Staten-Generaal
Onder de Staten-Generaal verstaan we de Tweede en Eerste Kamer gezamenlijk. Formeel is er dan ook sprake van de Eerste Kamer der Staten-Generaal1 en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal2. Beide Kamers kunnen tevens in Verenigde Vergadering3 bijeenkomen.
De naam Staten-Generaal (algemene staten) gaat terug tot de Bourgondische tijd. In 1464 werden de Staten voor het eerst door Philips de Goede bijeengroepen. Daarin kwamen de vertegenwoordigers bijeen van de 17 Bourgondische landsdelen in de Lage Landen.
Tegenwoordig is de Staten-Generaal sterk veranderd ten opzichte van de Bourgondische tijd. Hieronder is per onderwerp te vinden hoe de Staten-Generaal vandaag de dag werkt en hoe het zich heeft ontwikkeld.
De Staten-Generaal kent twee Kamers met vergelijkbare posities. Over het algemeen kan gezegd worden dat de Tweede Kamer meer rechten heeft dan de Eerste Kamer door de beschikking over het recht van initiatief4 en het recht van amendement5. Desalniettemin moeten bewindslieden wetsvoorstellen in zowel de Eerste als de Tweede Kamer verdedigen en is er geen formele rangorde tussen de beide Kamers. De Staten-Generaal kent daarmee intern een aantal verhoudingen en begrippen die in meer of mindere mate van toepassing zijn op beide Kamers.
Binnen de Staten-Generaal hebben zowel de Eerste als de Tweede Kamer de taak om het kabinet te controleren. In theorie hebben beide Kamers nagenoeg dezelfde controlerechten, die samenhangen met de grondwettelijke inlichtingenplicht van de regering. Bij de controletaak van de Staten-Generaal zijn verschillende parlementaire rechten van belang. Er is verschil tussen de wijze waarop Tweede en Eerste Kamer gebruikmaken van deze rechten.
De Staten-Generaal bestaat uit 225 leden. 150 leden vormen samen de Tweede Kamer2 en de andere 75 leden maken deel uit van de Eerste Kamer1. De leden van de Tweede Kamer worden direct gekozen tijdens de Tweede Kamerverkiezingen6. Eerste Kamerleden worden indirect gekozen: tijdens de Provinciale Statenverkiezingen7 kiezen burgers de leden van de Provinciale Staten8 en die leden kiezen vervolgens de Eerste Kamerleden.
In de Staten-Generaal worden alle besluiten genomen in vergaderingen. Het is gebruikelijk dat vergaderingen van de Eerste en Tweede Kamer openbaar zijn. De openbare vergaderingen zijn ook online te volgen. Kamerfracties overleggen ook in fractievergaderingen. Dan wordt afgestemd wat de standpunten van de fractie zijn. De fractievergaderingen zijn wel besloten. De notulen van de openbare vergaderingen worden de 'handelingen9' genoemd.
Tijdens de Republiek (1588-1795) was de Staten-Generaal10 de vergadering van de Republiek der zeven Verenigde Provincies (Gelderland, Holland, Zeeland, Utrecht, Friesland, Overijssel en Stad en Lande van Groningen). De Staten-Generaal was toen de soevereine macht (confederale regering) van de Republiek.
Zij voerde ook het bewind over de Generaliteitslanden (de gebieden die niet tot een provincie behoorden) en hield toezicht over de Verenigde Oostindische Compagnie en de West-Indische Compagnie. Sinds 1585 komt de Staten-Generaal in Den Haag bijeen.
De zeven provincies hadden ieder een vast aantal afgevaardigden, die als afgezanten waren te beschouwen. Zij waren 'gedeputeerde ter Staten-Generaal' en hadden de titel 'Hunne Hoogmogende Heren'. De afgevaardigden kwamen met duidelijke instructies van hun provincie naar Den Haag en voerden desgewenst opnieuw overleg over hun standpuntbepaling (last en ruggespraak11). Op 1 maart 1796 werden de toenmalige Staten-Generaal opgevolgd door de (Eerste) Nationale Vergadering12.
Sinds 1814 bepaalt de Grondwet dat de Staten-Generaal het gehele Nederlandse volk vertegenwoordigen. Last en ruggespraak werden toen verboden (sinds de Grondwetsherziening van 1983 is het verbod op houden van ruggespraak vervallen).
In 1814-181513 bestond de Staten-Generaal uit één Kamer. In 1815 kwamen er vanaf de buitengewone zitting14 van 21 september twee Kamers.
Meer over
- 1.De Eerste Kamer is deel van de volksvertegenwoordiging en heeft met name een rol op wetgevend gebied. Over een wetsvoorstel moet, als de Tweede Kamer het heeft aangenomen, ook door de Eerste Kamer worden gestemd. De Eerste Kamer kan een wetsvoorstel nog tegenhouden.
- 2.De Tweede Kamer is deel van de volksvertegenwoordiging. Zij speelt een belangrijke rol bij de totstandkoming van wetten, controleert de regering en beslist over de vraag of een kabinet (of bewindspersoon) genoeg vertrouwen heeft.
