Vak K (zoek de verschillen...) - Main contents
Daar zitten ze dan, de 27 kandidaat-leden van de nieuwe Europese Commissie. Vandaag beslist het Europees Parlement of ze het groene licht krijgen en voor vijf jaar aan de slag kunnen. Het heeft iets van ons eigen vak K, zoals ze daar bij elkaar zitten. Maar daar houdt de vergelijking ook op.
Anders dan in onze regering zijn vrijwel alle grote politieke stromingen vertegenwoordigd in het commissiecollege. Kandidaat-commissarissen worden door hun lidstaat voorgedragen, in overleg met de al eerder benoemde voorzitter die moet waken over het juiste politieke kleurenpalet en de portefeuilleverdeling. Wel is de gewoonte ontstaan dat de grootste politieke fractie na de Europese verkiezingen ook de meeste commissarissen levert. Vandaar de 12 EVP-ers in de commissie Barroso II, maar ook de Socialisten en Liberalen zijn vertegenwoordigd.
Apart zijn ook de hoorzittingen waaraan de kandidaten worden onderworpen. Je kunt je niet voorstellen dat kandidaat-ministers in Den Haag voor hun benoeming voor de Tweede Kamer moeten verschijnen om hun visie en aanpak uit de doeken te doen. Dat is echter precies wat er in Brussel en Straatsburg wel gebeurt. En alhoewel het Europees Parlement alleen voor of tegen het college in zijn totaliteit mag stemmen, is de druk groot om individuele kandidaten die slecht presteren te vervangen. Dat betekende exit voor de Bulgaarse kandidaat Jeleva. Er zal nog wel even nagepraat worden over waarom: sneuvelde ze door een heksenjacht van de andere fracties, door het achterhouden van financiële informatie of door te weinig inhoudelijke kennis? Over haar vroegere bedrijf en financiële belangen kan ik niet oordelen, maar verder was het denk ik een combinatie van factoren. De nieuwe Bulgaarse kandidaat wist het Parlement in elk geval wèl te overtuigen en zit inmiddels gezellig mee in vak K.
Eenmaal beëdigd, kan het Europees Parlement formeel gezien alleen het voltallige college naar huis sturen en geen individuele commissarissen. Het recht om individuele commissieleden na een motie van wantrouwen weg te kunnen sturen bleek bij elke verdragswijziging helaas een brug te ver. Helaas, want zo kan een individuele commissaris die slecht presteert de hele Commissie in gevaar brengen. Dat gebeurde in 1999 toen de volledige Commissie Santer moest opstappen nadat de Franse commissaris Cresson het niet zo nauw had genomen met het verdelen van onderzoeksopdrachten. Sindsdien heeft het Parlement wel de toezegging van de Commissievoorzitter afgedwongen dat hij moet overwegen een commissielid dat het vertrouwen van het Parlement verloor te vragen op te stappen. Bovendien staat inmiddels in het Verdrag dat een commissielid na zo´n verzoek ook moèt opstappen.
Langzaam beginnen de commissiebankjes dus steeds meer te lijken op een vak K. Het Blackberry-gehalte is alvast even hoog....