Kabinetsformatie 2010
De kabinetsformatie1 van 2010 mondde uit in het minderheidskabinet-Rutte I2 dat werd gedoogd door de PVV. Dat gebeurde na een moeizame formatie, waarin pas op een (emotioneel) congres van het CDA het groene licht werd gegeven.
In eerste instantie weigerden het CDA, de grote verliezer van de verkiezingen, samenwerking met de grootste winnaar, de PVV3. Er werd daarom gepoogd een kabinet van VVD4, PvdA5, D666 en GroenLinks7 (Paars Plus) te vormen. Nadat onderhandelingen over deze coalitie op niets uitliepen, brachten oud-premier Ruud Lubbers8 en Ivo Opstelten9 als informateurs CDA, VVD en PVV alsnog tot elkaar.
Naast een regeerakkoord werd er een gedoogakkoord gesloten met de PVV. Tijdens de formatie werd koningin Beatrix enkele keren voor voldongen feiten geplaatst. Het was de laatste keer dat de koningin een rol speelde bij de formatie.
datum |
wat |
wie |
tot en met |
dagen |
---|---|---|---|---|
9 juni 2010 |
||||
12 juni 2010 |
Benoeming informateur1 |
25 juni 2010 |
14 |
|
26 juni 2010 |
Benoeming informateur |
5 juli 2010 |
10 |
|
5 juli 2010 |
Benoeming informateurs |
J. Wallage13 en U. Rosenthal |
20 juli 2010 |
16 |
21 juli 2010 |
Benoeming informateur |
3 augustus 2010 |
14 |
|
4 augustus 2010 |
Benoeming informateur |
4 september 2010 |
32 |
|
7 september 2010 |
Benoeming informateur |
H.D. Tjeenk Willink |
13 september 2010 |
7 |
13 september 2010 |
Benoeming informateur |
I.W. Opstelten |
7 oktober 2010 |
25 |
30 september 2010 |
Coalitieakkoord 'Vrijheid en verantwoordelijkheid' |
|||
30 september 2010 |
Gedoogakkoord met PVV |
|||
7 oktober 2010 |
||||
7 oktober 2010 |
I.W. Opstelten |
|||
7 oktober 2010 |
Benoeming formateur |
M. Rutte |
14 oktober 2010 |
8 |
14 oktober 2010 |
Beëdiging16 nieuwe bewindslieden |
|||
Totale duur formatie18 |
127 |
Verkiezingsuitslag
Op 9 juni werden er Tweede Kamerverkiezingen gehouden. De VVD werd de grootste partij en behaalde 31 zetels. Opvallender was misschien nog de enorme winst van de PVV. Deze partij ging van 9 naar 24 zetels. Het CDA verloor fors; 20 zetels. Lijsttrekker Balkenende19 kondigde op de verkiezingsavond aan het partijleiderschap neer te leggen en de politiek te verlaten, waarna Maxime Verhagen15 fractievoorzitter werd.
Informatie-Rosenthal
Op 10 juni ontving koningin Beatrix haar vaste adviseurs. Op 11 juni benoemde zij de VVD-fractievoorzitter in de Eerste Kamer Uri Rosenthal11 tot informateur. Rosenthal kwam vier dagen later met een voorstel om een kabinet te vormen met een minimale meerderheid (76 zetels), bestaande uit de grootste partij (VVD), de grootste winnaar (PVV) en het CDA als 'lijmpartij'.
Verhagen ging hier echter niet mee akkoord, omdat hij niet vond dat een CDA-deelname gepast was. Informateur Rosenthal probeerde na het mislukken van deze coalitie een 'Paars-plus-coalitie' te smeden, waarin de VVD, PvdA, GroenLinks en D66 zitting zouden nemen. Mark Rutte14 zag echter geen heil in Paars-plus. PvdA-fractievoorzitter Job Cohen20 wilde geen midden-kabinet van VVD, CDA en PvdA. Op 24 juni bracht informateur Rosenthal zijn eindverslag uit. Zijn opties (VVD/PVV/CDA; Paars-plus, VVD/PvdA/CDA) om een meerderheidskabinet te vormen, bleken op niets uit te lopen.
Informatie-Tjeenk Willink
Koningin Beatrix benoemde daarna Herman Tjeenk Willink12 tot informateur. Hij moest overzicht brengen in de moeizame formatie. Tijdens het Tweede Kamerdebat van 30 juni 2010 bleek dat een hernieuwde poging van Mark Rutte om een kabinet over rechts te vormen, mislukte.
Het CDA herhaalde namens Verhagen wederom dat de verkiezingsuitslag het CDA dwong tot een bescheiden positie en dat VVD en PVV er samen uit moesten komen. Tjeenk Willink zette intussen in op een nieuwe formatiepoging met de VVD, PvdA, D66 en GroenLinks. Op 5 juli adviseerde hij de koningin in zijn eindverslag om twee informateurs, een van de VVD (Rosenthal) en een van de PvdA (oud-fractievoorzitter Jacques Wallage13) aan te wijzen.
Informatie-Rosenthal/Wallage
Tjeenk Willink had de vastgelopen onderhandelingen uit het slop weten te trekken, waardoor op 5 juli Rosenthal en Wallage koden starten met de formatie van een meerderheidskabinet bestaande uit de VVD, PvdA, GroenLinks en D66. Vijftien dagen later constateerden Rutte en Cohen dat de VVD en de PvdA elkaar niet konden vinden op het gebied van het financieel-economische beleid. Beide partijen konden het niet eens worden over de hoogte van de te voeren bezuinigingen. D66 en GroenLinks sloten zich bij dat oordeel aan.
