Indonesië en excuses - Main contents
Vanochtend ben ik vanwege privé omstandigheden een dag eerder dan de rest van de delegatie teruggekeerd in Nederland. Halverwege het werkbezoek crashte mijn laptop en kon ik geen dagverslag meer zenden. Nu lukt het weer om bij mijn weblog te komen, maar ik kan nog geen foto's downloaden. Zodra dit weer lukt, zal ik nog een aantal mooie foto's op het weblog zetten. We hebben veel gezien, veel gedaan en erg veel mensen gesproken. Maar we hebben als delegatie ook dingen niet gedaan. We zijn niet naar de Molukken geweest en we hebben niet gesproken met overlevenden van Rawagadeh......
Ten aanzien van de Molukken hebben we als delegatie een advies gevraagd aan verkeer en Waterstaat en dat advies was ondubbelzinnig: wij raden u af om te vliegen met maatschappijen die op de Europese zwarte lijst staan. Als kamer gaan we ook niet roken in de Tweede Kamer als we voor de rest van de publieke ruimtes in Nederland een rookverbod afkondigen. Zo vond de delegatie ook dat we niet moesten vliegen met 'zwarte lijst'vliegtuigen en dat vond het presidium van de Kamer ook. Alle partijen betreurden dat en alle partijen wilden graag naar de Molukken. Dat gold dus absoluut niet alleen voor SP en CU. Deze partijen zochten de publiciteit en het leek net alsof deze partijen als enigen hier tegen streden. Als delegatieleider verbaasde me de onvolledige berichtgeving.
ten aanzien van Rawagadeh heeft de delegatie al vóór we op reis gingen besloten om niet in contact te treden met overlevenden van slachtoffers van dit exces. Ten eerste omdat er tijdens de politionele acties meer excessen hebben plaats gevonden en waarom dan wel aandacht aan de ene zaak en niet aan andere excessen. Ten tweede omdat een Indonesische advocaat in samenwerking met een Nederlands advocatenbureau een brief naar een aantal Nederlandse ministers heeft gestuurd waarin de Nederlandse Staat wordt beticht van een onrechtmatige daad. Daarmee is deze zaak niet onder de rechter zoals in sommige berichten staat, maar is het wel een juridische kwestie. De delegatie heeft tijdens de reis nogmaals hierover vergaderd en besloten om niet te gaan. Er was ook nog spraken om deze hoogbejaarde overlevenden in een bus naar Djakarta te brengen om hier een gesprek te hebben. Wij vonden dat we dan wellicht verwachtingen zouden wekken en dat als we met hen willen spreken, we naar hen toe moesten gaan. Ik ben dan ook verbaasd dat enkele leden dit toch hebben gedaan.
Namens de delegatie heb ik tijdens een gesprek met de vice-president van de republiek Indonesië, Jusuf Kalla, mijn diepe spijt betuigd voor excessen door Nederlanders gepleegd in de periode tussen de onafhankelijkheidsverklaring en de soevereiniteitsoverdracht. Dit heb ik ook gedaan tijdens een gesprek met de commissie van Buitenlandse Zaken van het Indonesische parlement en in een speech tijdens een diner met Indonesische intellectuelen. Alle drie de keren werd dit zeer gewaardeerd, maar zei men al snel dat er een streep onder het verleden moest worden gezet.
Ik vind niet dat er in Nederland een streep onder dit verleden gezet kan worden. In Nederland is men zich onvoldoende bewust van de gebeurtenissen in Indonesië kort na de tweede wereldoorlog. Er zijn excessen gepleegd en gruwelijke verhalen komen boven. In het dorp Rawagadeh zijn meer dan honderd (sommigen spreken van 400) mensen standrechtelijk geëxecuteerd, vermoord. In zuid Sulawesi zijn gruwelijkheden gebeurd en ook op diverse andere plekken. Velen hebben hier onder geleden en lijden vandaag nog. Ook vele Nederlanders zijn in deze periode ( de Bersiap periode en tijdens de politionele acties) in Indonesië om het leven gekomen en anderen hebben trauma's opgelopen omdat ze als dienstplichtig militair of als burger getuige waren van gruwelijkheden of gedwongen werden hier aan mee te doen. Deze periode hebben wij weggeduwd uit ons collectieve geheugen. Wij herdenken - terecht - gruwelijke oorlogsgebeurtenissen, waar we slachtoffer waren, maar kunnen kennelijk het feit dat Nederlanders, zo kort na de oorlog, ook dader zijn geweest, niet aan.
Dit is met name een probleem van Nederland zelf en het zou goed zijn als meer bekendheid gegeven wordt aan deze periode uit onze recente geschiedenis waarin Nederlanders niet alleen slachtoffers, maar ook daders waren van gruwelijke excessen. Wellicht geeft ons dat wat meer recht van spreken en wat meer bescheidenheid als we over mensenrechten bij anderen spreken.