- 3.De gezamenlijke vergadering van beide Kamers van de Staten-Generaal (de Tweede en Eerste Kamer) heet Verenigde Vergadering. De voorzitter van de Eerste Kamer leidt deze vergadering (artikel 62 Grondwet).
- 4.Tweede Kamerleden hebben het recht om zelf een voorstel voor een wet aan de Tweede Kamer aan te bieden: het recht van initiatief. Een dergelijk voorstel wordt op vrijwel dezelfde wijze door het parlement behandeld als wetsvoorstellen die door de regering worden ingediend.
- 5.De Tweede Kamer heeft sinds de Grondwetsherziening van 1848 het recht van amendement, dat wil zeggen de mogelijkheid wijzigingen (verbeteringen) aan te brengen in een voorliggend wetsvoorstel. Ieder Kamerlid heeft het recht amendementen in te dienen. Een amendement kan worden ingediend zodra een wetsvoorstel in handen van een commissie is gesteld tot aan het moment dat het voorstel wordt aangenomen of verworpen.
- 6.De leden van de Tweede Kamer worden in principe eens in de vier jaar gekozen op basis van het stelsel van evenredige vertegenwoordiging. Ook na de val van een kabinet worden bijna altijd verkiezingen gehouden. Kiesgerechtigd zijn alle Nederlanders die op de dag van de kandidaatstelling 18 jaar of ouder zijn, mits niet het kiesrecht vanwege een veroordeling is ontnomen.
- 7.Om de vier jaar worden de leden van de Provinciale Staten gekozen op basis van evenredige vertegenwoordiging. Aan deze verkiezingen kunnen, naast de landelijke politieke partijen, ook provinciale partijen meedoen. De leden van Provinciale Staten kiezen eens in de vier jaar de Eerste Kamer. Dat doen ze kort nadat ze zijn aangetreden. De laatste Provinciale Statenverkiezingen waren op 15 maart 2023.
- 8.De gekozen volksvertegenwoordiging van een provincie wordt Provinciale Staten genoemd. De Provinciale Staten stellen het beleid van de provincie vast en controleren de uitvoering daarvan door de Gedeputeerde Staten. Het aantal leden van Provinciale Staten hangt af van het aantal inwoners van de provincie. Dit is geregeld in artikel 8 van de Provinciewet.
- 9.Alles wat tijdens de openbare vergaderingen van de Eerste en Tweede Kamer wordt gezegd, wordt (en werd) vrijwel woordelijk vastgelegd. Dit gebeurt door stenografen. Deze verslagen, plenaire verslagen genoemd, worden geredigeerd door de Dienst Verslag en Redactie (voorheen Stenografische Dienst) van de Staten-Generaal. De Dienst Verslag en Redactie (DVR) draagt naast deze verslagen ook de verantwoordelijkheid voor de verslagen van commissieoverleggen, hoorzittingen en rondetafelgesprekken. De DVR maakt deze verslagen zowel van openbare als besloten bijeenkomsten.
- 10.De Staten-Generaal was vanaf 1588 de 'regering' van de Republiek der Verenigde Nederlanden (1579-1795). Deze Republiek vond kwam voort uit de Unie van Utrecht die op 21 januari 1579 ontstond en werd gevormd door zeven provincies (gewesten), te weten Gelderland, Holland, Zeeland, Utrecht, Friesland, Overijssel en Groningen. Groningen (Stad en Ommelanden) trad overigens pas in 1594 toe tot de Staten-Generaal.
- 11.Soms duikt nog wel eens het begrip 'last en ruggespraak' op. Dat is een verouderd begrip, dat tot 1983 in de Grondwet stond. Waar kwam dat vandaan en wat staat er nu in de Grondwet?
- 12.De Eerste Nationale Vergadering bestond in de periode 1 maart 1796 tot en met 31 augustus 1797 en telde 126 leden. De leden werden gekozen door een kiescollege, dat op haar beurt door grondvergaderingen was gekozen. In ieder district (met 15.000 kiezers) waren er 30 grondvergaderingen. Aan de verkiezingen van de grondvergaderingen mochten alle mannen van twintig jaar en ouder deelnemen, mits zij het oude regeringssysteem hadden afgezworen.
- 13.In 1814 werd een uit één Kamer bestaande Staten-Generaal ingesteld, die als medewetgever optrad en een beperkt budgetrecht had. Anders dan in de Staten-Generaal vóór 1795 vertegenwoordigden de afgevaardigden het gehele Nederlandse volk. Zij waren niet langer gedeputeerden van hun provincie en zij stemden anders dan in de 'oude' Staten-Generaal zonder last (opdracht) en ruggespraak (overleg). Hun titel was 'Edel Mogende Heeren'.
- 14.Op 21 september 1815 opende koning Willem I om 9.30 uur in het Stadhuis van Brussel de buitengewone zitting van de Staten-Generaal. Die bestond vanaf dat moment uit twee Kamers, want bij de op 24 augustus dat jaar afgekondigde Grondwetsherziening was de Staten-Generaal gesplitst. Na de opening van de zitting werd Willem I elders in Brussel ingehuldigd als koning.