Informatie-Lubbers
Rutte wierp zich op om, net als Kok in 1994, een conceptregeerakkoord te schrijven op basis waarvan een coalitie kon worden gevormd. Koningin Beatrix besliste echter anders en benoemde op 22 juli oud-premier Ruud Lubbers8 tot informateur.
Het was zijn taak om 'haar op zeer korte termijn te informeren over de mogelijkheden die thans reëel aanwezig zijn voor de vorming van een kabinet dat mag rekenen op een vruchtbare samenwerking met de Staten-Generaal en die daarom inhoudelijk nader onderzocht dienen te worden en daarbij aan te geven op welke wijze deze mogelijkheden worden beproefd'. Lubbers had daarmee de vrijheid om alle meerderheidsvarianten na te gaan waarvoor steun zou bestaan.
Informateur Lubbers gaf aan dat partijen onderling met elkaar moesten gaan praten over de formaties. Nadat Paars-plus mislukte, stelden de fractievoorzitters voor om het wederom over rechts te proberen. Op 28 juli voegde Rutte, Verhagen en PVV-leider Geert Wilders21 de daad bij het woord en spraken informeel met elkaar.
Lubbers drong daarbij aan om een rechtskabinet of een minderheidskabinet te overwegen. De informele gesprekken verliepen voorspoedig en op 30 juli werd bekend dat VVD, PVV en CDA wilden onderhandelen over de vorming van een minderheidskabinet van VVD en CDA, met gedoogsteun van PVV. Op deze manier zou het meningsverschil over de islam van de partijen geen grote invloed op het gevoerde beleid hebben.
Op 3 augustus bracht Lubbers eindverslag uit, waarin hij de Koningin adviseerde om VVD-voorzitter Ivo Opstelten9 te benoemen tot informateur. De fractievoorzitters van VVD, CDA en PVV hadden laten weten tot een globaal akkoord te zijn gekomen.
Informatie-Opstelten
Op 4 augustus werd Opstelten benoemd tot informateur. Hij moest 'komen tot een stabiel kabinet van VVD en CDA dat met steun van de PVV kon rekenen op een vruchtbare samenwerking met de Staten-Generaal'. De officiële onderhandelingen over dit kabinet begonnen op 9 augustus. Na deze onderhandelingen begonnen partijprominenten van het CDA zich te roeren.
Op 26 augustus sprak Lubbers zich uit tegen een samenwerking van het CDA met de PVV. Vier dagen later sprak CDA'er Jan Schinkelshoek22 zich uit tegen een samenwerking met de PVV. Ook Cees Veerman23 vroeg om de voorgestelde samenwerking met de PVV te heroverwegen. Hierdoor zag de CDA-fractie zich begin september 2012 genoodzaakt om tot een standpuntbepaling te komen. Van de CDA-fractie werd duidelijk dat Kathleen Ferrier24 en Ad Koppejan25 twijfelden aan de samenwerking.
Op 4 september liet Wilders weten onvoldoende zekerheid te hebben over de volledige medewerking van de CDA-fractie aan het minderheidskabinet. Op 1 september had mede-onderhandelaar Ab Klink26 aangegeven een samenwerking met de PVV als onwenselijk te zien. Deze kritiek deed Wilders eraan twijfelen of het CDA wel helemaal achter de samenwerking met de PVV stond. Hij wilde van Verhagen weten of alle fractieleden zich onvoorwaardelijk zouden binden aan de samenwerking.
Dit was een garantie die niet gegeven kon worden, waardoor een breuk ontstond. Hierna ontstond een hernieuwde poging van andere partijen om opnieuw te komen tot een Paars-pluskabinet. Op 6 september 2010 liet Klink weten met 'onmiddellijk ingang' uit de Tweede Kamer te stappen.
Informatie-Opstelten
Dezelfde dag begon een nieuwe consultatieronde. De dag erna gaf Wilders aan om de afgebroken onderhandelingen weer op te pakken. Op 13 september werd Opstelten door de Koningin wederom tot informateur benoemd met de opdracht om de onderhandelingen tussen de VVD, CDA en PVV te leiden.
Op 30 september bereikten VVD, CDA en PVV onder leiding van informateur Opstelten een akkoord over een ontwerp-regeer- en gedoogakkoord. In het gedoogakkoord stonden afspraken tussen de drie partijen over een totaal bezuinigingspakket van 18 miljard euro en afspraken over zorg, veiligheid en asielbeleid. Bovendien zou het aantal Kamerleden moeten worden teruggebracht.
De CDA-fractie gaf wel aan het eindoordeel over de akkoorden op te zullen schorten na het raadplegen van het CDA-congres. Op 2 oktober gaf het CDA-congres de fractie het advies mee om de formatie op basis van de gesloten akkoorden voort te zetten. Toch bleven veel partijcoryfeeën moeite houden met de deelname van het CDA aan een coalitie met daarin de PVV. Onder anderen de oud-premiers Piet de Jong27 en Dries van Agt28 waren tegen, evenals minister Hirsch Ballin29.
Drie dagen later, op 5 oktober, besloot de CDA-fractie unaniem in te stemmen met het regeer- en gedoogakkoord. Wilders had andermaal de verzekering nodig van Verhagen dat de gehele CDA-fractie achter de akkoorden stond.
