Proefdieren en filmsterren

Source: H.J. (Henk Jan) Ormel i, published on Friday, May 23 2008.

De afgelopen week heb ik deelgenomen aan 4 publieke debatten over biotechnologie. Verleden week vrijdag in het Corpus, de nieuwe anatomie experience in Oegstgeest, woensdag 2 debatten op het BIO event in de RAI, georganiseerd door NIABA en het NIBI, en gisteren in sociëteit 'de Witte' ter viering van het 10 jarig bestaan van Biofarmind. Al deze debatten waren zeer levendig. In het NIBI debat zaten hoogleraar proefdierkunde Berry Spruijt, directeur Proefdier Vrij, Marja Zuidgeest en hoogleraar alternatieven voor dierproeven, Koenraad Hendriksen ook in het forum. We hadden een levendig en in mijn ogen waardig debat, ook met in de zaal aanwezige dieractivisten. Helaas zagen zij het anders. Het verslag van deze bijeenkomst van één van de aanwezige dieractivisten zal ik onder 'lees verder'onder aan dit stukje toevoegen ( als me dat lukt, want mijn computer vertoont weer kuren!)

Gisteren een politiek debat in 'de Witte'onder leiding van Pia Dijkstra met diverse biotechnologiewoordvoerders: Chantal Gillárd(PvdA), Anouschka van Miltenburg(VVD) en Esmee Wiegman (CU). Ook dit debat was levendig en o.a. was de hartekreet vanuit aanwezige patiëntenorganisaties om de regelgeving rond klinische trials te versoepelen. OHoopgevend onderzoek naar de ziekte van Duchenne kan in Nederland niet plaatsvinden vanwege de regelgeving rond het doen van klinisch onderzoek bij kinderen. Als dit in andere EU lidstaten wel mogelijk is, moeten wij zeer kritisch naar onze eigen regelgeving kijken! Nadere afspraken zijn gemaakt en ik ga kijken waar de knelpunten in de Wet medisch wetenschappelijk onderzoek zitten. Tijdens dit debat ging het natuurlijk ook over de rigide regelgeving rond proefdieren. Ik ben nadrukkelijk een voorstander van vervanging van dierproeven waar mogelijk door proeven waarvoor geen dieren nodig zijn. Maar ik vind ook dat de noodzaak van dierproeven voor het verminderen van menselijk en dierlijk lijden zeer onderbelicht is. Ik wees de aanwezigen in de zaal op de overvloed aan aandacht in de media op de negatieve aspecten van dierproeven en riep hen op om meer aan actieve voorlichting te doen. Daarbij zei ik dat ze niet alleen maar met serieuze documentaires moeten komen, maar ook ambassadeurs moeten werven. Ik riep hen op om te zoeken naar filmsterren voor proefdieren. En dit zinnetje wordt opgepikt door een aanwezige journalist en leidt tot krantenberichten zoals u kunt lezen in de Telegraaf. U kunt dit persbericht ook lezen op mijn website onder 'actueel'.

Hieronder het verslag van een dieractivist van het NIBI debat over proefdieren in de RAI, woensdag 20 mei

Betreft:

13 Aanbevelingen door ‘Bioscienceforum’, (moeilijk) te vinden op:

http://pressrelease.perssupport.nl/publishingweb/pressrelease/detail.do?pressId=16186&type=today&searchKey=ab26f7f8-2287-11dd-aaac-5701839e6123&languageId=NL&pageIndex=1

******

BIOSCIENCEFORUM

Hoewel ze aan de Groningse universiteit beweren dat dieractivisten bang zijn voor het debat,

waren we vandaag aanwezig in de RAI in Amsterdam voor…..precies, een debat over dierproeven. Een beetje gelijk moet ik Groningen wel geven. Als je het woord “dierproef” laat vallen, heeft dat op dierenvrienden dikwijls een effect of de atoombom valt: meteen zit iedereen in de schuilkelder. De wittejassencriminelen zijn dan ook gewend gezellig onder elkaar te zijn. De stemming is daarbij vaak wat jolig. “Goudviskom” is steevast een dijenkletser.

Maar helaas - steeds vaker verschijnen dieractivisten bovengronds - om in die bijeenkomsten van dierproefnemers luid en duidelijk op te komen voor de belangen van het proefdier. Zo was dat ook vandaag; een handvol ‘diehards’ voor dieren was present: nog wel onder werktijd en ondanks een busstaking.

