Demissionaire ministers en staatssecretarissen: een goede ontwenningskuur
Als ik de nog overgebleven bewindspersonen bezig zie en hoor, moet ik af en toe tegen mezelf zeggen: ze zijn demissionair. Want je bent soms geneigd het even te vergeten. Lopende zaken zijn tegenwoordig algauw spannende zaken die om beslissingen op korte termijn vragen. Ook in deze demissionaire periode worden bewindspersonen als vanouds met spoed naar de Tweede Kamer geroepen. Natuurlijk spelen electorale overwegingen een belangrijke rol. Zo'n spoedje trekt de aandacht, en in verkiezingstijd is free publicity nooit weg. En in de hectische wereld van vandaag kan een demissionaire minister de zaken niet op hun beloop laten, wanneer een vulkaan vanuit IJsland het luchtverkeer voor dagen platlegt. Of wanneer een gevaarlijke mensenhandelaar, hangende zijn hoger beroep, naar huis mag.
En dan de Eerste Kamer. Zoals bekend, gaan wij de komende maanden gewoon door met de behandeling van verschillende wetsvoorstellen - onder andere de Voetbalwet, het anti-kraken initiatiefwetsvoorstel, het Elektronisch Patiëntendossier. Ook al zijn de bewindspersonen die zo'n wetsvoorstel moeten verdedigen (of bij het initiatiefwetsvoorstel, er al dan niet steun aan moeten geven), demissionair, ze willen het toch graag aanvaard krijgen en doen daar hun uiterste best voor. Demissionair of niet. Als het lukt, hebben ze een goede dag. Krijgen ze het wetsvoorstel niet door de Eerste Kamer heen, dan hebben ze een slechte dag. Ook dan maakt het niet veel uit dat ze demissionair zijn.
Dit alles neemt niet weg dat we inmiddels wel gewend zijn aan de afwezigheid van PvdA-bewindspersonen. De één is nu echt even uit beeld, de ander kandideert zich voor het burgmeesterschap van Amsterdam, en weer een ander gaat volop door in het bruiloften- en partijencircuit - eerbiediger uitgedrukt: het circuit van de openingen, recepties en evenementen. Duidelijk is in elk geval wel dat ze niet langer als bewindspersoon door het leven gaan.
Wat dat betreft is de demissionaire status voor bewindspersonen een goede, geleidelijke ontwenningskuur.
- 1.VVD-politicus en bestuurskundige, die een belangrijke rol speelde tijdens de formatie 2010 en daarna minister van Buitenlandse Zaken werd in het kabinet-Rutte I. Autoriteit op het gebied van veiligheids- en crisismanagement en oprichter van COT Instituut voor Veiligheids- en Crisismanagement BV. In Rotterdam en Leiden hoogleraar bestuurskunde en elf jaar Eerste Kamerlid voor de VVD, waarvan vijf jaar fractievoorzitter. Ondernam in 2010 met Wallage tevergeefs pogingen om een Paars kabinet te vormen, met GroenLinks als vierde partij. Zijn ministerschap verliep moeizaam. Had geen al te goede relatie met zijn ambtenaren. Hij kreeg verder onder meer te maken met de terechtstelling van Iraans-Nederlandse in Iran. Verdedigde met succes deelname aan missies in Afghanistan, Libië en Zuid-Soedan en zette zich in voor een vrij internet.