Formatie-Rutte
Rutte werd op 7 oktober benoemd tot formateur. Een dag later ontving hij de eerste kandidaat-ministers. Op 14 oktober was het minderheidskabinet- Rutte I een feit. Rutte was de eerste liberale premier sinds Cort van der Linden30.
Het regeerakkoord 'Vrijheid en Verantwoordelijkheid' omvatte de afspraken gemaakt tussen regeringspartijen VVD4 en CDA31 en vormde de basis voor het kabinet-Rutte I2. Het regeerakkoord telde 46 pagina's. Centraal stonden de gelijkwaardigheid en vrijheid van alle burgers, versterking van de Nederlandse concurrentiepositie en investeren in 'de kenniseconomie'.
Het regeerakkoord stond los van het gedoogakkoord32, waarin de bezuinigingen van de onderwerpen waarover alle drie de partijen33 tot consensus konden komen, werden benoemd en toegelicht. In dit akkoord stonden voornamelijk de afspraken op het gebied van immigratie, integratie, asiel en veiligheid centraal. De PVV3 kon, als gedoogpartner, wel tegen andere voorstellen uit het regeerakkoord van de VVD en CDA stemmen.
De informateurs
Foto |
Naam |
Functie / partij |
---|---|---|
|
||
|
||
|
||
|
||
|
De formateur
Foto |
Naam |
Functie / partij |
---|---|---|
|
De fractievoorzitters bij de onderhandelingen
Foto |
Naam |
Functie / partij |
---|---|---|
|
||
|
||
|
Hun secondanten
Foto |
Naam |
Functie / partij |
---|---|---|
|
||
|
||
|
||
|
Overige fractievoorzitters
Foto |
Naam |
Functie / partij |
---|---|---|
|
||
|
||
|
De vaste adviseurs van de Koningin
Foto |
Naam |
Functie / partij |
---|---|---|
|
||
|
||
|
Meer over
Bent u als journalist of wetenschapper op zoek naar statistische gegevens over Kamerleden of bewindspersonen, bijvoorbeeld gemiddelde leeftijd, ervaring, herkomst, beroep, m/v, of per politieke partij? PDC, partner van het Montesquieu Instituut, kan deze gegevens onder voorwaarden beschikbaar stellen voor wetenschappelijk onderzoek en journalistieke publicaties. Neem voor meer informatie contact op met PDC.
Op bovenstaande tekst en gegevens zijn auteursrechten van PDC van toepassing; overname, in welke vorm dan ook, is zonder expliciete goedkeuring niet toegestaan. Ook de afbeeldingen zijn niet rechtenvrij.
- 1.Na elke Tweede Kamerverkiezing, of soms na de val van een kabinet, begint het proces van de formatie van een nieuw kabinet. Doel van de kabinetsformatie is een kabinet te vormen dat enerzijds kan rekenen op steun van de meerderheid van de Tweede Kamer en anderzijds tot een gezamenlijk beleid kan komen. De Grondwet is vrij bescheiden wat betreft de kabinetsformatie. Slechts de artikelen 43 en 48 van de Grondwet spreken over de vorming van een kabinet: ministers en staatssecretarissen worden bij koninklijk besluit benoemd.
- 2.Dit minderheidskabinet van VVD en CDA werd gevormd na de Tweede Kamerverkiezingen 2010 en trad op 14 oktober 2010 aan als opvolger van het kabinet-Balkenende IV. Voor een meerderheid in de Tweede Kamer sloten de regeringspartijen een gedoogakkoord met de PVV. VVD-leider Mark Rutte werd de eerste premier van VVD-huize.
- 3.De Partij voor de Vrijheid (PVV) is een populistische partij, met zowel conservatieve, 'rechtse' als 'linkse' standpunten. De PVV is op 22 februari 2006 geregistreerd bij de Kiesraad door Geert Wilders, na zijn vertrek bij de VVD. Hij is sindsdien ook de politiek leider.
- 4.De Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD) is een rechtse liberale partij, met op onder meer ethisch gebied progressievere standpunten. Politiek leider is sinds 14 augustus 2023 Dilan Yesilgöz-Zegerius. De partij werd opgericht in 1948 als opvolger van de Partij van de Vrijheid (PvdV), die weer een voortzetting was van de vooroorlogse Liberale Staatspartij (LSP).
- 5.De Partij van de Arbeid (PvdA) is een progressieve, sociaaldemocratische partij. De partij werd opgericht in 1946 als een voortzetting van de vooroorlogse Sociaal-Democratische Arbeiders Partij (SDAP), de Vrijzinnig-Democratische Bond (VDB) en de Christelijk-Democratische Unie (CDU). De PvdA trok samen met GroenLinks op en deed met een gezamenlijke lijst mee aan de Tweede Kamerverkiezingen van 22 november 2023. Frans Timmermans leidt de gezamenlijke fractie in de Tweede Kamer.
- 6.Democraten 66 (D66) is een hervormingsgezinde sociaal-liberale partij. De huidige politiek leider is Rob Jetten. De partij werd opgericht op 14 oktober 1966 door 44 'homines novi', waarvan er 25 eerder bij andere politieke partijen actief waren geweest. Belangrijkste initiatiefnemer en voorman (tot 1998) was de oud-journalist Hans van Mierlo.
- 7.GroenLinks is een progressieve partij, die duurzaamheid hoog in het vaandel heeft. De partij werd opgericht op 24 november 1990 als fusie van de Communistische Partij van Nederland (CPN), de Evangelische Volkspartij (EVP), de Politieke Partij Radikalen (PPR) en de Pacifistisch-Socialistische Partij (PSP). GroenLinks trok samen met de PvdA op en deed met een gezamenlijke lijst mee aan de Tweede Kamerverkiezingen van 22 november 2023. Frans Timmermans leidt de gezamenlijke fractie in de Tweede Kamer.
