Laatste ochtend in Gaza - Main contents
We zitten op het kantoor. Laatste ochtend. We genieten van de ene ruimte waar het koel is, het kantoor van Khaled (die in Egypte zit en niet op tijd terug kon komen) van de ventilatoren, want de elektriciteit doet het, en verder is het overal is bloedheet. We krijgen koffie, en koel water, en sap en koekjes en fruit. Fatma geeft Vincent een geborduurd werkje met Palestine er op, omdat hij hier voor het eerst is, en allemaal krijgen we ook zo’n geborduurd ding met God bless our home er op.
Deny zit nog druk te praten met dr. Wael, over het verantwoordingsverslag van het NCCR naar een van de donors. Gisteren is de verbeterde aanvraag voor een groot project voor de empowerment van gehandicapte vrouwen naar de EU office in Gaza gebracht, het gaat waarschijnlijk wel door, en gisteren heeft Jan al een eerste training gedaan over gender met de teams van het NCCR. Verhaal erover komt nog.
De vrouwen van het team nemen deel aan de gendertraining
Fatma heeft onderweg naar het kantoor het lichaam gezien van een man die van vijftien hoog van een gebouw was gesprongen. Een jonge man van vijfentwintig. Gisteren sprong er een tienermeisje ergens van een dak, ook dood. Ze hoopt niet dat andere mensen het voorbeeld gaan volgen - het is tegen de islam om jezelf te doden - maar er zijn veel wanhopige mensen in Gaza. En op het nieuws het bericht van een familie die bij een brand is omgekomen, vader, moeder en twee dochters. Omdat de elektriticiteit vaak uitvalt gebruiken ze generatoren, maar die zijn vaak oud of stuk, en soms ontploffen ze en dan komt er brand.
Dr. Wael
Fatma
Wael en Sarhan
De tegenstellingen, hier in Gaza. Gisteren zijn Vincent en ik meegeweest op huisbezoek. Deze keer geen verkreukelde kindertjes, maar een vrouw die haar been kwijt is, en een familie waarvan de bijna volwassen zoon verlaamd is. Het is een verwarrend verhaal dat de vader verteld. Het was in de oorlog tegen Gaza, zijn neef was doodgeschoten, en toen ze hem gingen begraven kwam er weer een aanval, op de mensen die bij de begrafenis waren - toen waren er nog zeven doden, alemaal van dezelfde familie en veel gewonden, waaronder zijn zoon Arafat. Die wil zijn verlamde benen niet laten zien waar wij bij zijn, hij schaamt zich nog. Hij is in Turkije geweest voor zijn operaties, en is nu weer thuis, en nu is het een kwestie van veel fysiotherapie en verwerken dat hij nooit meer kan lopen, en leren omgaan met zijn incontinentie, met een rolstoel, met zijn totaal veranderde toekomstperspectief want trouwen en kinderen krijgen zit er niet meer in. We maken mee wat we zo vaak zien: de vader kan het niet geloven dat zijn zoon nooit meer zal lopen en smeekt ons of we er niet voor kunnen zorgen dat de jongen naar Duitsland kan voor een operatie, hij heeft zelf gezien dat er mannen terugkwamen die weer een beetje konden lopen. Ik heb het hart niet om hem te vertellen dat zijn zoon zijn operaties al achter zich heeft, en dat er niets meer aan te doen is - ik zeg dat ik geen arts ben. Dit is weer een klusje voor Joes, de volgende keer: het slecht nieuws gesprek dat ze hier zo moeiijk vinden: mensen de hoop ontnemen. En toch moet het, want zolang ze nog in de valse hoop blijven hangen en geen reeele verwachting hebben van de toekomst van Arafat gaan ze geld uitgeven nergens voor, terwijl ze al bijna niets hebben, en gaat Arafat niet zijn best doen om zich aan te passen aan het feit dat hij voor de rest van zijn leven gehandicapt is.
Er loopt weer een stamp giechelende kinderen om ons heen die op de foto willen, veel kinderen. De familie van Arafat woont nu in bij een broer, want hun huis is platgebombardeerd, en ze hebben de middelen nog niet om het opnieuw op te bouwen.
Jahya begroet Jan en is er voor op een stoel gaan staan.
Tegen zonsondergang zitten we met Sarhan en Fatma op het prachtige terras aan zee van het Al Deira hotel, want ik heb gezegd dat ik op mijn laatste avond graag shisha wil roken, en ik heb Fatma gevraagd of het waar is dat Hamas vrouwen verboden heeft om in het openbaar waterpijp te roken. Nou dat is waar, maar dat zegt nog niet dat de vrouwen doen wat Hamas van ze wil. Wil ik het zelf zien? Mee naar Al Deira. En ja hoor, ik zie behalve mijzelf drie andere vrouwen, waarvan een buitenlnadse, en twee Palestijnse, een met en een zonder hoofddoek. Fatma rookt niet mee want die is Bedoeien, legt ze uit en dat heeft niets met Hamas te maken, want zij heeft vaak ruzie met ze. Zo werd haar zoontje van twaalf een keer door een Hamas politieagent thuisgebracht met de boze mededeling dat het joch de Hamas mensen had uitgescholden voor shiieten, hier ongeveer de ergste belediging. Sorry hoor, zei zijn vader, maar kijk, hij is nog maar een kind.
