Sternhell: Israël valt uit elkaar - Main contents
Zeev Sternhell
Ze’ev Sternhell is een man op leeftijd. Oud genoeg om herinneringen te hebben aan het getto in Lvov, in Polen, waar hij als joods kind ontsnapte doordat hij verborgen werd in een kuil. Zijn moeder en zusje werden vermoord in de kampen. Toen hij tien jaar oud was werd de staat Israel uitgeroepen. Voor hem een wonder. Opeens waren er joden die minister waren. joodse officieren, joodse paspoorten, uniformen, een vlag. De joden konden niet langer als beesten behandeld worden, ze vochten terug.
Het is begrijpelijk, met zulke herinneringen, dat je het zionisme niet aflegt. Maar ook Sternhell, nu professor en auteur van een paar belangwekkende studies over socialisme in Israël, kijkt met grote spijt naar het land dat Israël is geworden. Hij overleefde de jodenvervolging, maar ontkwam ternauwernood aan een ultrarechtse aanslag in het land dat hem als jood moest redden.
In Ha’aretz schrijft hij over een Israel dat bezig is uit elkaar te vallen. Hier. Ik vat het samen: Israel, zegt hij, kun je onder de staten op westerse leest niet bepaald rekenen als een sterke democratie. Het parlement is verlamd, een oppositie bestaat niet, en minachting voor de rechtsstaat groeit. Niet alleen van de kant van de groep ultra-orthodoxen die zich boven de wet verheven voelen, maar ook door de groeiende groep kolonisten - de staat binnen de staat die geen gezag erkent.
De politieke leiders zijn onbetrouwbaar. Ze falen: ze falen vooral ook op het morele vlak, zoals gebleken is bij de Tweede oorlog tegen Libanon, bij de operatie Gegoten Lood, en bij de aanval op de flottielje. Behalve dat weet die leiderschap ook geen raad met de groeiende kloof binnen Israel tussen de rijke zakenelite en de gewone mensen - er is grote armoede in Israel. Onderlinge solidariteit en wederzijdse verantwoordelijkheid lijken ver te zoeken.
Eens was er een partij die Sternhells vertrouwen nog wel had: de Arbeidspartij. Niet langer. Wanneer hun partij het in de verkiezingen niet redden liepen leiders als Peres zo over naar Kadima, en ook Barak, eens gezien als ‘links’, liet elk ideaal dat de Arbeidspartij eens nog had schieten.
Barak, nu minister van defensie, is verantwoordelijk voor de aanval op Gaza, en voor de aanval op de flottielje. Maar hij is tevens het militaire hoofd over de Westoever. Het is maar een kleine scene, die de buitenlandse media niet zal halen, maar het is kenmerkend voor het niveau van eens door Sternhell bewonderde politici: in Hebron, waar midden in de Palestijnse stad een groep joodse kolonisten woont, zijn nu alle ramen en deuren van Palestijnse huizen langs de weg die de kolonisten moeten gaan naar de Grot van de Patriarchen, voor de moslims de Ibrahimi moskee, dichtgemetseld. Vanwege de veiligheid van de kolonisten. Sommige bewoners moeten nu met ladders of via de huizen van de buren hun eigen woning bereiken.
Zo doen koloniale heersers dat: ze maken het leven van de inheemse bevolking geheel ondergeschikt, als ze dat toevallig zelf beter uitkomt. En denk erom, zegt Sternhell. Het waren niet de kolonisten die ramen dichtmetselden, dat was het leger. Het leger dat onder gezag staat van de leider van de Arbeidspartij. Mocht dat tot het gevolg hebben dat er minder mensen op de Arbeidspartij zouden stemmen - Sternhell denkt dat, mij lijkt het niet dat er zoveel mensen zijn die het kan schelen wat er met de Palestijnen wordt gedaan, zoveel mensen als Sternhell heb je daar niet - dan is er voor Barak geen man over boord. Net als Peres loopt hij de dag erna aan de andere kant van de straat.