- 8.Christendemocraat die twaalf jaar minister-president was. Werd in 1973 als jonge ondernemer minister van Economische Zaken in het kabinet-Den Uyl. Na zijn ministerschap en een jaar 'gewoon' Kamerlid voorzitter van de CDA-fractie. Was vier jaar steunpilaar van het kabinet-Van Agt/Wiegel. Na het mislukte kabinet-Van Agt/Den Uyl werd hij in 1982 premier en CDA-leider. Voerde in kabinetten met de VVD een 'no-nonsense'-beleid dat zorgde voor economisch herstel en vermindering van de staatsschuld. Leidde het CDA in 1986 naar verkiezingswinst en wist die in 1989 te consolideren. Werd daarna premier van een kabinet met de PvdA. Een meester in het vinden van compromisteksten, die vaak tot stand kwamen op zijn werkkamer, het torentje. Na zijn premierschap ontging hem het voorzitterschap van de Europese Commissie en de functie secretaris-generaal van de NAVO. Werd later wel onverwacht Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen, maar trad in 2005 voortijdig terug. Harde werker, manager.
- 9.VVD-bestuurder, minister en partijvoorzitter, die werd gevormd in de gemeenteadministratie en daarna op 28-jarige leeftijd aan een indrukwekkende loopbaan begon als burgemeester. Na een onderbreking van vijf jaar als topambtenaar op Binnenlandse Zaken werd hij in 1992 eerste burger van Utrecht en ruim zes jaar later van het voorheen 'rode bolwerk' Rotterdam. Was een krachtig, maar soepel handhaver van gezag. Daarna nog waarnemer in Tilburg en vanaf 2008 voorzitter van de VVD. Politieke peetvader van Mark Rutte en na de formatie van diens eerste kabinet, waarin hij een groot aandeel had, minister van Veiligheid en Justitie. Voerde voortvarend een nieuwe Politiewet in. Kwam in het kabinet-Rutte II minder uit de verf en moest voortijdig aftreden. Rasbestuurder met een fors postuur en sonore basstem, die amicaal en prettig in de omgang is.
- 10.Op 9 juni 2010 vonden er Tweede Kamerverkiezingen plaats. Deze waren nodig na de val van het kabinet-Balkenende IV. De PvdA-bewindslieden traden in februari 2010 uit dat kabinet. Grote winnaars van de verkiezingen waren PVV en VVD. De VVD, met Mark Rutte als lijsttrekker, werd voor het eerst de grootste partij door de PvdA met één zetel voor te blijven. GroenLinks won licht. Het CDA leed een (zware) nederlaag, net als SP en D66. De Partij voor de Dieren kreeg voor het eerst (twee) zetels.
- 11.VVD-politicus en bestuurskundige, die een belangrijke rol speelde tijdens de formatie 2010 en daarna minister van Buitenlandse Zaken werd in het kabinet-Rutte I. Autoriteit op het gebied van veiligheids- en crisismanagement en oprichter van COT Instituut voor Veiligheids- en Crisismanagement BV. In Rotterdam en Leiden hoogleraar bestuurskunde en elf jaar Eerste Kamerlid voor de VVD, waarvan vijf jaar fractievoorzitter. Ondernam in 2010 met Wallage tevergeefs pogingen om een Paars kabinet te vormen, met GroenLinks als vierde partij. Zijn ministerschap verliep moeizaam. Had geen al te goede relatie met zijn ambtenaren. Hij kreeg verder onder meer te maken met de terechtstelling van Iraans-Nederlandse in Iran. Verdedigde met succes deelname aan missies in Afghanistan, Libië en Zuid-Soedan en zette zich in voor een vrij internet.
- 12.Politicus van PvdA-huize met veel gezag als topadviseur en kritisch beschouwer van politiek en bestuur. Topambtenaar ministerie van Algemene Zaken, die optrad als secretaris van achtereenvolgende kabinetsformateurs en jarenlang adviseur was van de minister-president. Regeringscommissaris reorganisatie rijksdienst. Hoogleraar bestuurswetenschappen. Als PvdA'er lid en voorzitter van de Eerste Kamer. Bepleitte een actievere rol voor de Eerste Kamer bij de bewaking van de kwaliteit van de wetgeving, ook Europees. Bijna vijftien jaar vicepresident Raad van State en in die positie de voornaamste adviseur van de koningin bij kabinetsformaties en zelf informateur in 1994, 1999, 2010, 2017 en opnieuw in 2021. Is sinds 2012 minister van staat.
- 13.PvdA-bestuurder en politicus die van jongs af aan politiek actief was. Socioloog uit een joods middenstandsgezin. Werd al op jonge leeftijd wethouder van Groningen. In de Tweede Kamer aanvankelijk onderwijsspecialist en woordvoerder Zuid-Afrikabeleid. Goed, spreekvaardig debater. Als staatssecretaris in het derde kabinet-Lubbers, eerst van onderwijs en daarna van sociale zaken, bracht hij belangrijke wetgeving in het Staatsblad, zoals de Wet op de basisvorming en de Wet voorzieningen gehandicapten. Onderhandelde in 1994 over de vorming van het eerste paarse kabinet. Na een vierjarige periode fractievoorzitter te zijn geweest, werd hij burgemeester van Groningen. Stond als zodanig ruim tien jaar goed aangeschreven. Is nu honorair hoogleraar.
