Waarom altijd Israël? (1) - Main contents
Wie, zoals ik, actief is voor de rechten van Palestijnen (en uiteindelijk ook voor het behoud van Israël - een werkelijk democratisch, rechtvaardig, mensenrechten respecterend Israël) kan er op rekenen stelselmatig bestookt te worden door de ‘andere kant’ - degenen die niets willen weten over de rechten van Palestijnen, die weigeren zich in het verhaal van de Palestijnen te verdiepen, en er kennelijk geen bezwaar tegen hebben dat Israël op grote schaal het internationaal recht blijft schenden.
Maar er komt de klad in het automatische ‘wij staan pal achter Israël’ dat heel lang het mainstream denken in Nederland en Europa kenmerkte. We het kunnen zien, bij elke nieuwe daad die de verontwaardiging wekt: de oorlog tegen de bevolking van Gaza die niet eens kon vluchten, 1400 doden, waaronder meer dan 300 kinderen, we zien het bij de aanval op de Free Gaza flottielje die negen doden kostte - de kritiekloze steun aan Israël is niet meer een automatische reflex. En daarmee veranderen ook de reacties van Israël en de Israëlverdedigers, de mensen die denken dat ze ‘vrienden van Israël’ zijn.
Van het aloude ‘alles wat Israël doet is goed’ is het zwaartepunt van de verdediging verschoven naar: ‘Israël kan wel verkeerde dingen doen, maar ze zijn de enigen niet. Dus waarom moet iedereen Israël hebben?’ Dat is, in de woorden van Adam Keller, van het Israëlische Gush Shalom, een teken dat de verdedigers zich nu verschansen achter een tweede verdedigingslinie. Dat Israël slechte dingen doet kan niet meer worden ontkend, maar dat doen andere landen ook, is de redenatie. En wie dus toch blijft hameren op de slechte daden van Israël, en zich niet even druk maakt over Darfur, Tsjetsjenië, Tibet of wat hebben we nog meer aan onrecht, menselijke ellende en politieke brandhaarden, maakt zich schuldig aan ‘selectieve verontwaardiging’ en laadt de verdenking op zich om speciaal de pik op Israël te hebben. En dan ben je al gauw bij het etiket ‘Israëlhater’ en nog maar een stap verwijderd van het verwijt een jodenhater te zijn. Ik ontvang vele variaties op dat thema. Zo was er een meneer die op grond van het feit dat ik niet even voortvarend actie voerde tegen de dreigende steniging van een Iraanse vrouw als voor Gaza wilde concluderen dat ik selectief verontwaardigd was, wat alleen maar kon betekenen dat ik specifiek iets tegen Israël had, en dus was ik kennelijk een antisemiet. (Nou had ik de petitie over die Iraanse vrouw al lang ondertekend, maar ik vind het erg onnodig om bij elke langstrekkende tegenstander die vindt dat hij mij ter verantwoording kan roepen daar ook nog serieus op te reageren).
“Selectieve verontwaardiging’ is nu het sleutelwoord voor de Israël-verdedigers. Je mag wel kritiek hebben op Israël, maar in proportie (en wat in proportie is bepalen dus de Israël-verdedigers). Want als ik me meer druk maak over Israël dan over - zeg maar - dan is dat een bewijs dat ik niet deug. Dat is bijvoorbeeld de redenatie van het echtpaar van der Wieken in een opiniestuk in Trouw waarin in alle ernst wordt beweerd dat de ‘overmaat’ aan aandacht voor ‘het Midden-Oostenconflict’ voortkomt uit het oeroude onderbuikgevoel van weerzin tegen joden’, en ‘overmatige’ kritiek op Israel een Jood-vijandige sfeer schept. Ook wel gewoon antisemitisme genaamd. (Zie voor het opiniestuk Trouw, hier.) Een citaat:
Het is onjuist om te stellen dat er alleen kritiek is op de staat Israël, niet op het Joodse volk. Kritiek op het handelen van de staat Israël is op zichzelf niet anders dan kritiek op de handelingen van welke staat dan ook. Het wordt antisemitisme in twee gevallen. Ten eerste als het bestaansrecht van de staat Israël wordt ontkend of betwijfeld. Ten tweede wanneer Israël selectief wordt bekritiseerd en zijn daden met een unieke meetlat worden gemeten die niet geldt voor andere naties.
Dat laatste is het geval. In Iran worden homo’s en dissidenten geëxecuteerd, China bezet al 60 jaar Tibet, Mugabe hongert en martelt zijn burgers dood, de Janjaweed in Soedan heeft 300.000 doden op zijn geweten, in Congo zijn sinds 2007 vijf miljoen mensen vermoord en de lijst gaat via Kirgizië, Koerdistan en Tsjetsjenië door over bijna de hele wereld. Maar de media publiceren meer over Israëls daden dan over alle andere samen.
Laten we deze redenatie eens uiteenrafelen.
Kan het zijn dat kritiek op Israël gepaard gaat met antisemitisme? Zeker kan dat. Ik neem zonder meer aan dat mensen die denken dat joden een naar en onbetrouwbaar soort mensen zijn ook niet veel op hebben met Israël. Maar kun je dat omdraaien en zeggen dat kritiek op Israël dus vanzelfsprekend voortkomt uit een hekel aan joden? Natuurlijk niet. Die kritiek kan vele motivaties hebben: kennis van zaken over de manier waarop Palestijnen moeten zien te overleven onder Israëlische bezetting, bijvoorbeeld. Of hechten aan de reeds afgesproken normen van mensenrechten en internationaal recht, zie de de Rights Forum. (hier). Of grote bezorgdheid over de verloedering van Israël, zoals door Een Ander Joods Geluid (hier) of de kritiek van vele, ook Israëlische joden, die met lede ogen aanzien wat hun land aan het doen is.
