Milde en montere eindejaarsgedachte - Main contents
Hoogtepunten, dieptepunten: als lid van een van de coalitiepartijen is het lastig om daar over te schrijven. Als ik een hoogtepunt beschrijf voelt dat direct als propaganda, en als ik een dieptepunt beschrijf komt dat vast weer neer op sneren naar de coalitie, minarettenmoties, kopvoddentaksen, vissenkommoties of andere belangwekkende zaken. Ik stel me maar zo’n beetje in het midden, bescheiden op en zal me beperken tot een milde observatie. Wel een observatie gekleurd door de blik van een sociaaldemocraat, die ondanks predikaten als ‘deplorabel’, ‘overbodig’, ‘flets’, ‘neoliberaal’, ‘hysterisch links’ toch nog de moed erin houdt. Ik ben een optimistisch mens.
Mijn milde observatie is dat het ondanks de crisis, ondanks het geklaag van de oppositie, ondanks Marcel van Dam best redelijk gaat in Nederland. Het Sociaal Cultureel Planbureau bracht eind november een ontnuchterend rapport uit waaruit bleek dat Nederlanders gelukkig, welvarend, gemeenschapsgezind en gezond zijn. De meeste Nederlanders dan, want er blijft een minderheid ongelukkig, arm en eenzaam. Over die groep ontfermen zich gelukkig zowel de oppositie en coalitiepartijen eensgezind. De oppositie door continu aandacht te vragen voor deze minderheid, en de coalitie, soms gesteund door de oppositie om wat te doen voor deze groep.
Maar ik wil het nou eens over de gelukkige meerderheid hebben. Zij krijgen in de media en van de politiek veel te weinig aandacht. Dat is niet eerlijk, want ook al zijn ze in de meerderheid, het is toch een flinke groep. Die ook recht heeft op een beetje aandacht, en dan niet alleen in de Lottosponsorbingoloterij of door Paul de Leeuw, maar gewoon ook eens van de politiek. Meestal vragen we ons immers af hoe het toch komt dat sommige mensen pech hebben, arm zijn of eenzaam. Daar weten we veel van. Maar hoe komt het toch dat de meerderheid zo gelukkig en welvarend is? Het is vast te makkelijk om te zeggen dat dat komt door het inkomensbeleid, het onderwijsbeleid, het ruimtelijke ordeningsbeleid of ons pensioenstelsel. En al helemaal te makkelijk om te zeggen dat dat komt door 50 jaar van dit soort beleid. Van Marcel van Dam mogen wij sociaaldemocraten al helemaal niet zeggen dat dat ook een beetje door de PvdA komt, met dank overigens aan alle partijen met wie we ooit eens in een coalitie hebben gezeten.
Dus laat ik het Geluk van Nederland verklaren door een ander verhaal. Misschien zijn we wel zo gelukkig omdat we elkaar eigenlijk wel vertrouwen, redelijk hard werken voor onze centen, ook wel eens wat voor een ander over hebben (zie het enorme aantal vrijwilligers en de toename in giften voor goede doelen), van onze kinderen houden, en zij van ons, ons veelvuldig op de fiets voortbewegen, veel melk drinken en met mate knoflook en peper in ons eten gooien. Dan ligt het niet aan politiek en beleid, maar gewoon aan onszelf. Applaus voor onszelf. We doen het goed. Als we dan ook nog eens de daad bij het woord voegen en niet alle ongemakken of persoonlijke ellende de politiek verwijten dan worden we misschien nog gelukkiger.
Enfin. Met deze milde observatie en enorme relativering van het werk van een politicus kan ik het nieuwe jaar blijmoedig en monter gestemd weer in. Zachtjes aan een klein beetje beleidsverbetering werken maar er tegelijkertijd voor waken dat ik het autonome geluk van de Nederlander niet verstoor.