- 14.Mark Rutte (1967) is sinds 1 oktober 2024 secretaris-generaal van de NAVO. Hij was van 14 oktober 2010 tot 2 juli 2024 minister-president en minister van Algemene Zaken. Sinds 2006 was hij politiek leider van de VVD. In 2006-2010 was de heer Rutte fractievoorzitter van de VVD in de Tweede Kamer. Hij was van 17 juni 2004 tot 28 juni 2006 staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap belast met wetenschapsbeleid, beroepsonderwijs en studiefinanciering. Daarvoor was hij bijna twee jaar staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid belast met onder andere volksverzekeringen, bijstand en arbeidsomstandigheden. De heer Rutte was eerder voorzitter van de JOVD en manager bij een werkmaatschappij van Unilever.
- 15.Maxime Verhagen (1956) was a member of the European Parliament from 24 July 1989 to 19 July 1994 as an independent member, and was aligned with the European People's Party. He took seat in Parliament on behalf of the Netherlands.
- 16.Bij het aantreden van een nieuw kabinet worden de nieuwe ministers en alle staatssecretarissen beëdigd. Zittende ministers gaan over in het nieuwe kabinet. Feitelijk wordt besloten het door hen gevraagde ontslag niet te verlenen (of zij komen terug op hun verzoek hun portefeuilles ter beschikking te stellen). Wel kunnen bewindslieden in het nieuwe kabinet een andere functie krijgen, maar dit wordt bij Koninklijk Besluit geregeld.
- 17.Prinses Beatrix was tot zij op 30 april 2013 abdiceerde ten gunste van haar zoon Willem-Alexander regerend vorstin. Als zodanig trad zij op 30 april 1980 aan. Prinses Beatrix is de oudste dochter van koningin Juliana en prins Bernhard. Zij studeerde rechten in Leiden en heeft speciale belangstelling voor het gehandicaptenbeleid en voor cultuur. In 1966 huwde zij met Claus von Amsberg, die in 2002 overleed. Zij kregen drie zonen, van wie de middelste, prins Friso, in 2013 is gestorven. Door haar met grote plichtsbetrachting, waardigheid en betrokkenheid uitgeoefende koningschap verwierf zij veel aanzien en waardering. In 1996 ontving zij de Karlsprijs en in 2005 kreeg zij een eredoctoraat aan de Leidse Universiteit.
- 18.Kabinetsformaties na de verkiezingen duren sinds 1946 gemiddeld 103 dagen. Formaties van tussenkabinetten zijn daarbij buiten beschouwing gelaten. Soms komt het voor dat na een kabinetscrisis zonder nieuwe verkiezingen een ander of overgangskabinet wordt gevormd. Dergelijke formaties verlopen doorgaans veel sneller.
- 19.Former Christian democratic prime-minister of The Netherlands, from 2002 to 2010. Jan Peter Balkenende led four coalition governments, each of different composition. It mirrored the unstable political climate in The Netherlands after the rise and murder of Pim Fortuyn in 2002. Having worked for the Christian democratics' scientific bureau, Jan Peter Balkenende was elected as member of the House of Commons in 1998. He was spokesperson for the party on public finance before becoming party leader in 2001. Jan Peter Balkende left politics after a disastrous election result in 2012. He currently works at university and as consultant.
- 20.Beminnelijke bestuurder die als 'verbinder' populair werd als burgemeester van Amsterdam, maar die als politiek leider van de PvdA minder goed uit de verf kwam. Was hoogleraar in Maastricht en stapte vanuit de wetenschap over naar het kabinet-Lubbers III waarin hij staatssecretaris voor het hoger onderwijs werd. Was daarna lid en fractievoorzitter in de Eerste Kamer. In het tweede kabinet-Kok als staatssecretaris belast met asielbeleid. Wist toen een strengere Vreemdelingenwet door het parlement te loodsen. Was bij de verkiezingen van 2003 PvdA-kandidaat voor het premierschap. Toen hij begin 2010 Wouter Bos opvolgde als PvdA-leider leidde dat tot enthousiasme in eigen kring, maar zijn kwaliteiten lagen meer op bestuurlijk terrein dan in de (harde) Haagse politiek. In 2012 trok hijzelf de conclusie dat hij de hoge verwachtingen niet had waargemaakt. Hij was daarna onder meer voorzitter van Cedris, landelijke vereniging voor sociale werkgelegenheid en reïntegratie.
- 21.Geert Wilders (1963) is sinds november 2006 politiek leider van de PVV. Hij is sinds 25 augustus 1998 (met een korte onderbreking in 2002) Tweede Kamerlid. Aanvankelijk was hij dat voor de VVD, maar op 2 september 2004 werd hij een onafhankelijk Kamerlid. In 2023 was hij voor de zesde keer lijsttrekker. De heer Wilders was medewerker van de afdeling Verdragen bij de Ziekenfondsraad, wetstechnisch medewerker van de Sociale Verzekeringsraad en beleidsmedewerker en speechschrijver van de VVD-Tweede Kamerfractie. In 2010 zat hij enige tijd in de gemeenteraad van Den Haag.