Het eerste argument: mensen die het bestaansrecht van Israel ontkennen of betwijfelen. Ik ken geen mensen, tussen al die mensen die kritiek hebben op Israëls schendingen van mensenrechten en internationaal recht, die zeggen dat Israël zou moeten verdwijnen. Ik ken wel mensen, en ik ben daar een van, die zich afvragen of het ooit een goed idee is geweest van de zionisten om een staat te willen vestigen in een land waar al andere mensen woonden, en die zeker van mening is dat de etnische zuivering die heeft plaatsgevonden misdadig was. Ook vind ik dat Israël dringend een normale democratie moet worden, met gelijke rechten voor alle staatsburgers ongeacht etniciteit of religie, zoals dat in de Europese landen al lang gebruikelijk is. Ik beweer in mijn boek Oorlog als er vrede dreigt, dat geen enkel probleem in Israël/Palestina op te lossen is als Israël vast blijft houden aan de gedachte dat de staat Israël per definitie een joodse staat moet blijven, met een joodse meerderheid en met meer rechten voor joden dan voor andere staatsburgers. Wijs ik daarmee het bestaansrecht van Israël af? Dacht ik niet. Dat deed zelfs Arafat niet. Maar voor vele Israël-apologeten staat mijn stellingname, die je nauwelijks extreem of radicaal kunt noemen - want geheel conform met wat we in Europa normaal vinden - gelijk aan de wens om alle joden de zee in te willen drijven, of een andere hysterische variant op dat thema.
Het tweede criterium dat het echtpaar aanlegt om te beoordelen of de kritiek op Israël wel binnen proportie is, is de vraag of de kritiek op Israel niet ‘selectief’ is. Een argument dat ik op zich wel serieus wil nemen.
Het punt is alleen dat de met de regelmaat van de klok naar mij verstuurde verwijten dat ik me wel bezighoudt met Gaza, maar niet met Darfur of met de onderdrukte Iraanse vrouwen buitengewoon schijnheilig overkomen. Het is zo evident dat het de aanvallers zelf geen reet kan schelen hoeveel doden er waren in Darfur of hoeveel Iraanse vrouwen worden gestenigd - zelf steken ze daar nooit een poot voor uit, anders kon ik me van harte bij hen aansluiten. Wanneer ik de vraag beantwoord met een vraag waarom zij er zelf niks aan doen, waarom ze geen actiegroep beginnen zoals ik dat voor Gaza heb gedaan blijft het oorverdovend stil. De van de Wiekens zie ik nog geen actie voeren tegen de bezetting van Tibet. Ze willen alleen graag mij de mond snoeren over Israël. Ik vind het persoonlijk nogal misselijk om een vrouw die dreigt gestenigd te worden, zoals die andere Israël-adept deed, te misbruiken om te proberen mij er van af te brengen om me in te zetten voor Gaza, dan wel, om mijn motivatie om dat te doen in diskrediet te brengen.
Dit is mijn simpele antwoord: ja, er zijn nog meer problemen in de wereld. Ja, het is belangrijk dat daar meer aandacht voor komt. Ja, ik vind dat de normen van mensenrechten en internationaal recht op iedereen, en elk land van toepassing zijn, en dat we daarbij niet met twee maten horen te meten, dus dat we ook niet van Israël goed mogen vinden wat we van andere landen niet zouden accepteren, en ik ben het er mee eens dat we op dat vlak van mensenrechten in andere landen nogal eens tekort schieten. Maar dat betekent niet dat je iets recht zou kunnen trekken door - opnieuw - de andere kant op te kijken wanneer Israël weer aan de gang gaat met de illegale uitbreidingen van nederzettingen, met het opsluiten en collectief bestraffen van gehele bevolkingsgroepen, met het doden van burgers, met het zonder enige vorm van proces opsluiten van Palestijnen, met het discrimineren van Arabische staatsburgers. Want dit is de afspraak die verbonden is met de notie van internationaal recht: net zoals ik geen vrijbrief heb om te jatten omdat mijn buren ook wel eens wat stelen, net zo min kan Israël zich verschuilen achter het feit dat er nog andere landen zijn die ook oorlogsmisdaden op hun geweten hebben. Het is nu eenmaal geen zandbak waarin een jongetje kan roepen juf hij deed het ook.
Dus mijn antwoord op het verwijt komt er op neer dat ik er erg voor ben dat ook onrecht elders wordt bekritiseerd en aangepakt. En niet dat we het evenwicht alleen maar kunnen behouden door minder kritiek te hebben op Israël - want dat is uiteraard de enige werkelijke bedoeling van de gehanteerde schijnargumenten.
Blijft de vraag over waarom we ons, ook in Nederland, meer en vaker druk maken over Israël dan over Darfur. Want dat is, los van het feit dat ik niet vind dat je dat terug kunt voeren op ‘jodenhaat’ zoals het echtpaar hierboven probeert te doen, op zich een legitieme vraag. En daar zijn meerdere antwoorden op mogelijk.
(wordt vervolgd)