Uitzicht op zee, en Deny op het terras van al Deira.
Op het terras van het Al Deira hotel zitten vooral buitenlanders en rijke Palestijnen. Die waren er altijd al, maar dankzij de tunneleconomie en de zwarte handel is er een heel nieuwe elite ontstaan, een paar miljonairs, en zo kon het ook gebeuren dat er een geheel nieuw zwemparadijs is geopend en een winkelcentrum met roltrappen en airconditioning. Het is duidelijk dat alleen de rijken hier wat kunnen kopen, maar ik hoor geen enkel ongenoegen van de Palestijnen, de meesten dus, die geen geld over hebben voor luxe. Het geeft ze toch het gevoel dat het niet alleen maar ellende is in Gaza, en ook al kopen ze niks, het is een uitstapje en daar hebben ze er hier veel te weinig van, want bioscopen en disco’s zijn er niet, er is alleen de zee. En dus vindt Fatma het heerlijk om ons mee uit te nemen, en zelf ook een ijsje te eten, en zich even rijk te voelen.
En zo ontstaat er in Gaza een nieuwe interne spanning, want de rijke eigenaren van de tunnels hebben er geen belang bij dat de blokkade wordt opgeheven of versoepeld, want dan gaan de prijzen van wat zij uit Egypte halen omlaag, en ook Hamas, die behoorlijke inkomsten hebben aan de tunneleconomie - de eigenaren betalen een smak aan belasting - zijn niet alleen maar blij met die versoepeling - wat zij willen, en terecht, is de gehele opheffing van blokkade en boycot, zodat er weer vrij geexporteerd kan worden, en mensen er uit kunnen voor de handel en om elders te kunnen studeren. En zo drinken we zowel een soort ananasbier uit Egypte als yoghurt uit Israel.
In de ruimte naast het kantoor geeft een broer van Khaled les aan een groep journalisten over gehandicapten. Een van de prachtige dochters van Fatma is binnen komen lopen, Wala. De jongste, Nour, was er ook, om ons even gedag te zeggen. Verdomd, ze heeft borstjes. Ik ken Fatma al vanaf dat ze de jongste aan de borst had - dat is nu dertien jaar geleden.
Nour, dochter van Fatma
Walaa
Ik heb uitgebreid met Fatma gepraat, ‘vrouwenpraat’ zegt ze, en stuurt de mannen weg uit onze kamer. Ze heeft het vreselijk moeilijk gehad, maar nu gaat het weer. Haar oudste dochter Fidaa is met veel steun van de amerikaanse ambassade een paar weken naar Amerika geweest, en komt binnenkort terug. Maar binnen haar familie zijn ook vaak spanningen. Haar vader wil dat haar ochters hoofddoeken dragen en die willen niet, en Fatma schreeuwt soms tegen haar vader: luister, jij bent mijn vader en jij mag zeggen dat ik een hoofddoek moet dragen en dat doe ik ook, maar mijn dochters hebben hun eigen vader en die zegt dat het mag en jij mag je niet bemoeien met mijn dochters!
Tegenstellingen. De grootste schok van de laatste oorlog is voorbij, maar de traumatische gevolgen zijn nog overal te merken, en bovendien, aanvallen op kleinere schaal zijn nog aan de orde van de dag. De armoede onder het grootste deel van de bevolking is enorm, en daarmee ook de uitzichtloosheid, maar er is ook een elite die het niet slecht heeft. Mensen proberen hun leven weer op te pakken zoals ze dat gedurende de gehele bezetting gedaan hebben, vooral voor hun kinderen. Ze hebben irreeele dromen, zoals en medewerker hier die denkt dat hij nog wel rijk kan worden aan een handeltje in cosmetica. En ik ken nu twee mensen uit Gaza die het is gelukt om weg te komen naar Europa en de VS, en die weer terug zijn omdat ze het in dat koude buitenland zonder hun familie niet uithouden. Een vrouw was zo ziek van de heimwee dat ze het ziekenhuis in moest en nu weer terug is. En er is ook plezier, en mensen doen wat ze kunnen, ik zie een nieuw bedrijfje dat stenen maakt van het puin dat nog overal ligt, we zien jonge mannen en kinderen bezig om het oude cement in stukken te slaan, zodat er weer nieuwe stenen van gemaakt kunnen worden. Hoe dan ook: het leven gaat door. Voor wie niet van het dak afspringt.