- 22.Jan Schinkelshoek (1953) was van 30 november 2006 tot 17 juni 2010 Tweede Kamerlid van het CDA. Hij was eerder parlementair journalist, voorlichter van het CDA, directeur voorlichting van het ministerie van Justitie, hoofdredacteur van de 'Haagsche Courant' en directeur communicatie van de Rabobank. Sinds 2010 is hij zelfstandig communicatieadviseur. De heer Schinkelshoek was als Kamerlid onder meer woordvoerder binnenlands bestuur en initiatiefnemer voor de 'parlementaire zelfreflectie'. Tevens was hij ondervoorzitter van de parlementaire onderzoekscommissie financieel stelsel.
- 23.Boer uit de Hoekse Waard, die vierenhalf jaar minister van Landbouw was. Was aanvankelijk leraar, maar nam later het ouderlijk akkerbouwbedrijf over en werd ook boer in Frankrijk. Actief als gemeenteraadslid en in adviesorganen van het CDA. Was docent en hoogleraar in Delft, Rotterdam en Tilburg en daarna voorzitter van het bestuur van de Landbouwuniversiteit. Vakminister die de agrarische sector goed kende en zich daardoor goed staande kon houden in debatten. Trad krachtig op bij de uitbraak van vogelgriep. Gebrek aan politiek gevoel bracht hem enkele keren in problemen, zonder dat echter zijn integriteit en toewijding ter discussie stonden.
- 24.Bevlogen en idealistische christendemocratische politica; jongste dochter van de eerste Surinaamse president. Was secretaris van SKIN (Samen Kerk in Nederland), de organisatie van migrantenkerken in Nederland. Daarvoor was zij onder andere ontwikkelingswerker in Latijns Amerika. Werd in 2002 Tweede Kamerlid voor het CDA en hield zich onder meer bezig met ontwikkelingssamenwerking en onderwijs. Kon worden beschouwd als vertegenwoordigster van de christelijke migranten. In 2010 was zij met Ad Koppejan in de CDA-fractie opposante tegen de samenwerking met de PVV. Na haar Kamerlidmaatschap woonde en werkte zij vijf jaar in Hong Kong.
- 25.Politicus en ondernemer uit een christelijk Zeeuwse middenstandsgezin, die in 2006 voor het CDA in de Tweede Kamer kwam. Speelde in 2010 een opvallende rol toen hij zich met Kathleen Ferrier lange tijd verzette tegen samenwerking met de PVV. Begon zijn politieke loopbaan als voorzitter van het CDJA en was voor zijn voorzitterschap ook medewerker van een CDA-Tweede Kamerlid. Hij was daarna bestuurder van de Vervoersbond CNV en hoofd communicatie van het Havenbedrijf Amsterdam en vervolgens zelfstandig ondernemer. Als Zeeuws Kamerlid was hij woordvoerder visserij- en waterbeleid en later ook economische zaken. Hield zich onder andere bezig met administratieve lasten, maatschappelijk verantwoord ondernemen en kredietunies. Voornaam tegenstander van het ontpolderen van de Hedwigepolder. Energiek en werkzaam Kamerlid.
- 26.Op Goedereede geboren CDA-ideoloog, Kamerlid en minister. Socioloog, die als directeur van het Wetenschappelijk Instituut voor het CDA, nauw samenwerkte met Jan Peter Balkenende en als ambtenaar van Justitie met Piet-Hein Donner. Werd in 2003 Eerste Kamerlid en maakte in februari 2007 de overstap naar het kabinet-Balkenende IV, waarin hij minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport was. Pleitbezorger van eigen verantwoordelijkheid en marktwerking in de zorg. Kwam met een rookverbod voor de horeca. Na de verkiezingen van 2010 werd hij als Tweede Kamerlid en secondant bij de formatie voornaamste tegenstander van samenwerking met de PVV; een opstelling die hem tot dissident maakte en tot zijn snelle vertrek leidde. Sinds mei 2011 is hij deeltijd-hoogleraar zorg, arbeid en politieke sturing aan de VU en in 2014-2021 zat hij in de directie van zorgverzekeraar VGZ.
- 27.Katholieke onderzeebootcommandant die in de woelige jaren zestig op kordate wijze een kabinet leidde. Werd na staatssecretaris van Marine te zijn geweest (1959-1963) en na het ministerschap van Defensie (1963-1967) vrij verrassend premier, omdat een formatiepoging van Biesheuvel was mislukt. Goede, pragmatisch ingestelde bewindspersoon en teamleider. Beschikte over een typische, droge humor en relativeringsvermogen ('wij passen slechts op de winkel') en werd mede daardoor populair. Hoewel hij regeerde in een roerige tijd, was het door hem geleide kabinet het eerste naoorlogse kabinet dat zonder crisis de vier jaar volmaakte. Ondanks zijn populariteit wees de KVP hem in 1971 niet aan als lijsttrekker. Was daarna drie jaar Eerste Kamerlid en fractievoorzitter in de Senaat.
- 28.CDA-voorman, jurist en premier van KVP-huize. Stond als hoogleraar strafrecht bekend als vernieuwingsgezind en bracht als minister van Justitie belangrijke wetten tot stand. Vicepremier in het kabinet-Den Uyl. Kwam in de kabinetten-Biesheuvel en -Den Uyl diverse malen in politieke problemen, onder meer door discussies over de vrijlating van de Drie van Breda, de abortuskwestie en de affaire-Menten. Werd in 1977 de eerste leider van het CDA en was daarna vijf jaar premier. Was toen de politieke tegenvoeter van PvdA-leider Den Uyl; even populair bij zijn achterban als verguisd door zijn tegenstanders. Stapte na de verkiezingen van 1982 op als politiek leider. Nadien Commissaris van de Koningin in Noord-Brabant en EG-ambassadeur. Relativeerde de politiek en zichzelf, maar was tactisch sterk. Formuleerde zorgvuldig en viel op door zijn kleurrijke en soms archaïsche taalgebruik.
