Beelden - Main contents
Het zal weinigen ontgaan zijn. De Tweede Kamer heeft deze week voor het eerst in het nieuwe jaar weer vergaderd. Heel veel mensen hebben meegekeken en meegeleefd met het debat over het Irak-onderzoek dat woensdagavond begon en duurde tot drie uur ’s nachts. Veel tumult onstond na de persconferentie van minister-president Balkenende, waarin hij na keurige afstemming met de vicepremiers Bos en Rouvoet een eerste reactie gaf op het rapport van de commissie-Davids. In de media en in de Kamer is ongenadig uitgehaald naar de premier. En het was ook inderdaad niet nodig en risicovol voor Balkenende om bij zo’n delicaat onderwerp nog eens uitgebreid op allerlei vragen van journalisten in te gaan. Zelf vond ik het echter het escalerende optreden van coalitiepartner PvdA nog merkwaardiger. Waarom zo’n extreme reactie op een ‘beeld’ dat ontstaan zou zijn, als zou Balkenende namens het hele kabinet zo ongeveer het rapport-Davids naar de prullenbak verwezen hebben? PvdA-fractievoorzitter Hamer heeft dit beeld eerder versterkt in plaats van bestreden. Het zwaarste verwijt dat zij Balkenende in het debat maakte, is dat hij het oordeel van Davids over de gevoelige kwestie van het volkenrechtelijk mandaat ‘een mening’ zou hebben genoemd. Toen ik tijdens het kamerdebat de teksten erop nalas, viel mij op dat Balkenende dit zo niet heeft gezegd. Kennelijk had de PvdA geen behoefte aan de kalmerende werking van de echte feiten…
Al met al een heftige start van het nieuwe jaar in de Kamer. De crisissfeer die ontstond, laat wel zien hoe kwetsbaar en moeizaam met name de verhoudingen tussen PvdA en CDA zijn. Dat belooft weinig goeds voor de stabiliteit en de daadkracht van de coalitie in de toekomst. Ik ben niet oppositioneel genoeg om daarmee blij te zijn….
Op de startbijeenkomst van de SGP-campagne voor de gemeenteraadsverkiezingen afgelopen donderdagavond in Amersfoort hebben we er ook nog over gesproken, dat dit soort tumultueuze debatten het aanzien van politiek en bestuur behoorlijk wat schade kan toebrengen. Wat dit betreft is er wel een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid in het geding.
Maar er was meer te doen deze week. Ik heb m’n uren en m’n kilometers wel weer gemaakt!
Maandagavond was er op het gemeentehuis van Urk een interessante bijeenkomst over de nieuwe Drank- en Horecawet. Die wet geeft de gemeente nieuwe bevoegdheden in het aanpakken van bijvoorbeeld drank schenken aan jongeren onder de 16.
Heel goed dat Urk hierin zich zo pro-actief opstelde en uitdrukkelijk aandacht vroeg voor de problematiek van het overmatig drankgebruik, die helaas in heel Nederland speelt.
Deze ellende kwam in de Kamer deze week ook aan de orde bij de bespreking van het wetsvoorstel over een alcoholslotprogramma. Nog altijd komen zo rond de 200 mensen per jaar in het verkeer om het leven doordat mensen die te diep in het glaasje hebben gekeken achter het stuur kruipen. Ongelooflijk en onaanvaardbaar. Het alcoholslot is in ieder geval weer een nieuwe bijdrage aan het arsenaal van maatregelen om dit kwaad in te dammen. Aan degenen die gesnapt zijn met teveel drank op, kan zo’n maatregel worden opgelegd. Dan kunnen zij niet rijden voordat ze in de auto in een apparaat hebben moeten blazen. Onderweg wordt nog een keer een hertest verlangd, zodat fraude bij het vertrek (een ander laten blazen) wordt tegengegaan.
Ik ben erg blij met dit wetsvoorstel, en heb mijn dankbaarheid erover geuit dat dit idee, dat wij enkele jaren geleden tijdens een overleg over verkeersveiligheid hebben ingebracht, door de toenmalige minister van Verkeer en Waterstaat uiteindelijk is overgenomen. Er is op het terrein van verkeersveiligheid gelukkig al jaren een zeer positieve cultuur in de omgang tussen regering en parlement, en de Kamerfracties onderling.
Minister Eurlings reageerde ook positief op ons idee om nu verder te gaan bekijken of ook op vrijwillige basis een alcoholslot in bijvoorbeeld schoolbussen en touringcars kan worden ingebouwd.
Vrijdag hadden we in Meerkerk een hele interessante bijeenkomst van scholenorganisatie VGS en het wetenschappelijk Insituut van de SGP over de effecten van de gelijke behandelingswetgeving voor de Gereformeerde Gezindte. Prof. Oomen van de Roosevelt Academy had hierover een belangwekkend rechtssociologisch onderzoek uitgevoerd, waarvan zij de resultaten toelichtte. Een belangrijke conclusie was dat externe druk en dreigen met rechtszaken rond gevoelige onderwerpen als homoseksualiteit en de positie van vrouwen, juist averechts kan werken, en ertoe leidt dat de hakken in het zand worden gezet. Dat is zeer herkenbaar. In een coreferaat heb ik onder meer gepleit voor een meer evenwichtige balans tussen de grondrechten en een tegengaan van een doorgeschoten gelijkheidsdenken,
Van Meerkerk reisde ik door naar Terneuzen, waar de plaatselijke SGP-afdeling een bijeenkomst had belegd rond het onderwerp ontpoldering. Aan de grote opkomst was wel te merken dat het onderwerp nog altijd volop leeft in dit gebied. Helaas is de politieke strijd rond de Hedwigepolder verloren, maar onze inzet voor de toekomst is en blijft om te voorkomen dat vruchtbare landbouwgronden door ontpoldering worden opgeofferd.