We hadden anderhalf uur om onze mening te geven over de 13 punten van het zgn. ‘bioscienceforum’. Een chique naam voor een gezelschap van mensen die dieren beschouwen als gebruiksvoorwerpen en wegwerpartikelen. Maar eerst kwamen over die 13 punten maar liefst vier sprekers aan het woord, eerlijk verdeeld over twee, laten we zeggen: wat minder begaafden (t.w. Berry Spruyt en Henk Jan Ormel, de als dierenarts vermomde demagoog) en twee anderen met een zinnig verhaal. Marja Zuidgeest van Proefdiervrij gaf een heel goed commentaar. Coenraad Hendriksen is de man van de alternatieven, onze hoop in bange dagen. Hij heeft altijd een goed verhaal.

De grap van dit hele gedoe is dat die bioscience-professoren met hun slechte geweten eigenlijk willen dat wij er net zo’n lage moraal als zijzelf op na houden. Dat noemen zij: het bevorderen van de maatschappelijke acceptatie (van dierproeven). Daartoe wordt geen middel geschuwd. Tegenstanders worden weggezet als ‘terroristen’ of, vanuit een andere invalshoek: als ‘kwakzalvers’. Vooral dat laatste is heel fraai. Want als de op dierproeven gebaseerde wetenschap echt wat zou betekenen, dan zouden er natuurlijk helemaal geen kwakzalvers zijn.

Dan zou het ook niet, dan wel veel minder, nodig zijn “maatschappelijke acceptatie” te bepleiten.

De volksgezondheid verkeert in een crisis: zij gaat eerder achter- dan vooruit. Helaas wordt dat vrijwel algemeen gezien als ons (nood)lot. Patiëntenorganisaties accepteren dit. De overheid blijft goed geld naar kwaad geld gooien. Zij subsidieert dierproeven met zo’n 100 miljoen euro per jaar. Voor veelbelovende en veel interessantere ontwikkelingen - onderzoek z o n d e r dierproeven - heeft ze per jaar nog niet 1 miljoen over! Je zou toch op z’n minst mogen verwachten dat de verhouding fifty-fifty was.

Aan deze kwestie gaat het Bioscienceforum in haar aanbevelingen begrijpelijkerwijs volkomen voorbij. Volksgezondheid is none of her business. Zij waakt over de werkgelegenheid van haar collegae.

Tot slot bespreek ik in het kort nog enkele aanbevelingen.

Nr. 3. De aanbeveling is “beschikbare objectieve kennis over het ongerief van dieren te gebruiken bij het ontwerp van dierexperimenten.”

Geen grap, het staat er echt.

In nr. 2 nog zo’n open deur. Het forum bekritiseert daarin het verkeerde gebruik van statistiek en adviseert het vermijden van standaardaantallen (“altijd 8,12 of 18 dieren”).

Vermoedelijk bedoelt men overigens veelvouden van die aantallen. De vergunningaanvragen die mij onder ogen komen, gaan zelden over minder dan vele honderden dieren.

Van der Eb (KNAW) wilde niet achterblijven. Aanbeveling 10 wil dat op bijsluiters bij medicijnen het gebruik van proefdieren vermeld wordt: “De consument krijgt daardoor de keuzemogelijkheid ( ).” Van der Eb had nu ontdekt dat dit zinloos is aangezien de consument helemaal geen keuzemogelijkheid heeft! Ieder ‘geneesmiddel’ is ontwikkeld en getest in dierproeven.

Het is wel aardig eens een keer de echo van je eigen woorden te horen uit de mond van ‘andersdenkenden’ (naar het woord van Ormel).

Er was een korte discussie over het gebruik van het woord “ongerief” in aanbeveling 3. Ik moest uitleggen hoe de term in de wet gekomen is. Heel langzaam dringt tot onderzoekers door dat zij niet alleen niet open zijn over hun experimenten met dieren, maar zo mogelijk nog ernstiger: dat zij door versluierend taalgebruik - waarvan “ongerief” maar één voorbeeld is - de burger om de tuin proberen te leiden.

Leen van den Oever, de gespreksleider (NIBI), deed er niet moeilijk over. “We laten ongerief eruit” zei hij optimistisch. Neem er gerust vergif op dat dat niet gebeurt.

Tenslotte. De dames en heren die het vuile experimentele werk doen, willen graag ook nog voor een dubbeltje op de eerste rij zitten. Ongeveer het enige ware woord dat Ormel uitsprak was dat deze mensen het niet fijn vinden door de samenleving met de nek aangezien te worden. Je zou dus verwachten, dat ze zouden begrijpen dat ze voor dit vuile werk maatschappelijk een prijs moeten betalen. Die prijs is: een stringente regelgeving. (Een regelgeving die thans in de praktijk tekortschiet, maar dit ter zijde.) Niets is minder waar. Voortdurend lamenteren ze over de last van de regels. Ze willen minder regels - eigenlijk helemaal geen regels of voorschriften. Ze willen gewoon lekker dieren kunnen mishandelen - bij voorkeur zonder enige verantwoording aan de samenleving. Dit is aanbeveling nr. 8.

Bioscienceforum - een droevig gezelschap.