- 29.Christendemocratische rechtsgeleerde en politicus die twee perioden minister van Justitie was. Zoon van een Joodse, Duitse vluchteling. Stapte in 1989 over van de Tilburgse universiteit naar het kabinet-Lubbers III en had aanvankelijk het imago van een studeerkamergeleerde en zedenmeester. Trad kort voor de verkiezingen van 1994 af vanwege de IRT-affaire en werd nadien Tweede en Eerste Kamerlid. Werd in 2000 staatsraad, maar keerde in 2006 terug als minister van Justitie en bleef dat opnieuw vier jaar. Was in 2010 tevens minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Bekwaam wetgever die als vurig verdediger van de rechtsstaat gezag had. Workaholic en voor alles jurist.
- 30.Kleine, statige en beheerste geleerde, die door zijn premierschap tijdens de Eerste Wereldoorlog één van de belangrijkste staatsmannen van de twintigste eeuw werd. Progressief denkende Groningse jurist en hoogleraar. Zoon van een Tweede Kamerlid en zelf enige tijd plaatsvervangend griffier. Liberaal, maar geen partijman. Bracht als minister van Justitie in het kabinet-Pierson (1897-1901) belangrijke wetgeving tot stand onder andere over kinderrecht. Zijn kabinet bracht de Grondwetsherziening van 1917 tot stand, waarbij het algemeen mannenkiesrecht, de evenredige vertegenwoordiging en de financiële gelijkstelling van bijzonder en openbaar onderwijs werden geregeld. Stond als premier boven de partijen en had zeer veel gezag. Kreeg vanwege zijn wijze beleid tijdens de Eerste Wereldoorlog nog tijdens zijn ministerschap de titel 'minister van staat'. Was na 1918 tot op hoge leeftijd staatsraad.
- 31.Het Christen-Democratisch Appèl (CDA) is een christelijk geïnspireerde partij in het centrum van het politieke spectrum. Henri Bontenbal is momenteel politiek leider van het CDA. De partij werd opgericht op 11 oktober 1980 als fusie van Anti-Revolutionaire Partij (ARP), Christelijk-Historische Unie (CHU) en Katholieke Volkspartij (KVP).
- 32.In een gedoogakkoord leggen Kamerfracties afspraken vast over de steun voor het toekomstige regeringsbeleid. Het gaat daarbij om afspraken tussen fracties van partijen die toetreden tot het nieuwe kabinet en een fractie (of fracties) die alleen 'gedoogt', maar zelf buiten het kabinet blijft. Tot 2010 kenden we dit begrip overigens niet. Of, als er in de toekomst vaker gedoogakkoorden worden gesloten, de opzet daarvan hetzelfde is, is onzeker.
- 33.Een politieke partij is een groep van politieke geestverwanten. Politieke partijen streven vaak meer dan één doel na, zoals bevordering van werkgelegenheid, een eerlijke inkomensverdeling, een schoon milieu of het bestrijden van criminaliteit. Omdat niet iedereen deze doelen op dezelfde wijze nastreeft, zijn er meer partijen ontstaan.
- 34.Edith Schippers (1964) was van 13 juni 2023 tot 14 januari 2025 voorzitter van de VVD-fractie in de Eerste Kamer. Zij was minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport in het kabinet-Rutte I en kabinet-Rutte II en daarvoor van 2003 tot 2010 Tweede Kamerlid voor de VVD. Als Kamerlid hield zij zich bezig met zorg. In 2006 werd zij vicefractievoorzitter. Mevrouw Schippers was voor zij in de politiek ging onder meer werkzaam bij VNO-NCW. Na haar ministerschap werd zij voorzitter van de raden van bestuur van DSM Nederland en DSM Europa. Dat bleef zij tot mei 2023. Nu is zij lid van de Raad van Bestuur van de Mosadex Groep.
- 35.Barry Madlener (1969) was a member of the European Parliament from 14 July 2009 to 20 September 2012 as an independent member. He took seat in Parliament on behalf of the Netherlands.
- 36.Ank Bijleveld (1962) was van 26 oktober 2017 tot en met 17 september 2021 minister van Defensie in het kabinet-Rutte III. Van 1 november 2019 tot 14 april 2020 was zij tevens minister voor de Algemene Inlichtingen en Veiligheidsdienst. Mevrouw Bijleveld was van 22 februari 2007 tot 14 oktober 2010 staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in het kabinet-Balkenende IV. Zij was Tweede Kamerlid voor het CDA in de periode 1989-2001 en in 2010. Zij was enige jaren vicefractievoorzitter en in 2010 betrokken bij de onderhandelingen tijdens de kabinetsformatie. Eerder werkte mevrouw Bijleveld bij de gemeente Hengelo (Ov.), was zij raadslid in Enschede en was zij actief bij het dekenaat van Enschede. Van 1 januari 2001 tot 22 februari 2007 was zij burgemeester van Hof van Twente en van 1 januari 2011 tot 26 oktober 2017 commissaris van de Koning(in) in Overijssel. Op 17 januari 2022 werd zij waarnemend burgemeester van Almere en bleef dat tot 1 maart 2023.
