel is duidelijk. Later deze maand breng ik een bezoek aan de proefdierlabs van Wageningen Universiteit en die van TNO, waar ik vooral vragen zal stellen over dierproeven voor voedingsmiddelen (met gezondheidsclaims), de snackbarvarkens (WUR) en giftigheidstesten op dieren (TNO). Ik heb alweer een hele stapel nieuwe vragen voor de minister, terwijl ie de vorige (uit februari!) nog niet eens beantwoord heeft...
'k hou je op de hoogte, tot gauw!