Noodlanding in Walakal

Source: H.J. (Henk Jan) Ormel i, published on Saturday, July 12 2008.

Gisteren vlogen we met een toestel van het World Food Programme van Juba in zuid-Soedan naar Khartoem. Halverwege kwamen we in zwaar weer terecht en dat veroorzaakte behoorlijke turbulentie. Het vliegtuig daalde opeens nogal en wij dachten dat dat was om de onweerswolken te omzeilen. Maar opeens zei de piloot door de intercom: prepare for landing en gingen de wielen uit. Voor we er erg in hadden stonden we op een klein vliegveldje met een geasfalteerde landingsbaan en een halfvervallen gebouw: ' welcome to Walakal airport' ! De rechter voorruit van de cockpit bleek helemaal verbrijzeld en gelukkig net niet helemaal kapot. De Mexicaanse bemanning vermoedde dat ze tegen een brok ijs waren aangevlogen. Het was half zes 's avonds en na een uur wordt het dan donker. Het vliegveld heeft geen verlichting, dus dat betekende: blijven in Walakal.

Een van onze beveiligers sprong in een auto en ging op verkenning uit. Vlakbij was een groot kamp van UNMIS; we zaten ongeveer op de noord-zuidgrens. Inmiddels begon het te regenen en dat maakte de wegen vrijwel onbegaanbaar. We werden opgehaald door een VN busje dat zich een weg ploegde door een vette, kleiachtige substantie over iets wat in de verte op een weg leek. Het busje bracht ons naar het VN kamp waar we hartelijk werden ontvangen door de Indiase commandant. We kregen een container toegewezen en ik ging samen met Arend Jan Boekestijn naar onze container. We waren nat en onze schoenen waren twee maal zo groot door er aan vastgekoekte rode klei. Arend Jan had last van ernstige buikkrampen en wilde graag bij mij in de container. Ik verleen een liberaal natuurlijk gaarne veterinaire bijstand. Het gevolg is wel dat ik het vandaag ook te pakken heb. De container was prima; twee bedden en een goed werkende airco. Het kamp ligt in een soort moeras aan de Nijl en om de aanwezige muggenhordes wat af te schrikke, zetten we de airco op zo koud als maar mogelijk is. De Indiase commandant biedt ons een maaltijd aan. Binnen twee uur heeft het hele gestrande gezelschap, kamerleden, beveiligers, de ambassadeur, personeel van de ambassade en de Mexicaanse vliegtuigbemanning een heerlijke Indiase kerrymaaltijd. De gastvrijheid is enorm. Ewout Irrgang heeft aan de vaderlandse pers gemeld dat we een ernstige noodlanding hebben gemaakt. Ik word dus voortdurend gebeld en kan verslag doen, rechtstreeks vanuit Walakal in ' met het oog op morgen'. Nu kan ik veilig melden waar we zaten omdat we inmiddels weer in Khartoem zijn. Vanmorgen om 08.30 uur kwam een ander vliegtuig ons halen. In Khartoem is de stemming nerveus omdat maandag een aanklacht van het internationale strafhof tegen president Bashir wordt verwacht. De afgelopen dagen had ik geen toegang tot internet. We zijn eerst twee dagen in Nyala en el Fashr in Darfur geweest en daarna twee dagen in Juba, zuid Soedan. Indrukwekkende ontmoetingen en veel gezien, o.a. Kalma kamp, het grootste IDP opvangkamp ( IDP= Internally Displaced Persons, vluchtelingen in eigen land). Ik zal daar in volgende weblogs op terugkomen. Over enkele uren vertrekken we weer naar Nederland. We kunnen hier onze email lezen en collega Harm Evert Waalkens ontving de volgende email van de heer Porter uit Rotterdam: ' Jammer, maar misschien heeft de belastingbetaler op uw terugweg meer geluk'. Dit naar aanleiding van de berichtgeving over onze noodlanding. We hopen toch veilig thuis te komen!