- 37.Alexander Pechtold (1965) was in 2006-2018 fractievoorzitter en politiek leider van D66. Hij was sinds november 2006 Tweede Kamerlid. De heer Pechtold was verder van 31 maart 2005 tot 3 juli 2006 minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties. Hij is opgeleid als kunsthistoricus en werkte onder andere bij een veilinghuis. Van 1997 tot 2002 was hij wethouder in Leiden. Vanaf eind 2002 tot 2005 was hij voorzitter van D66. en in de periode 2003-2005 burgemeester van Wageningen. De heer Pechtold was enige jaren woordvoerder Europese zaken en onderwerpen rond het koninklijk huis. Verder was hij voorzitter van de vaste commissie voor Koninkrijksrelaties. Per 1 november 2019 werd hij algemeen directeur van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen.
- 38.Femke Halsema (1966) is sinds 12 juli 2018 burgemeester van Amsterdam. Werd in 1998, een jaar na haar breuk met de PvdA, Tweede Kamerlid voor GroenLinks en in 2002 daarvan als opvolger van Paul Rosenmöller de politiek leider. Stuurde aan op een vrijzinnig-linkse koers, maar wist in 2010 geen kabinetsdeelname te bewerkstellingen voor haar partij. Verliet in januari 2011 de politiek. Zij begon haar loopbaan na haar studie criminologie in Utrecht als universitair onderzoeker en was daarna stafmedewerker van de Wiardi Beckman Stichting. Na haar vertrek uit de Haagse politiek was zij in Tilburg bijzonder hoogleraar politiek in de 21e eeuw, publiciste en documentairemaker.
- 39.CDA-politicus en volbloed Europeaan, die zijn lange politieke loopbaan begon bij de KVP-jongerenorganisatie en eindigde als voorzitter en prominent lid van de Eerste Kamer. Was ambtenaar in Brussel en werd vanaf 1977 in de CDA-Tweede Kamerfractie Europa- en landbouwspecialist. Kreeg in Limburg, waar men sprak van 'Us Reneke', altijd veel voorkeurstemmen. In 1986 staatssecretaris voor Europese Zaken in het kabinet-Lubbers II. Moest twee jaar later noodgedwongen opstappen vanwege de uitkomst van de Paspoortenquête. Keerde kort daarna terug in de Tweede Kamer, waarvan hij tot en met 1998 lid bleef. Als Eerste Kamerlid voorzitter van de commissie voor Europese Samenwerkingsorganisaties en in 2009-2011 Kamervoorzitter. Was in 2005-2008 tevens voorzitter van het parlement van de Raad van Europa.
- 40.De Eerste Kamervoorzitter leidt de vergadering van de Eerste Kamer en is tevens voorzitter van het College van fractievoorzitters en het College van Voorzitter en Ondervoorzitters (interne organisatie). Hij zit ook de Verenigde Vergaderingen voor. Daarnaast vertegenwoordigt de voorzitter de Kamer naar buiten toe, zoals in contacten met buitenlandse parlementen en bij ontvangsten van gasten.
- 41.Amsterdamse sociaaldemocrate uit een onderwijsgezin. Was zelf ook enige tijd lerares, maar koos uiteindelijk voor een politiek-ambtelijke carrière. Zo organiseerde zij campagnes voor de overheid gericht op vergroting van het aantal vrouwen in leidinggevende functies in het onderwijs. Later was zij politiek adviseur van staatssecretaris Netelenbos en van PvdA-fractievoorzitter Melkert. In 2001 werd zij lid van de Tweede Kamer waar zij zich onder meer bezighield met ouderenbeleid en sportbeleid. Tijdens haar in december 2006 aangevangen Kamervoorzitterschap zette zij zich in voor het verkleinen van de kloof tussen Kamer en kiezers, waarbij haar onderwijservaring goed te pas kwam. Een zekere coulance tegenover Kamerleden die de grenzen van het betamelijke opzochten, leidde soms tot kritiek. Haar ontspannen en representatieve houding zorgden er evenwel voor dat waardering de overhand kreeg.
- 42.De voorzitter leidt de vergadering van de Tweede Kamer. In het Reglement van Orde staat welke bevoegdheden van toepassing zijn. Daarnaast vertegenwoordigt de voorzitter de Kamer naar buiten toe, bijvoorbeeld in contacten met buitenlandse parlementen. De voorzitter heeft een coördinerende rol tijdens de eerste fase van de kabinetsformatie.
- 43.De vicepresident van de Raad van State heeft de feitelijke leiding van dit Hoge College van Staat, het belangrijkste adviesorgaan van de regering. Hij of zij bekleedt tevens het voorzitterschap van de Afdeling Advisering van de Raad van State, die adviezen uitbrengt over onder meer wetsvoorstellen en verdragen. Verder is de vicepresident een belangrijk (persoonlijk) adviseur van het staatshoofd bij staatkundige kwesties.
- 44.In de periode 1945 tot en met 2024 zijn er zo'n 30 formaties geweest. Een formatie vindt in de regel elke vier jaar plaats, maar soms worden er nieuwe verkiezingen uitgeschreven na een val van een kabinet. Dit was bijvoorbeeld het geval in 1982 na de val van het kabinet-Van Agt II of in 2012 na de val van het kabinet-Rutte I.
- 45.De formatie van 2010 was qua uitkomst opmerkelijk. Voor het eerst sinds 1973 kwam er geen parlementair meerderheidskabinet, maar een minderheidskabinet dat dankzij 'gedoogsteun' op voldoende steun van de Tweede Kamer kan rekenen. Anders dan in 1973 werd tussen VVD en CDA een volwaardig regeerakkoord gesloten en daarnaast door VVD, CDA en PVV een gedoogakkoord.